Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,en
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 105,03
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter op 18 november 2020, heeft de stichting Weller Wonen een vordering ingediend tegen twee gedaagden wegens huurachterstand. De procedure omvatte een dagvaarding, een antwoord van de gedaagden en een mondelinge behandeling op 12 november 2020. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet of onvoldoende wordt betwist door de gedaagden, wat heeft geleid tot toewijzing van de vordering.
De kantonrechter heeft de bestaande huurovereenkomst ontbonden en de gedaagden veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde ontruimen. Daarnaast zijn de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 3.000,29 aan huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens zijn de gedaagden verplicht om een vergoeding te betalen gelijk aan de huurprijs voor elke maand dat zij het gehuurde niet ontruimen.
De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 1.024,03, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R.H.J. Otto.