Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam]in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[naam onderbewindgestelde],
1.De procedure
2.Het geschil en de beoordeling
420,00(2 x tarief € 210,00)
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de onderlinge waarborgmaatschappij Onderlinge Waarborgmaatschappij Centrale Zorgverzekeraars Groep, Zorgverzekeraar U.A. (hierna: CZ) een vordering ingesteld tegen de bewindvoerder q.q. van een onderbewindgestelde. De vordering betreft een bedrag van € 2.449,05, dat bestaat uit een hoofdsom van € 2.177,36, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord en een conclusie van repliek. De bewindvoerder q.q. heeft aangevoerd dat er een betalingsregeling is getroffen, maar CZ heeft betwist dat deze regeling ook de proceskosten dekt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder q.q. tekort is geschoten in de nakoming van de zorgverzekeringsovereenkomst en dat de gemaakte kosten door CZ niet onder de betalingsregeling vallen. De kantonrechter heeft de vordering van CZ toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en de bewindvoerder q.q. veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.