ECLI:NL:RBLIM:2021:1441

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
19 februari 2021
Zaaknummer
8317519 CV EXPL 20-665
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een paard en de ontvankelijkheid van de eiser

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 10 februari 2021, staat de non-conformiteit van een paard centraal. Eiser, die zich in deze procedure als eiser in conventie en verweerder in reconventie presenteert, heeft een paard gekocht voor € 4.500,-. Na de aankoop blijkt het paard niet de verwachte eigenschappen te bezitten, wat leidt tot een geschil over de eigendom en de ontbinding van de koopovereenkomst. Eiser vordert onder andere terugbetaling van de koopprijs en schadevergoeding wegens de gebreken van het paard. De gedaagde in conventie, die zich als eiser in reconventie presenteert, betwist de eigendom van eiser en stelt dat deze niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vorderingen. De kantonrechter oordeelt dat niet in rechte kan worden vastgesteld dat eiser de eigenaar is van het paard, waardoor hij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vorderingen. De vorderingen in reconventie worden afgewezen, en de gedaagde in conventie wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijsvoering bij eigendomsgeschillen en de gevolgen van non-conformiteit in koopovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8317519 CV EXPL 20-665
Vonnis van de kantonrechter van 10 februari 2021
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonend te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. C.A.M.H. Vink, die zich heeft onttrokken,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding van 4 februari 2020 met 8 producties,
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met 6 producties,
  • de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie met producties 9 t/m 14,
  • de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie met producties 8 t/m 10,
  • de conclusie van dupliek in reconventie,
  • de brief van mr. C.A.M.H. Vink waarin hij zich onttrekt als gemachtigde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op of omstreeks 10 juni 2018 zijn [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] telefonisch de verkoop van het paard genaamd [naam paard] voor een koopprijs van € 4.500,- overeengekomen.
2.2.
Partijen hebben op 11 juni 2018 een bewijs van overdragen bezit ingevuld en ondertekend.
2.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft [naam paard] op 14 juni 2018 opgehaald bij de trainer in Düsseldorf (Duitsland).
2.4. (
De gemachtigde van) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft op 12 september 2019 en 2 oktober 2019 een brief aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verstuurd waarin hij schrijft de koopovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden, alsmede terugbetaling van de koopprijs en een schadevergoeding te vorderen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad
I.
primair
- voor recht verklaart dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is ontbonden op 12 september 2019, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot terubetaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de koopsom van € 4.500,-, alsmede gelijktijdige terugname van het renpaard binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 12 september 2019 tot aan de dag van volledige voldoening,
subsidiair
- de koopovereenkomst ontbindt, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot terugbetaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de koopsom van € 4.500,-, alsmede gelijktidige terugname van het renpaard binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening,
tertiair
- voor recht verklaart dat de koopovereenkomst is vernietigd op 12 september 2019, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot terugbetaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de koopsom van € 4.500,-, alsmede gelijktijdige terugname van het renpaard binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 12 september 2019 tot aan de dag van volledige voldoening,
meer tertiair
- de koopovereenkomst vernietigt, met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot terugbetaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de koopsom van € 4.500,-, alsmede gelijktijdige terugname van het renpaard binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening,
nog meer tertiair
- de overeenkomst partieel ontbindt met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren, te betalen door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis,
II. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten titel van schadevergoeding wegens toerekenbaar tekortkomen het bedrag van € 17.817,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening, alsmede stallingskosten van € 300,- per maand vanaf februari 2020 tot aan de dag van het ophalen van het renpaard, alsmede de overige kosten die eiser vanaf 15 januari 2020 ten behoeve van het renpaard heeft gemaakt,
III. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] van de buitengerechtelijke kosten van € 1.224,75,
IV. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de proceskosten.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen gezond en geschikt renpaard heeft geleverd. Bij [naam paard] werd kort na haar aankoop de ziekte van Lyme geconstateerd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verwijst naar een op 15 juni 2018 uitgevoerde bloedtest (productie 3 dagvaarding en productie 12 bij repliek in conventie). In de periode 6 januari 2019 tot en met 8 september 2019 werd [naam paard] in training geplaatst. Ondertussen stond zij onder controle van de dierenarts en werden röntgenfoto’s gemaakt. De Duitse dierenarts heeft toen geconstateerd dat sprake was van een ernstige slijtage aan de beide voorbenen, veroorzaakt door vroegere overtraining. De training werd per direct stopgezet en [naam paard] werd op rust geplaatst. Derhalve is sprake van non-conformiteit in de zin van art. 7:17 lid 2 BW nu [naam paard] niet de eigenschappen bezit die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] redelijkerwijs mocht verwachten. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft daarom de koopovereenkomst ontbonden (productie 4 en 5 dagvaarding), dan wel dient deze vernietigd te worden op grond van dwaling (art. 6:228 lid 1, sub a en b BW). [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dient [naam paard] terug te geven, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient haar terug te nemen en de koopprijs aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] terug te betalen. Daarnaast heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] schade geleden als gevolg van de gebreken van [naam paard] . De schade ziet op kosten gemaakt in de periode van 10 juni 2018 tot en met 31 januari 2020, namelijk stallingskosten, kosten voor hoefsmid, reiskosten, dierenartsonderzoeken, export, wormkuren, entingen en de tandarts (productie 3 dagvaarding). Omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onrechtmatig jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gehandeld, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden deze schade, begroot op een bedrag van € 17.817,50, aan hem te vergoeden.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.
in (voorwaardelijke) reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert in reconventie voorwaardelijk, dat wil zeggen voor zover de kantonrechter daar in reconventie niet reeds toe is overgegaan, dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
- de handelswijze van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aanmerkt als een onrechtmatige daad jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , waardoor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schade heeft geleden,
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt tot het vergoeding van de schade die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geleden is van € 5.000,- exclusief btw, dan wel een ander bedrag door de kantonrechter in goede justitie vast te stellen,
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt in de proceskosten.
