ECLI:NL:RBLIM:2020:8886

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
16 november 2020
Zaaknummer
8131252 \ CV EXPL 19-7212
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst tussen een golfleraar en een golfclub

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap De Strijensche Golfclub B.V. en een golfleraar, die een samenwerkingsovereenkomst voor de duur van één jaar had gesloten. De golfleraar heeft de overeenkomst tussentijds opgezegd, waarna de golfclub schadevergoeding vorderde wegens gederfde inkomsten en schending van een geheimhoudingsbepaling. De kantonrechter heeft beide vorderingen afgewezen, omdat er geen minimum aantal te werken uren was afgesproken en de geheimhoudingsbepaling niet was geschonden. In reconventie vorderde de golfleraar een verklaring voor recht dat hij de overeenkomst terecht had opgezegd en schadevergoeding wegens onrechtmatige daad en schending van zorgplicht. Ook deze vorderingen werden afgewezen, omdat de golfleraar niet voldoende onderbouwde dat de golfclub in verzuim was en er geen causaal verband was aangetoond tussen het handelen van de golfclub en de door hem geleden schade. De golfclub werd veroordeeld in de proceskosten van de golfleraar, terwijl de golfleraar in reconventie in de kosten werd veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8131252 \ CV EXPL 19-7212
Vonnis van de kantonrechter van 11 november 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DE STRIJENSCHE GOLFCLUB B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
vertegenwoordigd door I.L. Hage.
tegen:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , h.o.d.n. [handelsnaam],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. M.J. op 't Ende.
Partijen worden hierna ook genoemd respectievelijk ‘de golfclub’ en ‘ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende akte vermeerdering van eis in conventie
- de conclusie van repliek in conventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, tevens akte houdende vermeerdering van eis
- de conclusie van dupliek in reconventie
Nu de golfclub in haar laatste processtuk, de conclusie van dupliek in reconventie, ten onrechte ook zeer uitvoerig het debat voortzet in de procedure in conventie, ofschoon die debatten al gesloten waren, zal de kantonrechter die delen (tot randnummer 3) buiten beschouwing laten. waarin de golfclub niet reageert op de laatste conclusie van repliek in reconventie zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in reconventie
2.1.
De golfclub exploiteert een golfbaan in Strijen, gemeente Hoeksche Waard (ZH). Gedaagde is een ‘golfpro’ en geeft als zodanig golflessen aan particulieren en groepen. Partijen hebben op 6 december 2018 een ‘samenwerkingsovereenkomst’ gesloten voor de duur van één jaar met ingang van 1 januari 2019.
2.2.
In deze ‘samenwerkingsovereenkomst’ is - voor zover hier van belang - het volgende opgenomen:
Aanvang
De overeenkomst vangt aan op 1 januari 2019:
1. Werkzaamheden
De door de golfpro te verrichten werkzaamheden bestaan uit het verzorgen van golfactiviteiten voor klanten van De Strijensche Golfclub BV in de breedste zin van het woord, waaronder doch niet uitsluitend, privélessen, groepslessen, jeugdlessen, golf clinics, bedrijfsdagen en clubfitting.
2 Uitvoering
2.1
De golfpro is voor deze samenwerking aangetrokken in verband met zijn expertise op het gebied van de te verrichten werkzaamheden. Derhalve zal de golfpro de werkzaamheden persoonlijk verrichten.
2.2
De golpro neemt bij het aangaan van de samenwerkings-overeenkomst de inspanningsverplichting op zich en verplicht zich derhalve de overeenkomst naar beste inzicht en vermogen en als een zorgvuldig handelend beroepsbeoefenaar uit te voeren.
(…)
4 Vergoeding en tarieven
4.1
De tarieven zijn door exploitant en golfpro vastgesteld en als bijlage 1 toegevoegd aan deze overeenkomst.
4.2
De golfpro zal maandelijks aan exploitant een opgave verstrekken van de door hem verzorgde lessen, clinics en bedrijfsdagen.
