[eisers] vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. het tijdstip vaststelt waarop de tussen partijen gesloten huurovereenkomst met betrekking tot de woonruimte aan het [adres] te [plaats] , zal eindigen;
II. het tijdstip van de ontruiming vaststelt op de dag, die valt veertien dagen na de dag van het wijzen van dit vonnis, althans op een door de kantonrechter te bepalen dag, en met veroordeling van [gedaagde partij] om deze woonruimte, vóór of uiterlijk op het vastgestelde tijdstip van de ontruiming, volledig en behoorlijk te verlaten en te ontruimen en met overgifte der sleutels ter vrije beschikking van [eisers] te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden;
III. [gedaagde partij] ex artikel 7:225 BW veroordeelt tot betaling van een schadevergoeding ter hoogte van de maandelijkse huurprijs van €960,00, voor elke maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde partij] het gehuurde niet op het vastgestelde tijdstip van de ontruiming volledig en behoorlijk heeft verlaten en ontruimd en met overgifte der sleutels ter vrije beschikking van [eisers] heeft gesteld,
IV. [gedaagde partij] veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, aan [eisers] te voldoen, tegen een behoorlijk bewijs van kwijting, de buitengerechtelijke kosten van € 462,50, althans een ander door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf datum van dit vonnis, tot en met de dag der algehele voldoening;
V. [gedaagde partij] veroordeelt in de proces- en nakosten.