ECLI:NL:RBLIM:2021:1982

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 maart 2021
Publicatiedatum
5 maart 2021
Zaaknummer
8686670 CV EXPL 20-3730
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van een TV-abonnement en geschil over onbetaalde facturen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 3 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Ziggo B.V. en een gedaagde die in verzet is gegaan tegen een eerder verstekvonnis. De gedaagde had een Kabel-TV abonnement bij Ziggo, maar heeft dit abonnement op 22 juni 2018 opgezegd. Ziggo heeft echter een verstekvonnis verkregen waarin de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van onbetaalde abonnementskosten en bijkomende kosten. De gedaagde heeft verzet aangetekend tegen dit vonnis, stellende dat zij binnen de bedenktijd van veertien dagen het abonnement heeft opgezegd en dat Ziggo onterecht de kosten heeft gevorderd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verstekvonnis niet op de juiste wijze was betekend, waardoor de termijn voor verzet niet was aangevangen. De rechter heeft ook geoordeeld dat de gedaagde voldoende bewijs heeft geleverd dat zij het abonnement tijdig heeft opgezegd. Ziggo heeft niet adequaat gereageerd op het verweer van de gedaagde en heeft niet aangetoond dat de opzegging niet heeft plaatsgevonden. Hierdoor heeft de kantonrechter het verstekvonnis vernietigd en Ziggo veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Ziggo niet alleen de oorspronkelijke vordering heeft verloren, maar ook de kosten van de procedure moet vergoeden aan de gedaagde. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 8686670 CV EXPL 20-3730
Vonnis van de kantonrechter van 3 maart 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZIGGO B.V.,
gevestigd in Utrecht,
eiseres, gedaagde in verzet,
gemachtigde LAVG Groningen.
tegen
[gedaagde, eiseres in verzet],
wonend in [woonplaats] op een geheim adres,
gedaagde, eiseres in verzet,
gemachtigde mr. R.P.H. Sangers
Partijen zullen hierna [gedaagde, eiseres in verzet] en Ziggo genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
[gedaagde, eiseres in verzet] heeft bij exploot van dagvaarding d.d. 23 juli 2020 verzet ingesteld tegen een op vordering van Ziggo door de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, gewezen verstekvonnis van 22 januari 2020 met registratienummer 8246272 CV EXPL 20-37 en zij heeft alsnog verweer gevoerd.
1.2.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de conclusie van antwoord in oppositie
  • de conclusie van repliek in oppositie.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde, eiseres in verzet] had een “Kabel-TV” abonnement bij Ziggo waarvoor zij € 18,70 per maand verschuldigd was.
2.2.
Op 22 juni 2018 heeft [gedaagde, eiseres in verzet] in een ‘Ziggo shop-in-shop’ in de Mediamarkt in Maastricht een “TV-start” abonnement gesloten, waarbij een nieuwe mediabox behoorde, tegen een bedrag van € 29,65 per maand.
2.3.
Bij brief van 15 november 2018 heeft Ziggo aan [gedaagde, eiseres in verzet] onder meer het navolgende medegedeeld:

Geachte mevrouw, meneer [gedaagde, eiseres in verzet] ,
Wij hebben uw verzoek tot beëindiging van de volgende Ziggo dienst(en) verwerkt:
Na meerdere herinneringen is de factuur van uw abonnement niet betaald. Jammer genoeg moete we uw Ziggo abonnement nu afsluiten. Wij hebben daarom het volgende per direct beëindigd:
Overzicht beëindigde diensten
Dienst einddatum afkoop resterende contractstermijn
Ziggo Digitale Televisie 15-11-2018 Nee
Digitale Kabel TV 15-11-2018 Nee
(…)
Daarbij is tevens aan [gedaagde, eiseres in verzet] te kennen gegeven dat de vordering uit handen is gegeven aan een incassogemachtigde en dat aan [gedaagde, eiseres in verzet] een retourdoos zal worden gezonden ten behoeve van het retourneren van de mediabox.
2.4.
[gedaagde, eiseres in verzet] heeft de vordering buiten rechte betwist. Bij brief van 11 april 2019 heeft de incassogemachtigde van Ziggo onder meer het navolgende aan [gedaagde, eiseres in verzet] medegedeeld:

Geachte heer/mevrouw,
Ik begrijp dat u het niet eens bent met de vordering. Onderstaand bericht hebben wij vanuit onze opdrachtgever mogen ontvangen.
‘Klant heeft 14 dagen bedenktijd gehad voor de opzegging en of de annulering van het abonnement. De besteldatum van de extra diensten is d.d. 22 juni 2018 geweest. Pas op 15 november 2018 zien wij een opzegging in het systeem van de digitale diensten. Ziggo heeft correct gefactureerd.(…)

3.De vordering en het geschil

3.1.
Bij voormeld verstekvonnis is [gedaagde, eiseres in verzet] veroordeeld om aan Ziggo
€ 207,60 betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 164,12 vanaf 26 november 2019 tot aan de dag van voldoening, alsmede tot betaling van de proceskosten.
Het bedrag van € 207,60 is als volgt opgebouwd:
€ 112,79 onbetaald gelaten abonnementskosten
€ 51,33 boete wegens het niet retourneren van een mediabox
€ 3,48 tot 26 november 2019 vervallen wettelijke rente
€ 40,00 vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
3.2.
[gedaagde, eiseres in verzet] vordert thans - kort gezegd - om van deze veroordeling te worden ontheven, met veroordeling van Ziggo tot betaling van de kosten van deze procedure.
3.3.
[gedaagde, eiseres in verzet] voert aan dat zij het “TV Start” abonnement heeft gesloten bij [manager] , manager van de Ziggo shop-in-shop in de Mediamarkt in Maastricht, maar dat zij die overeenkomst eind juni 2018 en derhalve ‘binnen de bedenktijd van veertien dagen’ heeft opgezegd bij diezelfde medewerker. De heer [manager] maakte de wijziging van haar abonnement in een “TV start” abonnement ongedaan en deelde [gedaagde, eiseres in verzet] mede dat ze zich geen zorgen hoefde te maken en dat het allemaal was geregeld.
[gedaagde, eiseres in verzet] betwist voorts dat zij een mediabox heeft ontvangen en dus ook dat zij een dergelijke mediabox ooit in gebruik heeft genomen. Tevens betwist zij facturen te hebben ontvangen ter zake van het “TV start” abonnement.
3.4.
Ter onderbouwing van de opzegging eind juni 2018 verwijst [gedaagde, eiseres in verzet] naar een Contactformulier (productie 3 bij verzet-exploot) dat volgens haar afkomstig is van genoemde [manager] en kennelijk gericht aan de incassogemachtigde van Ziggo. Dat bericht luidt als volgt:

Goedemorgen, Ik heb even een vraag voor een klant van ons, en zou graag advies hierover willen horen wat te doen. Klant is meedere malen in onze winkel geweest en het is goed fout gegaan bij deze klant. In juni heeft de klant een switch gemaakt van kabel tv (18,70) naar tv start (26,95). Klant zag hier bij nader inzien toch vanaf, toendertijd het advies aan de klant gegeven het pakket te weigeren zodat het vooralsnog geannuleerd ging worden en klant terug ging naar de oude situatie zonder extra abbonementskosten Klant kreeg alsnog dubbele abbonementskosten + de humax in rekening en wilde dit dan ook niet betalen i.p.v. de 18,70 die gebruikelijk was en heeft dit ook aan ons doorgegeven. Ik heb toen contact opgenomen met de administratieve afdeling van Ziggo utrecht en zij hebben mij bevestigd dat dit bedrag niet voldaan hoefde te worden en dat dit vergoed zou worden. Klant staat opeens een periode later naast mij met een afgesloten abbonement en flinke incasso kosten terwijl dit volledig onterecht is. Klant heeft een advocaat in handen genomen en bewijsstukken waarin duidelijk is dat ziggo hierin een fout heeft gemaakt, ook heeft zij bewijs van postnl dat het pakket nooit afgeleverd is geworden. Wat kan deze klant nu het beste doen om dit recht te laten zetten? Met vriendelijke groet,
[manager] Manager Ziggo shop-in-shop regio Limburg
3.5.
Volgens Ziggo is het verzet niet tijdig ingesteld. Bovendien betwist Ziggo dat zij op enige wijze bericht heeft ontvangen van [manager] of een andere werknemer betreffende een annulering of herroeping van [gedaagde, eiseres in verzet] binnen de veertiendagentermijn. Uit het ‘Contactformulier’ blijkt niet dat het afkomstig is van een medewerker van Ziggo nu eenieder de vermelding @vodafoneziggo.com daarop kan plaatsen, aldus Ziggo.

4.De beoordeling

4.1.
Ten aanzien van de tijdigheid wordt als volgt geoordeeld. Vaststaat dat het verstekvonnis niet in persoon is betekend zodat die betekening de termijn ex art. 143 lid 2 Rv niet heeft doen aanvangen. Volgens [gedaagde, eiseres in verzet] heeft zij het verstekvonnis en de dagvaarding (het oorspronkelijke exploot) op 24 juni 2020 in twee gesloten enveloppes in haar brievenbus aangetroffen en heeft zij beide enveloppes die dag naar haar gemachtigde gebracht. Pas twee dagen later, op 26 juni 2020, heeft haar gemachtigde de inhoud van het verstekvonnis met haar besproken. Van een eerdere daad waaruit noodzakelijkerwijze bekendheid met het verstekvonnis voortvloeit is niet gebleken. De enkele ontvangst van het verstekvonnis is daartoe - volgens bestendige jurisprudentie ter zake - onvoldoende. De termijn om verzet te doen is daarom aangevangen op 26 juni 2018 zodat het verzet op 23 juli 2020 tijdig is gedaan.
4.2.
Dat, zoals [gedaagde, eiseres in verzet] stelt, sprake was van een bedenktijd van veertien dagen, waarbij zij dan kennelijk een beroep doet op het bepaalde in art. 6:230o BW, is door Ziggo niet betwist (en uit de in het geding gebrachte correspondentie blijkt dat Ziggo er zelf ook van uitgaat dat die bedenktermijn van toepassing was), zodat dit in deze procedure tussen partijen vaststaat.
4.3.
Gelet op het gemotiveerde en concrete verweer van [gedaagde, eiseres in verzet] , inhoudende dat zij binnen de bedenktijd heeft opgezegd (bedoeld zal zijn: ontbonden ex art. 6:230o BW) op de wijze zoals door haar gesteld, had het alleszins op de weg van Ziggo gelegen om veel specifieker op dat verweer in te gaan dan dat zij gedaan heeft. Het ‘Contactformulier’ vermeld immers naam, functie, werklocatie, telefoonnummer en e-mailadres van genoemde heer [manager] , doch gesteld noch gebleken is dat Ziggo op enigerlei wijze getracht heeft navraag bij laatstgenoemde te doen teneinde het verweer van [gedaagde, eiseres in verzet] te verifiëren. Ziggo betwist zelfs niet dat de heer [manager] een werknemer van Ziggo is (of dat hij dat was ten tijde hier van belang). In plaats daarvan beperkt Ziggo zich tot een blote betwisting van de ontvangst van een annulering of herroeping. Dat is, gelet op het concrete verweer van [gedaagde, eiseres in verzet] , ontoereikend om dat verweer te kunnen weerleggen. Het dient er derhalve in deze procedure voor te worden gehouden dat [gedaagde, eiseres in verzet] de overeenkomst binnen de bedenktijd heeft ontbonden. Dit betekent dat de grondslag aan de oorspronkelijke vordering van Ziggo ontvalt. Het verzet slaagt derhalve.
4.4.
Ziggo zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde, eiseres in verzet] tot de datum van dit vonnis begroot op € 74,00 aan salaris gemachtigde. De kosten van het uitbrengen van de verzetdagvaarding zullen echter op grond van het bepaalde in art. 141 Rv voor rekening van [gedaagde, eiseres in verzet] blijven, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat zij aanvankelijk niet in het geding is verschenen.
Dat dit in het onderhavige geval anders is, is gesteld noch gebleken.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt het door de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, gewezen verstekvonnis van 22 januari 2020 met zaaknummer 8246272 CV EXPL 20-37 en de daarin uitgesproken veroordeling in de zaak met Ziggo als eisende partij en [gedaagde, eiseres in verzet] als gedaagde partij, en doet opnieuw recht in navolgende zin:
5.2.
wijst het door Ziggo gevorderde af;
5.3.
veroordeelt Ziggo tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde, eiseres in verzet] tot de datum van dit vonnis begroot op € 74,00;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en is in het openbaar uitgesproken.
RK