4.3
De lessen die de golfpro verzorgt zal hij aan klanten factureren dan wel afrekenen na afloop van de golfles, waarbij per les vaste bedragen met de exploitant zijn overeengekomen. Deze bedragen staan vermeld in bijlage 1 van deze overeenkomst, welke bijlage onlosmakelijk deel uit maakt van deze overeenkomst.
(…)
10 Geheimhouding
10.1
De golfpro is verplicht alle vertrouwelijke informatie van de exploitant, zoals bedrijfsgegevens, financiële of technische gegevens, of het klantenbestand waarover hij in het kader van de overeengekomen werkzaamheden de beschikking heeft gekregen, geheim te houden. Alleen met voorafgaande schriftelijke toestemming van exploitant kunnen deze gegevens aan derden worden verstrekt.
10.2
Indien de golfpro deze geheimhoudingsplicht niet nakomt, verbeurt hij aan exploitant een direct opeisbare som van € 500,00 voor iedere niet-nakoming en laat onverminderd het recht van exploitant nakoming van deze overeenkomst te verlangen en laat onverminderd het recht van de golfpro volledige schadevergoeding te vorderen.
(…)
2.3.
Medio 2019 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangegeven de samenwerkingsovereenkomst tussentijds te willen beëindigen, althans in ieder geval zijn werkzaamheden voor de golfclub te gaan beperken. Partijen treden daarover vervolgens in onderhandeling, hetgeen niet tot overeenstemming heeft geleid.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft per 12 juni 2019 eenzijdig de samenwerkingsovereenkomst ontbonden wegens toerekenbaar tekortschieten door de golfclub (in de zin van het niet betalen van facturen) (productie 13 bij dagvaarding).
2.5.
Bij e-mail van 22 juli 2019 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich ziekgemeld (productie 19 bij dagvaarding).
2.6.
Bij brief van 29 mei 2019 werd [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door de golfclub ‘ingebreke gesteld’ en een boete opgelegd van € 2000,00 wegens ‘schending van de geheimhoudingsplicht’.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
De golfclub stelt zich op het standpunt dat zij - zo begrijpt de kantonrechter - schade heeft geleden door het gedrag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Deze schade begroot zij op een bedrag van € 5.775,00 aan gederfde inkomsten voor het geven van golflessen, cursussen, clinics, jeugd- en winterlessen met ingang van 22 juli 2019. De hoogte baseert zij met name op de inkomsten die eiseres van gedaagde heeft ontvangen in de voorafgaande periode van juli tot en met december 2018.
3.2.
Daarnaast voert de golfclub aan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in strijd heeft gehandeld met de in de samenwerkingsovereenkomst onder 10 opgenomen geheimhoudingsbepaling. Zij bepaald het totaal van de daaruit voortvloeiende boetes op € 7.000,00.
Het totaal van de vordering onder a van het petitum komt daarmee op een bedrag van € 12.775,00.
3.3.
Later vermeerdert de golfclub haar eis met een bedrag van € 2.030,00 aan schadevergoeding wegens beëindiging van abonnementen door een aantal leden.
3.4.
Na wijziging van eis vordert de golfclub om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen om aan de golfclub tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
a. de som van € 12.775,00, (waarvan een bedrag van € 5.775,00 aan schadevergoeding en een bedrag van € 7.000,00 aan verbeurde boetes)
a1. de som van € 2.030,00 aan schadevergoeding na beëindiging abonnement door leden;
b. te vermeerderen met de na 14 juni 2019 verschuldigde boetes op grond van de samenwerkingsovereenkomst;
c. te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente over de hoofdsom vanaf 23 juli 2019 tot en met 24 september 2019 ad € 96,66;
d. te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 24 september 2019 tot de dag van algehele voldoening;
e. te vermeerderen met de buitengerechtelijke kosten ad € 902,75;
f. de kosten van deze procedure, waaronder een bedrag aan salaris en noodzakelijke verschotten zulks met bepaling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] over het bedrag van deze proceskosten de wettelijke rente verschuldigd zal zijn na betekening van het te dezen te wijzen vonnis;
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
in reconventie
3.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt op zijn beurt dat hij schade heeft geleden ten gevolge van onrechtmatig handelen door de golfclub. Bij vermeerdering van eis bij conclusie van dupliek in conventie, tevens van repliek in reconventie, voert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nog een nieuwe grondslag aan voor de door hem geleden schade, te weten dat hij schade heeft geleden ten gevolge van het niet nakomen van de op de golfclub rustende zorgplicht ex art. art. 7:658 lid 4 BW.
