Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 86,85
- griffierecht € 124,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 9 december 2020, is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FAMED B.V. uit Amersfoort de eisende partij. De gedaagde partij, die in persoon procedeerde, heeft een verzoek om uitstel ingediend maar heeft na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De procedure is gestart met een dagvaarding die aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv voldoet, waarin de eis en de gronden daarvan zijn vermeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij vermoedelijk een consument is en dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ambtshalve toegepast dienen te worden. Echter, de kantonrechter oordeelt dat er in deze zaak geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden.
De kantonrechter heeft de gevorderde wettelijke rente toegewezen tot de dag van voldoening, omdat de eisende partij geen einddatum voor de wettelijke rente heeft opgegeven. De overige vorderingen van de eisende partij zijn als onvoldoende betwist toegewezen. De gedaagde partij is veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 282,85. De beslissing van de kantonrechter omvat een veroordeling van de gedaagde partij om een bedrag van € 326,91 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 22 augustus 2020 tot de dag van volledige betaling. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is het meer of anders gevorderde afgewezen.