ECLI:NL:RBLIM:2021:1985
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de kantonrechter inzake doorhaling van de procedure met kostenveroordeling
In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 maart 2021 vonnis gewezen in een verzetprocedure tussen [eiseres in verzet] en Debicare Nederland B.V. [eiseres in verzet] heeft verzocht om doorhaling van de procedure naar aanleiding van een regeling tussen partijen. Debicare betwistte echter dat er een regeling tot stand was gekomen, maar stemde in met de doorhaling, mits [eiseres in verzet] werd veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter oordeelde dat een procedure alleen op verzoek van beide partijen kan worden doorgehaald. Aangezien Debicare om een proceskostenveroordeling had verzocht, kon de procedure niet worden doorgehaald en werd er vonnis gewezen. [eiseres in verzet] heeft besloten om niet verder te procederen, waardoor de oorspronkelijke vordering niet meer aan de orde was. De kantonrechter heeft [eiseres in verzet] veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Debicare, welke kosten op nihil zijn begroot, aangezien er nog geen proceshandelingen door Debicare zijn verricht. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.