ECLI:NL:RBLIM:2020:8977

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 november 2020
Publicatiedatum
17 november 2020
Zaaknummer
8773906 CV EXPL 20-4579
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van gezamenlijke hond en omgangsregeling in het kader van echtscheidingsprocedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 17 november 2020, vorderde de man, eiser in conventie, de afgifte van de gezamenlijke hond en het vaststellen van een omgangsregeling. De partijen zijn in een echtscheidingsprocedure verwikkeld en hebben samen een hond, die momenteel bij de vrouw, gedaagde in conventie, verblijft. De man stelde dat er een afspraak was gemaakt over de omgang met de hond, maar de vrouw betwistte dit en voerde aan dat de hond niet veilig is bij de man vanwege zijn gewelddadig gedrag en verslaving aan alcohol en drugs. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de gestelde omgangsregeling en dat het in kort geding niet mogelijk was om een dergelijke regeling vast te stellen zonder nader onderzoek. De vordering tot afgifte van de hond werd afgewezen, evenals de verzoeken van de man om persoonlijke zaken terug te krijgen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van het welzijn van de hond en de noodzaak van bewijs bij het vaststellen van afspraken tussen partijen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8773906 CV EXPL 20-4579
Vonnis van de kantonrechter in kort geding van 17 november 2020
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. R.G.P. Voragen,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde mr. J.M.E. van den Heuvel.
Partijen worden hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd.

1.De procedure

in conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding van 16 oktober 2020 met één productie,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met zeven producties,
  • het e-mailbericht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] houdende productie 2,
  • het e-mailbericht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] houdende productie 3,
  • de akte vermeerdering van eis in conventie tevens akte overlegging productie 4,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 27 oktober 2020 waar partijen hun standpunten hebben toegelicht en waarbij aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een pleitnotitie is overgelegd,
  • het e-mailbericht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • het e-mailbericht van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak op heden is gesteld.

2.De feiten

in conventie en in reconventie
2.1.
Tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is een echtscheidingsprocedure aanhangig. Partijen waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Tot afwikkeling van de vermogensrechtelijke gevolgen van de ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap is het tot dusver tussen partijen niet gekomen.
2.2.
Bij beschikking van deze rechtbank van 6 augustus 2020 is bij wege van voorlopige voorziening bepaald dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning ( [woonplaats 2] , [adres 1] ), met al hetgeen daartoe behoort en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de woning niet mag betreden zonder voorafgaande toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (productie 3 bij antwoord).
2.3.
Partijen hebben samen een dochter, [minderjarige] , die vanwege de thuissituatie uit huis is geplaatst.
2.4.
Partijen hebben in gezamenlijk eigendom een hond van elf jaar oud, genaamd [naam hond] . [naam hond] verblijft thans bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de echtelijke woning.

