Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering
4.De beoordeling
- dagvaarding € 87,99
- griffierecht € 499,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (hierna: eiseres) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid UWHORECAMAKELAAR B.V. (hierna: gedaagde). Eiseres had een incasso-opdracht van gedaagde ontvangen om een vordering op een derde te incasseren. Gedaagde had eerder een verklaring ondertekend waarin zij akkoord ging met de algemene voorwaarden van eiseres. Eiseres heeft geprobeerd de vordering te incasseren, maar na een aantal pogingen en zonder instructies van gedaagde, heeft zij het dossier gesloten en een einddeclaratie verzonden. Eiseres vorderde in rechte betaling van het openstaande bedrag van € 1.105,24, vermeerderd met rente.
Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelde dat er een No Cure No Pay-overeenkomst was gesloten, waardoor zij de vordering niet verschuldigd zou zijn. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat gedaagde niet voldoende had onderbouwd waarom de vordering niet verschuldigd was en dat eiseres recht had op betaling van de declaratie. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.