ECLI:NL:RBLIM:2020:8827

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
13 november 2020
Zaaknummer
8641526 CV EXPL 20-3376
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ingetrokken Europees betalingsbevel en proceskostenveroordeling in civiele procedure

Op 11 november 2020 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis uitgesproken in de zaak tussen de vennootschap naar buitenlands recht Grand Trans AV SRL, gevestigd te Roemenië, en de besloten vennootschap BCW Transport B.V., statutair gevestigd te Wijnandsrade, gemeente Beekdaelen. Grand Trans, de eisende partij, is niet verschenen in de procedure. De zaak is eerder door de Rechtbank Den Haag verwezen naar de Rechtbank Limburg voor verdere behandeling. Op 26 augustus 2020 heeft BCW, de verwerende partij, zich laten vertegenwoordigen door mr. S.L. Smits-Emons, terwijl Grand Trans op die datum niet aanwezig was.

De rechtbank heeft Grand Trans op 28 augustus 2020 per e-mail in de gelegenheid gesteld om op 9 september 2020 te verschijnen, maar ook deze gelegenheid is door Grand Trans niet benut. Gezien het feit dat Grand Trans niet is verschenen, heeft de rechtbank geoordeeld dat zij geacht wordt de zaak te hebben ingetrokken, conform artikel 6, lid 3 van de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure.

Desondanks is Grand Trans veroordeeld in de proceskosten die aan de zijde van BCW zijn gemaakt. De kantonrechter heeft de kosten, die zijn begroot op € 210,00 als salaris voor de gemachtigde, toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: 8641526 CV EXPL 20-3376
Vonnis van de kantonrechter van 11 november 2020
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
GRAND TRANS AV SRL,
gevestigd te Roemenië,
eisende partij,
niet verschenen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BCW TRANSPORT B.V.,
statutair gevestigd te Wijnandsrade, gemeente Beekdaelen,
verwerende partij,
gemachtigde mr. S.L. Smits-Emons.
Partijen worden hierna Grand Trans en BCW genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van de Rechtbank Den Haag van 1 juli 2020,
  • het schrijven van mr. Smits-Emons voor de rol van 26 augustus 2020 waarbij deze zich stelt voor BCW,
  • het schrijven van de griffier d.d. 28 augustus 2020 aan Grand Trans.
1.2.
Vervolgens is de zaak naar de rol verwezen van heden voor vonnis.

2.De beoordeling

2.1.
Door de rechtbank Den Haag is deze procedure verwezen naar de rolzitting van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 28 augustus 2020 voor het stellen van partijen (art. 6 lid 3 Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure).
BCW is op de rol van 26 augustus 2020 in de procedure bij gemachtigde verschenen.
2.2.
Omdat Grand Trans op de rol van 26 augustus 2020 niet is verschenen, is Grand Trans bij e-mailbericht, verzonden aan
[e-mailadres]op 28 augustus 2020, alsnog in de gelegenheid gesteld om te verschijnen op de rol van 9 september 2020. Grand Trans heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2.3.
Nu Grand Trans niet is verschenen wordt zij, gelet op het bepaalde in art. 6, lid 3 Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure, geacht de zaak te hebben ingetrokken.
2.4.
Grand Trans dient echter wel te worden veroordeeld in de aan de zijde van BCW gemaakte proceskosten.
2.5.
Door BCW is een verweerschrift ingediend. De daarmee gemoeid zijnde kosten worden door de kantonrechter begroot op € 210,00 (1 punt liquidatietarief kanton) als salaris gemachtigde.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt Grand Trans in de proceskosten aan de zijde van BCW gevallen en tot op heden begroot op € 210,00, als salaris gemachtigde,
3.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH