In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap ZIGGO B.V. en een consument. De eisende partij, ZIGGO B.V., vorderde betaling van een bedrag van € 479,41, bestaande uit onbetaalde abonnementskosten en afsluitkosten, te vermeerderen met rente en incassokosten. De consument had een overeenkomst van dienstverlening met ZIGGO B.V. gesloten op 5 augustus 2015, welke door ZIGGO B.V. op 28 januari 2016 was beëindigd wegens wanbetaling. De consument betwistte de vordering en de rechtmatigheid van de gevorderde afsluitkosten.
De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of het beding met betrekking tot de afsluitkosten in de algemene voorwaarden van ZIGGO B.V. als oneerlijk moest worden aangemerkt, conform de Richtlijn 93/13/EEG. De rechter oordeelde dat het beding, dat de consument verplichtte om afsluitkosten te betalen zonder dat deze kosten duidelijk waren gecommuniceerd, als een eenzijdig wijzigingsbeding moest worden beschouwd. Dit beding werd vernietigd, omdat het niet voldeed aan de eisen van transparantie en redelijkheid die aan dergelijke bedingen worden gesteld.
De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de afsluitkosten afgewezen, maar de vordering tot betaling van de abonnementskosten van € 411,88 werd toegewezen, evenals de buitengerechtelijke kosten van € 40,00. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij tot een totaal van € 282,85 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.