3.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ontvankelijk?
4.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft allereerst gemotiveerd betwist dat hij [naam paard] formeel heeft verkocht aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daarom geen eigenaar is (geworden) van [naam paard] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn vorderingen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Ter onderbouwing van zijn standpunten verwijst [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] naar het formulier “Besitzwechsel Anzeige für Verkäufe” (productie 2 bij dagvaarding) waarop als verkoper “ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ” staat vermeld en als koper “ [naam koper] ”. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt eveneens in de inleidende dagvaarding dat dit formulier dient als bewijs van het overdragen van het bezit van [naam paard] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt verder ook een uittreksel uit het Handelsregister over ter zake van een eenmanszaak handelend onder (onder meer) de naam “ [naam koper] ”, van welke onderneming de heer [naam eigenaar] (hierna: [naam eigenaar] ) enig eigenaar is.
4.2.
In reactie op het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , stelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat de naam “ [naam koper] ” slechts een fictieve naam is, niet zijnde een bedrijf, welke naam is gebruikt om bij het Direktorium für Vollblutzucht und Rennen e.V. te Keulen (hierna: het Direktorium) een deknaam en renkleuren aan te vragen. [naam eigenaar] is mede-geregistreerde van [naam paard] op die fictieve naam, aldus [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
Deze stelling valt evenwel niet te rijmen met een door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde brief van 10 februari 2020 afkomstig van [naam eigenaar] (productie 2 bij antwoord in conventie). In die brief stelt [naam eigenaar] namelijk in niet mis te verstane woorden dat in het paspoort van [naam paard] de “ [naam koper] ” als eigenaar staat beschreven en dat die naam aan hem toebehoort, zoals ook is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel. Ook spreekt [naam eigenaar] in zijn brief meerdere malen van “mijn paard”. Naar het oordeel van de kantonrechter kunnen derhalve terecht vraagtekens worden geplaatst bij het standpunt van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat hij door koop (enig) eigenaar is geworden van [naam paard] . Weliswaar heeft hij meerdere facturen overgelegd die zien op de behandeling van het paard die op zijn naam staan, maar dat is niet doorslaggevend voor de vraag aan wie [naam paard] verkocht is. Bovendien staat op meerdere facturen ook ‘ [naam koper] ’ genoemd.
4.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] verwijst wel nog naar de stukken die hij heeft overgelegd als producties 9 en 10 bij repliek in conventie. Uit die stukken valt echter niet af te leiden dat hij [naam paard] voor zichzelf heeft gekocht en/of (enig) eigenaar is van [naam paard] . In een email van 12 juni 2018 (productie 9) schrijft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat hij net uit Düsseldorf is aangekomen met [naam paard] en dat hij 19 juni naar Frau [naam 1] gaat. Dit zegt niets over de eigendom. Productie 10 betreft een “ANTRAG FÜR DECKNAMEN / TEILHABERSCHAFTEN” waarop bij “Namen und Adressen sämtlicher Teilhaber” zowel de naam en adresgegevens van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als [naam eigenaar] staan en waar onder 5.) “Namen der Pferde, die under dem Decknamen bzw. der Teilhaberschaft laufen” staat “ [naam 2] – [naam paard] – [naam 3] (3)”. Ook hieruit blijkt derhalve niet dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [naam paard] heeft gekocht en/of (enig) eigenaar is van [naam paard] .
4.4.
Gelet op al het vorenstaande kan niet in rechte worden vastgesteld dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [naam paard] voor zichzelf heeft gekocht en/of (enig) eigenaar is van [naam paard] . Hij heeft ook geen bewijs aangeboden van deze stellingen, reden waarom de kantonrechter [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vorderingen.
4.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal worden veroordeeld in de proceskosten, die worden gesteld op nihil nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in persoon procedeert en zich niet naar de rechtbank heeft hoeven begeven.
in (voorwaardelijke) reconventie
4.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat hij gedwongen was zich in rechte te verweren tegen een onterechte en verzonnen vordering en het daarom redelijk is dat hij zijn volledige en daadwerkelijke kosten vergoed krijgt, voor zover de kantonrechter daar in conventie niet reeds toe is overgegaan nadat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vordering. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft onrechtmatig jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehandeld door hem op gefingeerde gronden in rechte te betrekken, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.7.
Vergoeding van alle daadwerkelijk gemaakte proceskosten kan alleen maar aan de orde zijn bij ‘buitengewone omstandigheden’, waarbij dient te worden gedacht aan misbruik van procesrecht en/of onrechtmatige daad. Hiervan is sprake indien diegene die in het ongelijk wordt gesteld de andere partij zonder enige noodzaak of redelijk belang tot procederen heeft gedwongen. Dat daarvan in dit geval sprake is, is niet komen vast te staan. Hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daartoe heeft aangevoerd, is onvoldoende om tot die conclusie te komen. De vordering in reconventie zal daarom worden afgewezen.
4.8.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure in reconventie, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevallen en tot vandaag begroot op € 498,- (0,5 x 2 punten x tarief € 498,-), waarbij de helft van het aantal punten is toegekend omdat de reconventionele vordering voortvloeit uit het verweer in conventie.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
verklaart [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen,
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevallen en tot vandaag begroot op nihil,
in reconventie
5.3.
wijst de vorderingen af,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gevallen en tot vandaag begroot op € 498,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
RJ