Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt en Johanna Petronella Maria Verkoulens. De eisende partij, Stichting Woonpunt, heeft een vordering ingesteld wegens huurachterstand. De gedaagde partij, Verkoulens, heeft in haar antwoord op de dagvaarding de vordering niet betwist, maar verzocht om een termijn van een maand om de huurachterstand te voldoen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand na de dagvaarding is toegenomen en dat er geen inzicht is gegeven in de financiële positie van de gedaagde partij. Bovendien is de gedaagde niet verschenen bij de mondelinge behandeling. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek om een termijn afgewezen.
De kantonrechter heeft vervolgens de bestaande huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde partij veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld om een bedrag van € 4.415,15 aan huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens is de gedaagde partij verplicht om een vergoeding te betalen gelijk aan de huurprijs voor elke maand dat het gehuurde niet is ontruimd. De kosten van de procedure zijn begroot op € 1.081,96, die ook door de gedaagde partij moeten worden vergoed. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.