ECLI:NL:RBLIM:2020:8619

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 november 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
8740686 \ CV EXPL 20-4204
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van hoofdsom en wettelijke rente in consumentenkoopzaak

In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Incasso Partners B.V. betaling van een bedrag van € 54,99 aan hoofdsom van de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst die de gedaagde heeft gesloten met een webwinkel, waarbij de vordering op de gedaagde is overgedragen aan Klarna Bank AB en vervolgens is verkocht aan Incasso Partners. De gedaagde heeft na een verzoek om uitstel niet meer gereageerd op de dagvaarding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van de wet en dat de gedaagde als consument wordt beschouwd. De rechter heeft geoordeeld dat er geen schending is van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht. De vordering van Incasso Partners met betrekking tot de hoofdsom is niet weersproken en wordt toegewezen. Echter, de kantonrechter heeft geoordeeld dat de buitengerechtelijke incassokosten niet kunnen worden toegewezen, omdat Incasso Partners niet heeft aangegeven vanaf welke datum de gedaagde in verzuim is.

De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de dag van dagvaarding, aangezien de gedaagde in elk geval in verzuim is getreden door de dagvaarding. De gedaagde wordt ook veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 246,75. Het vonnis is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto en is uitvoerbaar bij voorraad, waarbij het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8740686 \ CV EXPL 20-4204
Vonnis van de kantonrechter van 4 november 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INCASSO PARTNERS B.V.,h.o.d.n.
INCASSOPARTNERS,
gevestigd te Leiden,
eisende partij,
gemachtigde Van Es Gerechtsdeurwaarders & Incasseerders,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Incassopartners” en “ [gedaagde] ”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Incassopartners vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 54,99 aan hoofdsom, alsmede de wettelijke rente tot 17 augustus 2020 ten bedrage van € 2,74 en de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 40,00, zijnde in totaal € 97,73, vermeerderd met de wettelijke rente over € 54,99 vanaf 17 augustus 2020 tot de dag der algehele voldoening met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
2.2.
Incassopartners legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] uit hoofde van de door hem met de webwinkel [website] gesloten koopovereenkomst een bedrag van € 54,99 verschuldigd is. [website] heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan Klarna Bank AB (hierna: Klarna). Klarna heeft de vordering vervolgens verkocht aan Incassopartners. Incassopartners vordert nakoming van de koopovereenkomst.
2.3.
[gedaagde] heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord.
2.4.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient Incassopartners de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
2.6.
[gedaagde] is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.8.
De vordering van Incassopartners ten aanzien van de hoofdsom staat als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.9.
Incassopartners maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden. Alvorens aanspraak bestaat op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, moet kunnen worden vastgesteld dat en met ingang van welke datum [gedaagde] in verzuim is. Nu Incassopartners echter heeft nagelaten te stellen vanaf welke datum [gedaagde] in verzuim is, kunnen de buitengerechtelijke incassokosten niet worden toegewezen.
2.10.
Nu Incassopartners niet voldoende specifiek heeft gesteld met ingang van welke datum [gedaagde] met de betaling van de aan de hoofdsom onderliggende factuur in verzuim is, zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding. Door de daad van dagvaarding is in elk geval verzuim ingetreden.
2.11.
[gedaagde] zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van Incassopartners worden begroot op:
  • dagvaarding € 86,75
  • griffierecht € 124,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 246,75

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Incassopartners tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 54,99, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 26 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van Incassopartners gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 246,75,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC