ECLI:NL:RBLIM:2021:2452

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
19 maart 2021
Zaaknummer
7253008 \ CV EXPL 18-6171
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar gebrekkige parketvloer met afwijzing van vervangende schadevergoeding en toewijzing van herstel

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 17 maart 2021, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. A.C.R.J. van der Burgt-Nijpels, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J.G.M. Nass, met betrekking tot een gebrekkige parketvloer. De eisers stelden dat de vloer niet naar behoren was gelegd en dat er meerdere planken los of hol klonken. Een deskundige, A. van der Bruggen, heeft een onderzoek uitgevoerd en geconcludeerd dat er slechts één plank gebrekkig was. De eisers waren het niet eens met deze conclusie en voerden aan dat er meer planken betroffen waren, maar de kantonrechter oordeelde dat de deskundige zijn werk naar behoren had gedaan en dat de kritiek van eisers niet opging.

De kantonrechter heeft de primaire vordering van eisers tot vervangende schadevergoeding van € 15.732,00 afgewezen, omdat het gebrek aan de vloer niet zo ernstig was dat vervanging noodzakelijk was. Wel werd vastgesteld dat er een gebrek aan de vloer was dat aan gedaagde kon worden toegerekend. De deskundige had twee herstelmethoden aanbevolen, waarvan de kosten aanzienlijk lager waren dan de door eisers gevorderde schadevergoeding. Gedaagde heeft toegezegd het herstel uit te voeren, wat leidde tot de toewijzing van de subsidiaire vordering tot herstel van het gebrek.

Eisers werden als de overwegend in het ongelijk gestelde partij aangemerkt en moesten de kosten van de deskundige en de proceskosten van gedaagde vergoeden. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.P.J. Quaedackers in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 7253008 \ CV EXPL 18-6171
Vonnis van de kantonrechter van 17 maart 2021
in de zaak van:

1.[eiser sub 1] , en

2.
[eiseres sub 2],
beiden wonend [adres 1] te [woonplaats 1]
,
eisers,
gemachtigde mr. A.C.R.J. van der Burgt-Nijpels (D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V.),
tegen:
[gedaagde],
h.o.d.n. [handelsnaam],
wonend [adres 2] te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
gemachtigde mr. J.G.M. Nass.
Partijen zullen hierna [eisers] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het deskundigenrapport, ter griffie van deze rechtbank ontvangen op 7 september 2020
  • de conclusie na deskundigenbericht van beide partijen.
1.2.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Deskundige A. van der Bruggen van Vloertechnisch Adviesbureau A. van der Bruggen (verder: de deskundige) heeft op 14 juli 2020, in aanwezigheid van [eiseres sub 2] ,
[gedaagde] en hun gemachtigden, een onderzoek naar de onderwerpelijke vloer gedaan en een deskundigenrapport opgesteld.
2.2.
[eisers] stellen dat zij het niet eens zijn met de conclusie van de deskundige dat slechts een plank of strook gebrekkig is. Tijdens het onderzoek hebben zij aan de deskundige bericht dat er ook twee planken bij de openslaande deuren bij de bank in de woonkamer en een plank bij de salontafel als gevolg van onvoldoende verlijming hol dan wel los zijn of klinken. De door hen ingeschakelde deskundige Van der Beek Expertise heeft ook vastgesteld dat sprake is van diverse planken/vloerdelen die onvoldoende zijn verlijmd (productie 20). In dat kader en in dat van de volledigheid van de opdracht mocht van de deskundige redelijkerwijs verwacht worden dat hij dat als opmerking of verwijzing in zijn rapport zou opnemen hetgeen niet is gebeurd. Verder missen zij per betreffend vloerdeel een nader uitgewerkte onderbouwing en toelichting.
2.2.1.
Deze kritiek treft geen doel. De kantonrechter verwijst naar de in het rapport door de deskundige gestelde werkwijze, aldus weergegeven:
De deskundige heeft het gehele oppervlak met een tikstok afgeklopt en hiermee vastgesteld dat er slechts een plank is die hol/los klinkt.
en naar de reactie van de deskundige op de opmerkingen van [eisers] :
Bij de beoordeling van holle/losse plekken in een vol vlak verlijmd vloer geldt dat 10-15% van het oppervlak van een verlijmde plank hol of los mag klinken mits hiermee de constructie niet wordt benadeeld.
De deskundige heeft de opmerkingen van [eisers] beoordeeld op pagina 15 van zijn rapportage. Verder heeft de deskundige aan de hand van de in het vonnis van 20 mei 2020 aan hem gestelde vragen beantwoord en genoegzaam toegelicht.
2.2.2.
Het voorgaande leidt ertoe dat de primaire vordering van [eisers] die gegrond is op vervangende schadevergoeding van € 15.732,00 en betrekking heeft op het vervangen van de gehele vloer zal worden afgewezen.
2.3.
Onweersproken staat vast dat de vloer is behept met een aan [gedaagde] toe te rekenen gebrek. Dat gebrek bestaat uit een plank of strook die los ligt omdat die niet goed is verlijmd. De deskundige heeft twee manieren van herstel aanbevolen: het injecteren met lijm van de betreffende plank waarvan de herstelkosten zijn begroot op € 270,00, of, indien dat niet succesvol kan worden uitgevoerd, door het vervangen van de plank en het licht opschuren en het behandelen van de vloer waarvan de herstelkosten zijn begroot op
€ 1.770,00. [gedaagde] heeft de toerekenbaarheid van het gebrek aan hem onweersproken gelaten en verklaard dat hij het herstel zal uitvoeren. Dat betekent dat de subsidiaire vordering voor toewijzing gereed ligt.
2.4.
[eisers] worden aangemerkt als de overwegend in het ongelijk gestelde partij en zij worden dan ook verwezen in de deskundigen- en proceskosten.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] tot herstel van het gebrek aan de vloer,
3.2.
veroordeelt [eisers] tot betaling van de deskundigenkosten ten bedrage van
€ 2.883,61,
3.3.
veroordeelt [eisers] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] gevallen en tot op heden begroot op € 1.305,50 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien [eisers] niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan de inhoud daarvan heeft voldaan, met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
type: YT