3.7.
Na vermeerdering van eis vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht te verklaren, dat de tussen partijen op of omstreeks 6 december 2018 gesloten overeenkomst met ingang van 12 juni 2019 is ontbonden, een en ander op de (rechts)gronden als omschreven in het lichaam van deze conclusie;
2. voor recht te verklaren, dat de golfclub onrechtmatig jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gehandeld ex art. 6:162 BW dan wel toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgverplichting ex art. 7:658 BW (jo. 6:74 BW) en zij aansprakelijk is voor dientengevolge door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleden en te lijden schade, een en ander op de (rechts)gronden als omschreven in het lichaam van de conclusies;
3. de golfclub te veroordelen tot vergoeding van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleden en te lijden schade, verschuldigd ter zake van voornoemde gronden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
4. de golfclub te veroordelen in de kosten van deze procedure (zowel in conventie als in reconventie, wettelijke rente over die kosten en nakosten daaronder begrepen.
3.8.
De golfclub voert verweer.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
De vordering van € 5.775,00 aan schadevergoeding
De golfclub stelt dat zij een bedrag van € 5.775,00 aan schade heeft geleden bestaande uit (dagvaarding pagina 6 onder D)
‘gederfde inkomsten voor het geven van golflessen, cursussen, clinics, jeugd- en winterlessen met ingang van 22 juli 2019’. Daarbij valt zij voor de berekening (die verder ontbreekt) terug op een vergelijkbare periode in 2018.
4.2.
De golfclub stelt de grondslag van haar vordering niet met zoveel woorden, maar de kantonrechter begrijpt dat de golfclub zich beroept op een toerekenbaar tekortschieten door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , nu hij tussentijds de voor de duur van één jaar gesloten ‘samenwerkingsovereenkomst’ heeft opgezegd.
4.3.
Uit de door de golfclub overgelegde ‘samenwerkingsovereenkomst’, inclusief bijlage en bedrijfsreglement valt echter niet op te maken dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verplicht is een minimaal uren/ activiteiten te verrichten voor de golfclub. De overeenkomst zelf lijkt er juist op gericht elkaar zoveel mogelijk vrijheid te gunnen, waarbij wel afspraken zijn gemaakt over toedeling van kosten en waarbij de golfclub zelf elke vorm van aansprakelijkheid wenst te exonereren.
4.4.
Met betrekking tot deze gestelde schade verwijst de golfclub nog wel naar de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf eerder geuite ‘ambitie’, doch dat kan - zonder nadere toelichting – toch moeilijk worden gezien als een harde afspraak tussen partijen over de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ten behoeve van de golfclub (?) te verrichten activiteiten. Nog los van de vraag of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toerekenbaar tekort is geschoten door eenzijdig de ‘samenwerkingsovereenkomst’ te ontbinden, kan de hier opgevoerde schade niet teruggevoerd worden op een tekortschieten wegens het niet leveren van een aantal diensten door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Een minimum aantal uren/ activiteiten was immers niet afgesproken en wordt ook [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nadrukkelijk betwist. De vordering dient dan ook reeds bij gebrek aan onderbouwing te worden afgewezen.
4.5.
