ECLI:NL:RBLIM:2021:1975

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 maart 2021
Publicatiedatum
5 maart 2021
Zaaknummer
7865335 CV EXPL 19-4464
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over de betaling van loon na verbouwingswerkzaamheden en de geldigheid van een minnelijke regeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 3 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap (eiseres in conventie) en een particulier (eiser in conventie) over de betaling van loon na verbouwingswerkzaamheden. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 1.311,20, dat volgens haar nog openstond na de uitvoering van de werkzaamheden. De eiser in conventie betwistte de verschuldigdheid van dit bedrag en voerde aan dat er nog herstelwerkzaamheden moesten worden uitgevoerd, zoals vermeld in een opleverrapport van 13 juni 2018.

De procedure begon met een dagvaarding op 13 juni 2019, gevolgd door verschillende conclusies en een comparitie van partijen. Tijdens de comparitie werd geprobeerd om tot een minnelijke regeling te komen, maar dit leidde niet tot een oplossing. De eiseres stelde dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd zoals afgesproken en dat er geen reden was om het overeengekomen loon niet te betalen. De eiser in conventie voerde aan dat er gebreken waren en dat de werkzaamheden niet naar behoren waren uitgevoerd.

De kantonrechter oordeelde dat de afspraak die op 6 juli 2018 was gemaakt, een minnelijke regeling betrof die de oorspronkelijke aanneemovereenkomst afwikkelde. De rechter concludeerde dat de eiser in conventie zich niet kon beroepen op vermeende gebreken, omdat hij de overeenkomst had aanvaard. De vordering van de eiseres werd toegewezen, en de eiser in conventie werd veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag en de proceskosten. De vordering in reconventie van de eiser in conventie werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 7865335 CV EXPL 19-4464
Vonnis van de kantonrechter van 3 maart 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde mr. R.G.P. Voragen,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

en
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
beiden wonend in [woonplaats] aan de [adres] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. W.J.F. Geertsen.
Partijen worden hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en (in enkelvoud) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 13 juni 2019;
  • de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie
  • de conclusie van antwoord in reconventie, tevens eisvermeerdering in conventie
  • de rolbeslissing waarbij een comparitie van partijen is gelast
  • het proces-verbaal van de comparitie van 12 december 2019, waarbij de zaak is verwezen naar de rol van 18 december 2019 voor opgave verhinderdata ten behoeve van voortzetting van de comparitie om een regeling te beproeven
  • de rolbeslissing van 6 mei 2020 waarbij in verband met de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus is besloten van een nadere mondelinge behandeling wordt af te zien en waarbij de zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een conclusie van repliek in conventie
  • de conclusie van repliek in conventie
  • de conclusie van dupliek in conventie
  • de conclusie van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 2018 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] opdracht gegeven tot een verbouwing van zijn woning. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft daartoe een begroting opgesteld (productie 1 bij antwoord in conventie) ad € 25.778,07.
2.2.
Op 13 juni 2018 is een opleverrapport opgesteld (productie 2 bij antwoord in conventie) waar nog tien punten in genoemd zijn die nog verbeterd dan wel hersteld dienden te worden.
2.3.
Vervolgens hebben partijen discussie gevoerd over (deel)betalingen van facturen en over herstelposten en daar via e-mail als volgt over gecorrespondeerd:
1 juli 2018 te 11:55 uur e-mail van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] :

