Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met productie 1 tot en met 9;
- de brief van 2 november 2020 van Rabobank met daarbij productie 1 tot en met 15;
- de mondelinge behandeling van 4 november 2020, waarbij Rabobank haar pleitnota heeft overgelegd.
2.De feiten
3.Het geschil
- Rabobank te gebieden om de executie te schorsen, in die zin dat de openbare verkoop van de woning staande en gelegen te [plaatsnaam] , aan de [adres] geen doorgaan zal vinden, zulks onder verbeurte van een dwangsom vastgesteld op een bedrag van € 50.000,-- indien Rabobank in strijd met dit gebod mocht handelen;
- Rabobank te veroordelen om aan [eiser] ter beschikking te stellen de stukken waaruit de totale achterstand blijkt;
- Rabobank te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van de advocaat.
4.De beoordeling
Het is nog maar een klein bedrag en de lening loopt toch nog tot 2023, dus ik kan de achterstand voor die tijd nog wel inlopen. Mijn bedrijf heeft het nu harder nodig.".Het bedrag van de aflossing heeft hij in zijn bedrijf gestoken. Voor zover er vanuit zou moeten worden gegaan dat [eiser] met de Rabobank is overeengekomen dat de financiering niet zal worden opgezegd zolang de betalingsachterstand niet oploopt, hetgeen de Rabobank betwist, overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Door zonder toestemming van de Rabobank per 1 april 2020 zijn betalingsverplichtingen op leningnummer [bankrekeningnummer] niet te voldoen, heeft [eiser] niet voldaan aan de door hem gestelde afspraak dat de betalingsachterstand niet verder mocht oplopen. Het feit dat hij daarvóór mogelijk de bestaande achterstand iets had ingelopen, maakt niet dat [eiser] dit daarna zonder meer weer ongedaan zou kunnen maken door de betalingen te staken en de achterstand opnieuw te laten oplopen. Voorts wordt de stelling dat Covid-19 de oorzaak was dat [eiser] zich niet aan deze afspraak kon houden door de voorzieningenrechter verworpen. [eiser] heeft er immers bewust voor gekozen zijn bedrijf vóór te laten gaan en de gestelde afspraak met de Rabobank niet na te komen. Hoe invoelbaar deze overweging van [eiser] ook is, vast staat dat [eiser] de afspraak bewust niet is nagekomen. De opzegging van de financiering door de Rabobank is dan ook rechtmatig.
980,--