De kantonrechter merkt overigens op dat de golfclub de overeenkomst kennelijk zo uitlegt dat deze meer het karakter krijgt van een overeenkomst van opdracht in de zin van de artt. 7:400 BW en volgende. Zij verwacht kennelijk een bepaalde (omvang van) inzet door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , Dupunt dient aanwijzingen op te volgen en bovendien wordt tussen partijen ook een bepaald loon afgesproken (zoals zeer specifiek opgenomen in bijlage 1, behorende bij de ‘samenwerkingsovereenkomst’), waarbij het niet uitmaakt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit loon vervolgens zelf rechtstreeks bij de leden van de golfclub in rekening dient te brengen. Nu de aard van de overeenkomst verder niet beslissend is voor de uitkomst van dit geschil en geen der partijen iets in die richting daarover heeft aangevoerd, zal de kantonrechter dit verder laten rusten.
4.6.
De vordering van € 7.000,00 aan verbeurde boetes
De golfclub voert verder aan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de in de ‘samenwerkingsovereenkomst’ onder artikel 10 opgenomen geheimhoudingsverplichting heeft geschonden. Zij verwijst daarbij naar de respectievelijk op 29 mei 2019 (productie 10) en 14 juni 2019 (productie 15) gedateerde en aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verstuurde brieven. De kantonrechter begrijpt dat de golfclub [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verwijt dat hij aan leden van de club zou hebben aangegeven dat hij zijn werkzaamheden bij de golfclub wenste beëindigen.
4.7.
Niet alleen valt - zonder nadere toelichting – niet vast te stellen dat een (voorgenomen) vertrek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou moeten kwalificeren als
‘vertrouwelijke informatie van de exploitant (lees: ‘de golfclub’), zoals bedrijfsgegevens, financiële of technische gegevens, of het klantenbestand waarover zij in het kader van de overeengekomen werkzaamheden de beschikking heeft gekregen’, zoals omschreven in de hiervoor in dit vonnis onder 2.2 opgenomen bepaling. Bovendien heeft de golfclub ook deze vordering op geen enkele wijze gespecificeerd. Noch in de dagvaarding, noch in de hiervoor aangehaalde brieven wordt duidelijk gemaakt welke incidenten (welk lid van de golfclub, wanneer en welke informatie precies) deze vordering kunnen onderbouwen. Reeds om die reden zal de vordering dan ook worden afgewezen.
4.8.
Dit treft ook de na 19 juni 2019 gevorderde boetes (dagvaarding, petitum onder b), nu ook hier elke verdere toelichting ontbreekt.
4.9.
De vordering van € 2.030,00 aan schadevergoeding na beëindiging abonnement door leden
Ook deze vordering zal de kantonrechter afwijzen nu de golfclub op geen enkele wijze onderbouwt dat (kennelijk) het vertrek of niet terugkeren van bepaalde leden is toe te rekenen aan een doen of nalaten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dan wel aan diens eenzijdige opzegging van de ‘samenwerkingsovereenkomst’. De vordering strandt reeds omdat een causaal verband ontbreekt, althans niet wordt gesteld of toegelicht.
4.10.
De overige nevenvorderingen
Nu de hoofdvorderingen van de golfclub worden afgewezen, bestaat er geen grondslag meer voor de nevenvorderingen betreffende de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten.
4.11.
Kosten procedure in conventie
De golfclub zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in conventie. De kosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden begroot op een bedrag van € 720,00 aan salaris gemachtigde. De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eveneens gevorderde wettelijke rente over deze kosten en nakosten zullen worden toegewezen als hierna in het dictum aangegeven.
in reconventie
4.12.
De verklaring voor recht dat de tussen partijen gesloten overeenkomst voor bepaalde tijd met ingang van 12 juni 2019 is ontbonden
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie als eerste een verklaring voor recht dat hij terecht de tussen partijen gesloten overeenkomst heeft ontbonden. Onder randnummer 2,14 van diens conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie, verwijst [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in dit kader naar een brief van diens toenmalige gemachtigde aan de golfclub, gedateerd 12 juni 2019 (productie 13 bij dagvaarding). [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat de golfclub in verzuim was geraakt door facturen onbetaald te laten, hetgeen hem het recht gaf de tussen partijen gesloten overeenkomst wegens toerekenbaar tekortschieten aan de zijde van de golfclub te ontbinden op basis van de artt. 6:265 BW e.v.
