Uitspraak
RECHTBANK limburg
[Naam 1], te [woonplaats], verzoeker
De Burgemeester van de gemeente Maastricht, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2021.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 8 maart 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in verband met de sluiting van een restaurant en een (onder)verhuurde woning voor de duur van zes maanden. De sluiting was gebaseerd op artikel 13b van de Opiumwet, na een politieonderzoek waarbij een groot aantal hennepplanten werd aangetroffen. De verzoeker, die zowel het restaurant als de woning huurt, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van Maastricht, die de sluiting had gelast. Tijdens de zitting op 23 februari 2021 heeft de verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen spoedeisend belang aanwezig is, omdat verzoeker niet beschikt over een exploitatievergunning voor zijn restaurant en er een strafrechtelijk onderzoek loopt. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat verzoeker de beslissing op bezwaar kan afwachten en dat de financiële schade die hij stelt niet voldoende onderbouwd is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 maart 2021 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.