ECLI:NL:RBLIM:2020:9829

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 december 2020
Publicatiedatum
11 december 2020
Zaaknummer
8785267 \ CV EXPL 20-4685
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake wettelijke rente en kosten in consumentenzaken

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 9 december 2020, is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAMED B.V. uit Amersfoort de eisende partij. De gedaagde partij, die in persoon procedeerde, heeft een verzoek om uitstel ingediend maar heeft na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De procedure is gestart met een dagvaarding die aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv voldoet, waarin de eis en de gronden daarvan zijn vermeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij vermoedelijk een consument is en dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ambtshalve toegepast dienen te worden. Echter, de kantonrechter oordeelt dat er in deze zaak geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden.

De kantonrechter heeft de gevorderde wettelijke rente toegewezen tot de dag van voldoening, omdat de eisende partij geen einddatum voor de wettelijke rente heeft opgegeven. De overige vorderingen van de eisende partij zijn als onvoldoende betwist toegewezen. De gedaagde partij is veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 282,85. De beslissing van de kantonrechter omvat een veroordeling van de gedaagde partij om een bedrag van € 326,91 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 22 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8785267 \ CV EXPL 20-4685
Vonnis van de kantonrechter van 9 december 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FAMED B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eisende partij,
gemachtigde YARDS Deurwaardersdiensten BV,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
2.3.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.5.
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord.
2.6.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen tot de dag van voldoening, nu eisende partij heeft nagelaten een einddatum van de wettelijke rente aan te geven.
2.7.
De overige vordering van eisende partij staat als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.8.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 86,85
  • griffierecht € 124,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 282,85

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 326,91, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 282,40 vanaf 22 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 282,85, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC