ECLI:NL:RBLIM:2021:1381
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van kosten door gemeente wegens afvalstoffenverordening
In deze zaak heeft de Gemeente Maastricht een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij wegens het aanbieden van afval in strijd met de Afvalstoffenverordening van de gemeente. De Gemeente stelt dat de gedaagde partij afval heeft achtergelaten naast een volle container, wat in strijd is met de geldende regels. De Gemeente heeft de kosten van het verwijderen van dit afval, ter hoogte van € 157,45, op de gedaagde partij willen verhalen. De gedaagde partij heeft echter aangevoerd dat hij de afvalzak naast de container heeft geplaatst omdat deze vol was en dat er meer afval naast de container stond.
De procedure omvatte een dagvaarding, een schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord, en een conclusie van repliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Gemeente niet voldoende heeft onderbouwd dat de gedaagde partij in strijd heeft gehandeld met de Afvalstoffenverordening. Er is geen specifiek artikel uit de verordening genoemd en er is geen overeenkomst tussen de Gemeente en de gedaagde partij aangetoond. Hierdoor kon de kantonrechter niet concluderen dat er sprake was van een toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen van de gedaagde partij.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de Gemeente afgewezen en de Gemeente veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, die zijn begroot op € 30,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.M. Drenth op 17 februari 2021.