Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van de rechtbank van 14 oktober 2020,
- de akte overleggen productie en nadere toelichting van Rosja,
- de antwoordakte van de notaris.
2.De feiten
- zowel de investeringsovereenkomst tussen ABC en ATI, als (de goederenrechtelijke overeenkomst die ten grondslag ligt aan) de vestiging van de hypotheken door ABC, [naam 1] en [naam 2] op (o.a.) 17 mei 2010, vernietigd;
- voor recht verklaard dat (o.a.) de hypotheek van 17 mei 2010 wegens een ongeldige titel niet is gevestigd;
- voor recht verklaard dat ATI bij de openbare verkoop van de registergoederen als genoemd in de hypotheekakte van (o.a.) 17 mei 2010 jegens ABC, [naam 1] en [naam 2] onrechtmatig gehandeld;
- ATI veroordeeld de gunning in verband met de openbare verkoop van de registergoederen als genoemd in de hypotheekakten van (o.a.) 17 mei 2010 in te trekken, de (voortzetting van de) executie te staken en gestaakt te houden en aan de notaris opdracht te geven het proces-verbaal van gunning niet in de openbare registers in te schrijven.
3.Het geschil
4.De beoordeling
563,00(1,0 punt × tarief € 563,00)