Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 11 november 2020, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen de stichting Stichting Woonpunt, gevestigd te Maastricht, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij, vertegenwoordigd door gemachtigde P.M.F. Otten, vorderde ontruiming van het gehuurde pand. De procedure begon met een dagvaarding en een verzoek om uitstel van de gedaagde partij. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke vereisten en dat de gedaagde partij, vermoedelijk een consument, niet had gereageerd op de vordering na het verlenen van uitstel.
De kantonrechter concludeerde dat de vordering van de eisende partij als niet weersproken moest worden toegewezen, met inachtneming van een redelijke ontruimingstermijn van twee weken. De rechter oordeelde dat er geen schending was van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht. De gedaagde partij werd veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en de sleutels af te geven aan de eisende partij. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.431,55, vermeerderd met wettelijke rente, en een huurprijsvergoeding van € 589,97 per maand tot de ontruiming. De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij werden begroot op € 781,96. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.