Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
CICOGNA KRAAMZORG,
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 4 november 2020, vorderde de besloten vennootschap CICOGNA B.V., vertegenwoordigd door gemachtigde P.M.F. Otten, betaling van een bedrag van € 225,04 door de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij stelde dat zij kraamzorg had geleverd en dat de gedaagde partij het in rekening gebrachte bedrag van € 198,00 niet had voldaan. Daarnaast maakte de eisende partij aanspraak op contractuele rente van € 18,64 en buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40, inclusief btw. De kantonrechter beoordeelde de dagvaarding en oordeelde dat deze voldeed aan de vereisten van de wet.
De kantonrechter constateerde dat de vordering van de eisende partij niet of onvoldoende werd betwist door de gedaagde partij, waardoor de hoofdsom toegewezen kon worden. De eisende partij vorderde ook vergoeding van de contractuele rente van 12% per jaar. De kantonrechter voerde een ambtshalve toetsing uit om te bepalen of dit rentebeding oneerlijk was volgens Richtlijn 93/13 EG. Aangezien de wettelijke rente op dat moment 2% en de wettelijke handelsrente 8% bedroeg, werd vastgesteld dat het contractuele rentebeding oneerlijk was en buiten toepassing moest worden gelaten.
Daarnaast werd de eisende partij geacht recht te hebben op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, waarvoor de kantonrechter bevestigde dat de aanmaning voldeed aan de wettelijke eisen. De gedaagde partij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die in totaal op € 265,09 werden begroot. De kantonrechter besliste dat de gedaagde partij € 206,40 aan de eisende partij moest betalen, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, terwijl het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.