In deze zaak vordert de eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde D.W.J. van Leeuwen, dat de gedaagde partij, die in persoon procedeert, wordt veroordeeld tot terugbetaling van een waarborgsom van € 1.178,00, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres stelt dat de waarborgsom eind oktober 2019 opeisbaar is geworden en dat de gedaagde, ondanks herhaalde sommaties, deze niet heeft terugbetaald. De gedaagde voert als verweer aan dat de eiseres de verkeerde partij heeft gedagvaard, omdat de waarborgsom aan Living Maastricht C.V. is betaald en deze vennootschap de debiteur is. De kantonrechter oordeelt dat de huurovereenkomst uitsluitend tussen de eiseres en de gedaagde is gesloten, waarbij de gedaagde als verhuurder is aangemerkt. Living Maastricht C.V. fungeerde enkel als contactpersoon en is geen contractpartij. De kantonrechter concludeert dat de verplichting tot terugbetaling van de waarborgsom op de gedaagde rust, ondanks de betaling aan Living Maastricht C.V. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, de verschenen rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en in de proceskosten van de eiseres. Het vonnis is uitgesproken op 18 november 2020.