Zoals telefonisch besproken maken wij u het afgesproken laatste termijnbedrag over van €7.733,40, waarvan €7.000 per direct en €733,40 nadat restant werkzaamheden (oa. WC en kitten) naar tevredenheid zijn uitgevoerd. Het resterende bedrag van de originele offerte (€3200) vervalt ivm coulance regeling.
(…)
4 juli 2018 te 23:13 uur e-mail [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] :
“(…) Werkzaamheden zijn door ons correct uitgevoerd.
De argumenten die jij aanvoert, dat deze niet goed zijn uitgevoerd, is nergens op gebaseerd en hierin ga/kan ik je niet tegemoetkomen.
Ook de stukadoor heeft zijn werkzaamheden correct uitgevoerd. De vloer was geheel afgedekt met protectiekarton, deze is door de stucadoor verwijderd, de plekjes die van Knauf zijn achtergebleven. De Knauf kan niet in de voegen zijn getrokken, deze is al een week uitgehard. Vervolgens is het logisch dat de klant deze vloer verder dweilt, voordat jullie gaan opruimen.
Bovenstaande wordt nog eens bevestigd door de tegelzetter en zijn leverancier, die dit tegelwerk hebben beoordeeld.
Het stucwerk is binnen alle normen uitgevoerd. Jullie hebben er voor gekozen om het schilderwerk zelf uit te voeren.
Wat mij ten zeerste heeft geraakt, dat jij wist dat de wc niet volgens jouw smaak werd uitgevoerd en dit bewust hebt laten doorgaan, dit brengt hoge kosten met zich mee, die niet gemaakt hadden hoeven worden. Deze kosten worden dan ook in rekening gebracht. (…)
Conform afspraak; Vraag ik je per direct zorg dragen voor resterende betalingen;
° Restant € 733,40 van derde termijn
° Eindtermijn van € 2.577,80
° Meerwerk conform specificatie € 4.457,40
Dit is in totaal € 7.768,60 dit kan overgemaakt worden op het bankrekening nummer waar je de eerste betalingen hebt gedaan.(…) Na ontvangst van betaling, kunnen we het werk afronden. (…)
6 juli 2018 te 10:30 uur e-mail van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] :
“(…) Dat de werkzaamheden correct zijn uitgevoerd zijn wij het niet mee eens en hebben hier ook bewijzen voor (toiletblok aan de professionals overgelaten, dus dat heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] wel losgelaten. Voegen wit uitgeslagen. Terwijl de voeg 1 dag oud was afgedekt door jullie; dus niet 1 week zoals [naam] eerder benoemt)
Nogmaals zoals gisteren besproken:
We willen tot een oplossing komen en de zaken die nog gebeuren moeten tot een goed einde laten brengen.
Werkzaamheden en betaling:
Genoemde onderdelen moeten nog afgemaakt worden:
  • tegelwerk inbouwreservoir met planchet leveren en monteren
  • Afmonteren santair toilet
  • Plaatsen van fontein op toilet
  • Kitten toilet en fonteintje
  • Kitten tegelwand toilet.
  • Kitten overgang vloeren/plinten gehele onderverdieping
  • kitten vensterbanken,
  • kitten dorpel tuindeuren (delitatievoeg en kit op de dorpel)
  • Insectenhor leveren en monteren aan de achterpui
  • In de eerder genoemde signaleringslijst staan ook nog twee punten: cementsluier verwijderen en doorvoer buis afzuigkap afwerken. Over deze 2 punten willen wij niet moeilijk doen.
De bedragen zijn dan:
• €733,40: restant factuurbedrag
• €2.577,80: restant factuur nog te sturen
• €1000,- restbedrag meerwerk
Totaal €4.311,20
Dit bedrag zal overgemaakt worden, zodra werkzaamheden naar tevredenheid zijn uitgevoerd.
Onze mondelinge besproken kwestie blijft van kracht:
Gaan beiden akkoord met genoemde mondelingen afspraken, dan wordt dit op papier gezet en ondertekenen beide partijen en wordt het restbedrag van de offerte betaald direct bij oplevering.
Bovenstaande is ons voorstel.
Mocht [naam] hier niet mee akkoord gaan kan hij het project stopzetten.
Dat is ook een optie en dan laten wij het laatste stuk door iemand anders afmaken.
(…)
6 juli 2018 te 13:12 uur e-mail van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]:
“(…) Ik heb begrepen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] je toch al €3.000,- heeft overgemaakt.
We geven je een kans om het tot een goed einde te brengen.
Voor ons gaat het om het nakomen van afspraken.
Wij hebben een zakelijke overeenkomst, daar blijft mijn schoonmoeder buiten.
Wat ik wil vragen is het volgende:
Graag wil ik dat je de volgende zaken via mail bevestigt:
Fam. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft op 6 juli ’18 het laatste termijnbedrag betaald.
Firma [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal na onze vakantie (na 26 juli) de werkzaamheden hervatten, afspraken staan in mail van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ! (Vanochtend verstuurd).
Na oplevering zal er nog een bedrag van €1.311,20 overgemaakt worden.
Vandaag verwacht ik een bevestiging op deze mail, ik wens nl. niet nog een keer voor verrassingen komen te staan.
(…)
Graag wil ik dat je ook al een datum inplant voor het tegelen van het toilet, vanaf 27 juli is dit mogelijk!
(…)
6 juli 2018 te 13:31 uur e-mail van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie]:
“(…) Ik ga het inplannen.
I.v.m. bouwvak vakantie kan er pas na 6 augustus gestart worden. Aangezien we het niet tijdens jullie afwezigheid mogen maken.
De financiële afspraak zoals jij hier beneden schrijft klopt.
Restant betalen na dat wij werkzaamheden hebben afgerond. € 1.311,20
(…)
6 juli 2018 te 14:55 uur e-mail van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]:
“(…) Helder!
Dank voor antwoord.
Dan wacht ik op je planning.
(…)
2.4.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de werkzaamheden zoals genoemd door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in zijn e-mail van
6 juli 2018 uitgevoerd.
2.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft door [naam bouwkundige] een bouwkundige inspectie laten uitvoeren ten aanzien van drie aspecten:
  • scheuren in een muur
  • voegwerk bij tegels
  • cementsluier.
2.6.
[naam bouwkundige] heeft op 22 augustus 2019 een rapport opgesteld waarin zij de herstelkosten van genoemde drie punten op € 3.225,00 incl. btw beraamt.

3.De vorderingen en het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert - na eisvermeerdering - de veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] c.s. tot betaling van primair:
€ 1.311,20
de buitengerechtelijke kosten
de proceskosten
en subsidiair:
€ 3.200,00
de buitengerechtelijke kosten
de proceskosten.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] beroept zich primair op de op 6 juli 2018 gemaakte afspraak, inhoudend dat de in de e-mail van die datum genoemde werkzaamheden nog zouden worden verricht tegen een bedrag van € 4.311,20, en dat daarvan slechts € 3.000,00 is betaald, terwijl de genoemde werkzaamheden zijn verricht als overeengekomen. Met die afspraak waren de nog overgebleven discussiepunten ten aanzien van de oorspronkelijke aanneemovereenkomst geschikt.
Voor het geval geoordeeld zou worden dat die afspraak niet is gemaakt dan wel niet te gelden heeft als een regeling ten aanzien van de oorspronkelijke aanneemovereenkomst, is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op grond van die oorspronkelijke aanneemovereenkomst nog € 3.200,00 verschuldigd aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
3.3.
Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn drie punten die in het opleverrapport van 13 juni 2018 waren opgenomen niet hersteld.
in reconventie
3.4.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert de veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling van:
  • € 1.913,80 incl. btw als vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 november 2018
  • € 1.257,19 incl. btw als vergoeding voor gemaakte kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid (art. 6:96 lid 2 onder b BW), meers specifiek de kosten van het deskundigenrapport van [naam bouwkundige] d.d. 22 augustus 2019
  • de proceskosten.
3.5.
Het bedrag van € 1.913,80 is als volgt opgebouwd:
€ 3.225,00 schadebedrag, kosten van herstel van gebreken zoals berekend door [naam bouwkundige]
€ 1.311,20 - in mindering te brengen bedrag dat nog openstaat op grond van de gemaakte nadere afspraak op 6 juli 2018.
========
€ 1.913,80.
3.6.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna voor zover nodig zal
worden ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
De verschuldigdheid van het bedrag van € 1.311,20 is door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op
zichzelf niet betwist. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] erkent dat zelfs zodat dat in zoverre in deze procedure tussen partijen vaststaat.
4.2.
Ter discussie staat dan nog slechts de validiteit van het beroep van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op verrekening van de vermeende schadeposten waarover [naam bouwkundige] om advies was gevraagd. Naar het oordeel van de kantonrechter kan dat beroep niet slagen.
Uit de onder 2.3. aangehaalde correspondentie tussen partijen blijkt genoegzaam dat de afspraak die partijen - nota bene op voorstel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] - toen gemaakt hebben, een overeenkomst betrof die als een minnelijke regeling ter afwikkeling van de oorspronkelijke aanneemovereenkomst te gelden heeft. Met name (de formulering van) het in de e-mail van
6 juli 2018 van 10:30 uur door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gedane voorstel kan wat dat betreft niet anders worden uitgelegd. Dat voorstel is duidelijk en zonder enig voorbehoud (anders dan dat de in die e-mail genoemde werkzaamheden naar tevredenheid zijn uitgevoerd, hetgeen onweersproken ook is gebeurd) gedaan en is door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aanvaard. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kon zich er daarom daarna niet meer op beroepen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] nog andere (herstel)-werkzaamheden diende uit te voeren dan de werkzaamheden zoals genoemd in dat e-mailbericht.
4.3.
Nu het beroep op verrekening niet slaagt, zal de primair gevorderde hoofdsom worden toegewezen.
4.4.
De gevorderde betaling van buitengerechtelijke kosten (bedoeld zal zijn: een vergoeding van buitengerechtelijke kosten) is niet toewijsbaar nu [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzuimt om die post ook maar enigszins van een feitelijke onderbouwing te voorzien (de post komt in het petitum uit de lucht vallen) en zelfs een bedrag wordt door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet genoemd. Dat is ontoereikend om een vordering in dat kader toe te kunnen wijzen.
4.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.135,53, bestaande uit € 561,00 aan salaris gemachtigde, € 486,00 aan griffierecht en
€ 88,53 aan explootkosten.
in reconventie
4.6.
Gelet op de overwegingen in conventie zal de vordering in reconventie worden afgewezen.
4.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. In de onderlinge verwevenheid met de vordering in conventie, ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te beperken tot één salarispunt, in dit geval
€ 218,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] € 1.311,20 te betalen;
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.135,53;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.5.
wijst de vordering af;
5.6.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot de datum van dit vonnis begroot op € 218,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en is in het openbaar uitgesproken.
RK