Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 102,96
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Meerssen, h.o.d.n. Wonen Meerssen, als eisende partij, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een dagvaarding en een antwoord van de gedaagde, alsook op een mondelinge behandeling die op 12 november 2020 heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet wordt betwist door de gedaagde partij. Hierdoor heeft de kantonrechter besloten de vordering toe te wijzen.
De kantonrechter heeft de bestaande huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde partij veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis het gehuurde ontruimen. Tevens is de gedaagde partij veroordeeld om een bedrag van € 2.335,24 aan huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde partij verplicht om een vergoeding te betalen gelijk aan de huurprijs voor elke maand dat het gehuurde niet is ontruimd, te rekenen vanaf 1 oktober 2020.
De kosten van de procedure aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 961,96, en de gedaagde partij is veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.