ECLI:NL:RBLIM:2020:9095

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 november 2020
Publicatiedatum
20 november 2020
Zaaknummer
8778550 \ CV EXPL 20-4619
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Meerssen, h.o.d.n. Wonen Meerssen, als eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een dagvaarding en een antwoord van de gedaagde, alsook op een mondelinge behandeling die op 12 november 2020 heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet wordt betwist door de gedaagde partij. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten de vordering toe te wijzen.

De kantonrechter heeft de bestaande huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde partij veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde ontruimen. Tevens is de gedaagde partij veroordeeld om een bedrag van € 2.335,24 aan huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde partij verplicht om een vergoeding te betalen gelijk aan de huurprijs voor elke maand dat het gehuurde niet is ontruimd, te rekenen vanaf 1 oktober 2020.

De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 961,96, en de gedaagde partij is veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8778550 \ CV EXPL 20-4619
Vonnis van de kantonrechter van 18 november 2020
in de zaak van:
de stichting WONINGSTICHTING MEERSSEN, h.o.d.n. WONEN MEERSSEN,
gevestigd te Meerssen,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord van gedaagde partij
- het proces-verbaal van de op 12 november gehouden mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Uit het antwoord van gedaagde partij is de kantonrechter gebleken dat de vordering van eisende partij niet wordt betwist. De vordering dient daarom te worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 102,96
  • griffierecht € 499,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 961,96

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres] ,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij, om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij voorts om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 2.335,24 (waarvan een bedrag van € 1976,50 aan huurachterstand tot en met september 2020 en een bedrag van € 358,74 inclusief BTW aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 10 september 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij te betalen een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 608,41 voor elke ingegane maand met ingang van 1 oktober 2020 tot en met de maand waarin gedaagde partij het gehuurde heeft ontruimd,
3.5.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 961,96,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.