3.Het geschil

in conventie en in reconventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert in conventie en na vermeerdering van eis dat de kantonrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verplicht om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, de hond van partijen, genaamd [naam hond] , aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] af te geven en af te leveren bij de woning van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] staande en gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats 1] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hieraan niet voldoet, dan wel dit zelf te doen bewerkstelligen op kosten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , zo nodig met behulp van de sterke arm der wet,
een omgangsregeling met de hond, [naam hond] , vaststelt inhoudende dat [naam hond] achtereenvolgens drie dagen bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal verblijven, vervolgens drie dagen bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , vervolgens vier dagen bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en ten slotte vier dagen bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , dan wel een andere regeling die de kantonrechter juist voorkomt,
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verplicht om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, de persoonlijke zaken van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] af te geven, dan wel te laten afgeven bij de woning van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] staande en gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats 1] , waaronder in ieder geval, maar niet uitsluitend:
  • klerenkast gekregen van de moeder van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
  • toegezegde commode van [minderjarige] ,
  • nachtkastje met persoonlijke inhoud,
  • jeugdfoto’s,
  • tafel die bedoeld was voor het huis van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
  • visspullen,
  • kleding,
4. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt tot een bedrag aan buitengerechtelijke kosten
5. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente wanneer de proceskosten niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis zijn betaald, alsmede de nakosten, te vermeerderen met € 68,00 in geval van betekening van dit vonnis.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat partijen een afspraak hebben gemaakt over de hond waarbij de hond de helft van de tijd bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal zijn en de andere helft van de tijd bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] blijft in gebreke deze afspraak na te komen. Daarnaast stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] belang te hebben bij de ontvangst van enkele persoonlijke zaken. Deze zaken komen hem in alle redelijkheid toe.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer en betwist dat er met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] afspraken zijn gemaakt over de omgang tussen hem en [naam hond] . De door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] opgestelde overeenkomst (productie 4 bij antwoord) heeft zij niet ondertekend. Verder stelt zij dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gewelddadig gedrag vertoont en verslaafd is aan alcohol en drugs, waardoor hij zeer onvoorspelbaar is. Ook [naam hond] werd aan dat gedrag blootgesteld waardoor hij bang is voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [naam hond] is op leeftijd en is bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet veilig. Met betrekking tot het verzoek tot afgifte van persoonlijke spullen ontbreekt een spoedeisend belang. Bovendien heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] afstand gedaan van de inboedel (productie 6 bij antwoord) en is het gebruik van de echtelijke woning met al hetgeen daartoe behoort aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] toebedeeld. Tussen partijen dient eerst nog een verdeling plaats te vinden.
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert in reconventie dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt in de proceskosten. Zij stelt dat zij nodeloos en zonder enig te rechtvaardigen belang in rechte is betrokken. De verzoeken van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] horen thuis in de echtscheidingsprocedure waardoor zij thans nodeloos op kosten wordt gejaagd.
3.5.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Gelet op de onderlinge samenhang zullen de vorderingen in conventie en in reconventie hierna gezamenlijk worden behandeld.
4.2.
Het spoedeisend belang van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] blijkt uit de aard van de gevraagde voorziening. Er is namelijk sprake van gemeenschappelijk eigendom en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ontzegt het eigendom van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
4.3.
De hond - in vermogensrechtelijk opzicht een zaak - maakte deel uit van de gemeenschappelijke boedel. Omdat er nog geen verdeling heeft plaatsgevonden, is ook de hond onverdeeld gelaten. Aangezien [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het bestaan van een afspraak ter zake een omgangsregeling heeft betwist, alsmede de overeenkomst waarin die omgangsregeling is neergelegd niet heeft ondertekend, is niet aannemelijk geworden dat tussen partijen een omgangsregeling is overeengekomen. Derhalve kan ook geen nakoming gevorderd worden van een dergelijke regeling. De vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot afgifte van de hond zal reeds daarom worden afgewezen.
4.4.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert voorts dat de kantonrechter een omgangsregeling vaststelt. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat een omgangsregeling niet in het belang van de hond is gelet op de leeftijd, de behoefte aan specifieke zorg en de stress die een eventuele omgangsregeling met zich brengt. De kantonrechter acht het op zichzelf aannemelijk dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] belang heeft bij omgang met de hond. Hij is emotioneel gehecht aan het dier. Echter, of een omgangsregeling zoals door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] thans is voorgesteld ook in het belang is van de hond, kan de kantonrechter op grond van de thans beschikbare informatie niet beoordelen. Dat zou een nader onderzoek naar feiten en omstandigheden vergen, waarvoor in kort geding geen plaats is, en daarmee valt voor deze vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het doek, nog daargelaten de daaraan voorafgaande vraag of de kantonrechter (in kort geding) überhaupt een omgangsregeling zou kunnen vaststellen.
4.5.
Ter zake van de vordering tot afgifte van (persoonlijke) zaken heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij
e-mailbericht van 2 november 2020 aangegeven geen beslissing meer te behoeven. De kantonrechter beschouwt deze vordering dan ook als ingetrokken.
4.6.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten (in conventie en in reconventie) tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. De kantonrechter acht geen termen aanwezig [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in conventie in de proceskosten te veroordelen en wijst daarmee de (ten overvloede in reconventie ingestelde) vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] af.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie en in reconventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
compenseert de proceskosten, aldus dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en is in het openbaar uitgesproken.
RJ