ECLI:NL:RBLIM:2021:1985

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 maart 2021
Publicatiedatum
5 maart 2021
Zaaknummer
8926200 \ CV EXPL 20-6403
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis van de kantonrechter inzake doorhaling van de procedure met kostenveroordeling

In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 maart 2021 vonnis gewezen in een verzetprocedure tussen [eiseres in verzet] en Debicare Nederland B.V. [eiseres in verzet] heeft verzocht om doorhaling van de procedure naar aanleiding van een regeling tussen partijen. Debicare betwistte echter dat er een regeling tot stand was gekomen, maar stemde in met de doorhaling, mits [eiseres in verzet] werd veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter oordeelde dat een procedure alleen op verzoek van beide partijen kan worden doorgehaald. Aangezien Debicare om een proceskostenveroordeling had verzocht, kon de procedure niet worden doorgehaald en werd er vonnis gewezen. [eiseres in verzet] heeft besloten om niet verder te procederen, waardoor de oorspronkelijke vordering niet meer aan de orde was. De kantonrechter heeft [eiseres in verzet] veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Debicare, welke kosten op nihil zijn begroot, aangezien er nog geen proceshandelingen door Debicare zijn verricht. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8926200 \ CV EXPL 20-6403
Vonnis van de kantonrechter bij vervroeging van 3 maart 2021
in de zaak van
[eiseres in verzet],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij in het verzet,
gemachtigde mr. R.G.P. Voragen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEBICARE NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Barendrecht,
gedaagde partij in het verzet,
gemachtigde mr. C.A.M.H. Vink.
Partijen worden hierna [eiseres in verzet] en Debicare genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzetdagvaarding met één productie,
- het verzoek om doorhaling van de procedure aan de zijde van [eiseres in verzet] ,
- de uitlating aan de zijde van Debicare.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in verzet] heeft bij e-mailbericht van 26 januari 2021 verzocht om doorhaling van de procedure als gevolg van een regeling tussen partijen.
2.2.
Debicare betwist dat er tussen partijen een regeling tot stand is gekomen, maar stemt in met doorhaling van de procedure. Debicare verzoekt daarbij [eiseres in verzet] te veroordelen in de proceskosten.

3.De beoordeling

3.1.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat een procedure alleen op verzoek van beide partijen wordt doorgehaald.
3.2.
Hoewel beide partijen hebben verzocht om doorhaling, is door Debicare om een proceskostenveroordeling verzocht. In dat geval kan geen doorhaling plaatsvinden, maar wordt er vonnis gewezen. Zo ook in onderhavige zaak.
3.3.
Nu [eiseres in verzet] om haar moverende redenen afziet van verder procederen, behoeft op het aanvankelijk door [eiseres in verzet] gevorderde niet te worden beslist. [eiseres in verzet] dient echter wel te worden veroordeeld in de aan de zijde van Debicare gemaakte proceskosten.
3.4.
Nu door Debicare in onderhavige zaak nog geen proceshandelingen zijn verricht worden deze kosten begroot op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [eiseres in verzet] in de proceskosten aan de zijde van Debicare tot op heden begroot op nihil,
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.
type: AH