4.13.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] laat echter na, gezien de betwisting door de golfclub, nader te onderbouwen dat zijn vordering ook daadwerkelijk opeisbaar was. De golfclub betwist immers in verzuim te zijn geraakt. De betreffende facturen zijn niet overgelegd, niet gesteld of onderbouwd wordt verder dat betaling van die facturen een wezenlijke prestatie van de golfclub voortvloeiende uit de overeenkomst betrof en dat ontbinding op die grond gerechtvaardigd zou moeten zijn. In de onderhavige procedure vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verder ook geen betaling van deze facturen in reconventie.
Bij gebrek aan onderbouwing kan de kantonrechter dan ook niet vaststellen of de buitengerechtelijke ontbinding door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] terecht heeft plaatsgevonden, zodat de vordering wordt afgewezen. Aan een bewijsopdracht komt de kantonrechter niet toe.
4.14.
De verklaring voor recht dat de golfclub onrechtmatig jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gehandeld ex art. 6:162 BW dan wel toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar zorgverplichting ex art. 7:658 BW (jo. 6:74 BW)
De onderbouwing van het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde onrechtmatige handelen van de golfclub is eveneens erg summier. Onder randnummer 6.3 stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat diens
‘bedrijfsvoering ernstig werd belemmerd door het handelen van de golfclub waardoor hij geen lessen meer heeft kunnen geven en inkomsten gederfd heeft’.Uit de toelichting onder 2.9 en volgende kan de kantonrechter niet afleiden op welke wijze de golfclub dan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verhinderd zou hebben lessen te geven. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geeft zelf aan dat de zaak escaleerde nadat hij zelf nog maar één dag beschikbaar wilde zijn en ook overigens de overeenkomst met wederzijds goedvinden wilde ontbinden omdat hij wilde terugkeren naar zijn Limburgse roots.
4.15.
De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangehaald zorgplicht impliceert dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ‘arbeid heeft verricht voor’ de golfclub. De ‘samenwerkingsovereenkomst’ lijkt juist elke verwijzing daarnaar te willen uitsluiten. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hint hier en daar wel op het bestaan van een arbeidsovereenkomst, maar werkt dit niet uit en onderbouwt het niet. Zoals hiervoor onder 4.5 van dit vonnis aangegeven lijkt de wijze waarop partijen uitvoering geven aan hun overeenkomst eerder samen te vallen met een overeenkomst van opdracht (hetgeen de zorgplicht onder bereik zou kunnen brengen), maar ook daar stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niets over.
De golfclub betwist verder dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] arbeidsongeschikt is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onderbouwt dit verder niet, hoewel dit wel van hem verwacht mocht worden.
Als we deze hindernissen toch zouden willen nemen, dan dringt zich de vraagt op welke wijze de golfclub vervolgens niet zou hebben voldaan aan die gestelde zorgplicht ex 7:658 BW. Dat wordt echter evenmin onderbouwd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geeft niet aan welke maatregelen de golfclub in zijn ogen had moeten nemen, dan wel welke aanwijzingen de golfclub had moeten geven om de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde arbeidsongeschiktheid te kunnen voorkomen, laat staan dat er sprake is van een causaal verband. Dit betekent dat ook deze vordering wordt afgewezen.
4.16.
Schadevergoeding nader op te maken bij staat
Nu de grondslagen voor de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestelde schadevergoeding hiervoor zijn afgewezen, volgt daaruit dat ook deze, daarvan afhankelijke, vordering dient te worden afgewezen.
4.17.
Kosten procedure in reconventie
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in reconventie. doch die kosten worden aan de zijde van de golfclub gesteld op nihil, nu de golfclub geen (externe) gemachtigde heeft gesteld en om die reden geen salaris gemachtigde zal worden toegekend.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt de golfclub in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevallen en tot op heden begroot op € 720,00,
5.3.
veroordeelt de golfclub, onder de voorwaarde dat zij niet binnen twee weken na aanschrijving door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 120,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de dag der voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6.
wijst het gevorderde af,
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.