2.1.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft bij akte van 19 augustus 2020 haar eis gewijzigd, inhoudende dat zij haar eis als opgenomen onder r.o. 3.5. van het vonnis van 15 april 2020 vermeerderd, in dier voege dat de rechtbank bij vonnis [eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt op straffe van verbeurte van een dwangsom:
I.
hetzij: aan te tonen middels verificatoire bescheiden dat de bankrekening met rekeningnummer [rekeningnummer] al 2 jaar voor de peildatum was opgeheven;
hetzij:
- bankafschriften betreffende die rekening in het geding te brengen, waaruit kan worden afgeleid (1) de mutaties in de 2 jaar voorafgaand aan en het saldo op de peildatum en (2) een eventuele onttrekking in de zin van art. 1:87 BW of benadeling in de zin van artikel 1:164 BW;
- daarbij te voegen een schriftelijke verklaring van de betreffende bank, waarin deze bevestigt dat die stukken een juiste en compleet beeld geven van de mutaties en saldo.
II.
hetzij: aan te tonen middels verificatoire bescheiden dat:
- voor wat betreft de bankrekeningen met de nummers [rekeningnummer 1] , [rekeningnummer 2] , [rekeningnummer 3] en [rekeningnummer 4] alle gehouden bij de Rabobank), die bankrekeningen al
2 jaar voor de peildatum waren opgeheven;
- voor wat betreft de subsidie weiland [naam] , de subsidie voordien is vervallen of uitgekeerd;
hetzij: in het geding te brengen:
- voor wat betreft de bankrekeningen met de nummers [rekeningnummer 1] , [rekeningnummer 2] , [rekeningnummer 3] en [rekeningnummer 4] alle gehouden bij de Rabobank):
- bankafschriften betreffende die rekeningen in het geding te brengen, waaruit kan worden afgeleid (1) de mutaties in de 2 jaar voorafgaand aan en het sado op de peildatum en (2) een eventuele onttrekking in de zin van artikel 1:87 BW of benadeling in de zin van artikel 1:164 BW;
- een schriftelijke verklaring van de betreffende bank, waarin deze bevestigt dat die stukken een juiste en compleet beeld geven van die mutaties en saldo;
- voor wat betreft de subsidie weiland [naam] : een verklaring van de desbetreffende instantie met betrekking tot de omvang en het moment en de wijze van uitkering.