ECLI:NL:RBLIM:2021:2239

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 maart 2021
Publicatiedatum
12 maart 2021
Zaaknummer
C/03/276253 / HA ZA 20-178
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan levering van registergoederen na vernietiging hypotheek

In deze zaak heeft eiseres Rosja B.V. op een executieveiling twee registergoederen gekocht van ATI, die de executie had overgenomen van andere schuldeisers van ABC. Rosja vordert dat de notaris wordt veroordeeld om mee te werken aan de levering van de onroerende zaken. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, omdat het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 1 december 2020 de goederenrechtelijke overeenkomst die ten grondslag lag aan de hypotheek van 17 mei 2010 heeft vernietigd. Deze vernietiging heeft terugwerkende kracht, waardoor ATI onbevoegd is om de registergoederen aan Rosja over te dragen. De rechtbank oordeelt dat de vraag of Rosja zich kan beroepen op derdenbescherming niet in deze procedure kan worden beoordeeld, omdat deze kwestie niet speelt tussen Rosja en de notaris, maar tussen Rosja en ATI c.q. ABC. De rechtbank wijst de vorderingen van Rosja af en veroordeelt haar in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Vonnis van 10 maart 2021
in de (met zaaknummer / rolnummer C/03/276251 / HA ZA 20-177 gevoegde)
zaak met zaaknummer / rolnummer: C/03/276253 / HA ZA 20-178 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROSJA B.V.,
gevestigd te Wijchen,
eiseres,
advocaat mr. C.J. Schipperus,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.D. Kraaikamp.
Partijen zullen hierna Rosja en de notaris genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van de rechtbank van 14 oktober 2020,
  • de akte overleggen productie en nadere toelichting van Rosja,
  • de antwoordakte van de notaris.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 11 oktober 2011 heeft een executieveiling plaatsgevonden. Tijdens deze veiling heeft hypotheeknemer All Technology Investment Groep N.V. (hierna te noemen: ATI) ten overstaan van notaris [naam notaris 2] een aantal aan hypotheekgever ABC Wonen B.V. (hierna te noemen: ABC) toebehorende registergoederen (onroerende zaken) laten veilen. De executie was door ATI op grond van haar recht van hypotheek overgenomen van twee andere schuldeisers van ABC, te weten [naam schuldeiser 1] en [naam schuldeiser 2] .
2.2.
Rosja is één van de veilingkopers. Zij heeft bij gelegenheid van de veiling de registergoederen aan het [adres] te [plaats] gekocht (hierna aangeduid als: de registergoederen). De registergoederen zijn kadastraal bekend als [kadastrale gegevens] . De koopsom bedroeg € 167.000,-. Bij akte van gunning van 12 oktober 2011 heeft Rosja als veilingkoper van ATI een recht op levering verkregen ter zake van de registergoederen. De registergoederen maakten onderdeel uit van een hypotheekakte van 17 mei 2010 tussen ATI en ABC.
2.3.
Na storting van de waarborgsom door Rosja bij de notaris, maar voor het voltooien van de leveringshandeling is er door ABC (conservatoir) derdenbeslag gelegd onder de notaris en Rosja en wordt (de geldigheid van) het recht van hypotheek van ATI door ABC betwist. ABC heeft op 23 november 2011 een dagvaarding jegens ATI uitgebracht, waarin zij onder meer vorderde te verklaren voor recht dat de (onder andere) op 17 mei 2010 gevestigde hypotheek wegens een ongeldige titel c.q. het ontbreken van een titel non-existent zijn, althans nietig, althans (buitengerechtelijk) vernietigd. Daarnaast vorderde ABC in die procedure om voor recht te verklaren dat de aan de vestiging van de hiervoor genoemde hypotheek ten grondslag liggende (zakelijkrechtelijke) overeenkomsten nietig zijn althans vernietigd althans zijn ontbonden althans deze nietig te verklaren althans te vernietigen althans deze te ontbinden. Bovendien vorderde ABC om te verklaren voor recht dat de openbare verkoop van de registergoederen als genoemd in (onder andere) de hypotheekakte van 17 mei 2010 onrechtmatig is jegens ABC en ATI te veroordelen de gunning in te trekken, de (voortzetting van) de executie te staken en gestaakt te houden en aan de notaris opdracht te geven het proces-verbaal van gunning niet in de openbare registers in te schrijven.
2.3.1.
De rechtbank Limburg heeft bij vonnis van 6 september 2017 (zaak/rolnr.: C/04/114635 / HA ZA 12-76) de vorderingen van ABC afgewezen.
2.3.2.
Op 1 december 2020 heeft het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch voornoemd vonnis van de rechtbank Limburg vernietigd (zaaknr. 200.234.037/01). In datzelfde arrest heeft het gerechtshof, voor zover voor deze zaak van belang:
  • zowel de investeringsovereenkomst tussen ABC en ATI, als (de goederenrechtelijke overeenkomst die ten grondslag ligt aan) de vestiging van de hypotheken door ABC, [naam 1] en [naam 2] op (o.a.) 17 mei 2010, vernietigd;
  • voor recht verklaard dat (o.a.) de hypotheek van 17 mei 2010 wegens een ongeldige titel niet is gevestigd;
  • voor recht verklaard dat ATI bij de openbare verkoop van de registergoederen als genoemd in de hypotheekakte van (o.a.) 17 mei 2010 jegens ABC, [naam 1] en [naam 2] onrechtmatig gehandeld;
  • ATI veroordeeld de gunning in verband met de openbare verkoop van de registergoederen als genoemd in de hypotheekakten van (o.a.) 17 mei 2010 in te trekken, de (voortzetting van de) executie te staken en gestaakt te houden en aan de notaris opdracht te geven het proces-verbaal van gunning niet in de openbare registers in te schrijven.
2.4.
Rosja heeft de notaris verzocht om mee te werken aan de levering van de registergoederen aan haar. De notaris weigert om – zonder een daaraan ten grondslag liggende gerechtelijke uitspraak – daaraan mee te werken.

3.Het geschil

3.1.
Rosja vordert dat de rechtbank zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. De notaris beveelt om binnen vijf werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis medewerking te verlenen aan het voltooien van de leveringshandeling van de registergoederen door op grond van artikel 524 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de koopprijs à € 167.000,-, verminderd met de waarborgsom ad € 16.700,- en verminderd met de over de waarborgsom gekweekte rente, van Rosja in ontvangst te nemen, waarna de notaris overgaat tot inschrijving van het proces-verbaal van gunning als bedoeld in artikel 525 Rv;
II. Te bepalen dat als de notaris geen gehoor geeft aan het bevel als bedoeld onder het sub I gevorderde, dat het in deze te wijzen vonnis in de plaats treedt van de notariële akte als bedoeld in artikel 3:300 / 3:301 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
III. De notaris te veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen het nasalaris, onder de bepaling dat zij de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over deze kosten verschuldigd is, indien deze kosten niet binnen 14 dagen na betekening aan haar van het in deze te verkrijgen vonnis (volledig) aan Rosja zijn voldaan.
3.2.
De notaris refereert zich grotendeels aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank is van oordeel dat de vorderingen moeten worden afgewezen. Zij heeft als volgt overwogen.
4.2.
Vooropgesteld wordt dat artikel 3:84 BW voor de overdracht van een goed is vereist (i) een levering (ii) krachtens geldige titel, (iii) verricht door een beschikkingsbevoegde. Indien in dit stelsel van overdracht niet is voldaan aan één van de drie genoemde vereisten, is geen sprake van eigendomsoverdracht, behoudens indien zich het geval van artikel 3:88 BW voordoet.
4.3.
Rosja heeft als veilingkoper bij akte van gunning van 12 oktober 2011 van ATI een recht op levering verkregen ter zake van de registergoederen. Aan de overname van de executieverkoop van de registergoederen door ATI lag de hypotheekakte van 17 mei 2010 tussen ABC en ATI ten grondslag.
4.4.
Bij eindarrest van 1 december 2020 heeft het gerechtshof de goederenrechtelijke overeenkomst die ten grondslag lag aan de vestiging van onder andere de hypotheek van 17 mei 2010 vernietigd. Deze door het gerechtshof uitgesproken vernietiging heeft terugwerkende kracht (artikel 3:53 lid 1 BW). Dat brengt – zoals Rosja terecht zelf ook stelt – mee dat dat ATI met terugwerkende kracht onbevoegd is (gebleken) om de registergoederen in eigendom over te dragen aan Rosja. Immers heeft ATI, als gevolg van het eindarrest van het gerechtshof, nooit een executoriale titel gehad op grond waarvan zij de executie van de registergoederen mocht overnemen van [naam schuldeiser 1] en [naam schuldeiser 2] . Het gevolg daarvan is dat in de rechtsverhouding ATI en Rosja niet is voldaan aan een van de in artikel 3:84 BW opgenomen eisen voor eigendomsoverdracht van de registergoederen, te weten: beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder.
4.5.
Rosja beroept zich vervolgens op derdenbescherming ex artikel 3:36 BW, evenals op de artikelen 3:24, 3:25 en 3:26 BW en het Joba-arrest. De vraag of een beroep op enige regel van of grond voor derdenbescherming kans van slagen heeft, kan naar het oordeel van de rechtbank echter niet in deze procedure worden beoordeeld, nu deze kwestie niet speelt in de rechtsverhouding tussen Rosja en de notaris maar tussen Rosja en ATI c.q. ABC. Datzelfde geldt naar het oordeel van de rechtbank voor de stelling van Rosja dat aannemelijk is dat [naam schuldeiser 1] en [naam schuldeiser 2] de executieveiling waarschijnlijk met succes zouden hebben doorgezet en dat Rosja dan alsnog op de registergoederen had kunnen bieden en gegund had kunnen krijgen. Bovendien doet die stelling niets af aan het feit dat het er in deze procedure – gelet op de inhoud van het arrest van het gerechtshof – voor gehouden moet worden dat ATI onbevoegd was om de registergoederen aan Rosja over te dragen, waardoor niet is voldaan aan een van de vereisten van eigendomsoverdracht ex artikel 3:84 BW.
Dit brengt mee dat de vordering strekkende tot veroordeling van de notaris om mee te werken aan de levering van de registergoederen zal worden afgewezen.
4.6.
Het eindarrest van het gerechtshof is nog niet onherroepelijk geworden, nu de cassatietermijn nog niet is verstreken. Desondanks is naar het oordeel van de rechtbank op dit moment, gezien de inhoud van het arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch, geen andere conclusie mogelijk dan dat de vordering van Rosja moet worden afgewezen.
4.7.
Rosja zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de notaris worden begroot op:
- griffierecht 304,00
- salaris advocaat
563,00(1,0 punt × tarief € 563,00)
Totaal € 867,00.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Rosja in de proceskosten, aan de zijde van de notaris tot op heden begroot op € 867,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.C. Alink-Steinberg en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2021. [1]

Voetnoten

1.type: KB