Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 600,00(2 punten x tarief € 300,00)
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Servatius en twee gedaagden, die beiden in persoon procedeerden. De eiser, Woningstichting Servatius, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 5.304,80. De maandelijkse huurprijs bedroeg € 596,73, en de gedaagden hadden zich aangemeld voor schuldhulpverlening, waarbij zij een beroep deden op betalingsonmacht. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de gedaagden in financiële problemen verkeerden, de betalingsonmacht in hun risicosfeer lag. De hoogte van de huurachterstand en de gevorderde wettelijke rente werden niet betwist, waardoor deze vorderingen konden worden toegewezen. De kantonrechter ontbond de huurovereenkomst en veroordeelde de gedaagden tot ontruiming van het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis. Daarnaast werden de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de maandelijkse huurprijs vanaf juni 2020, en de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.