Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] , en
[eiseres sub 2],
h.o.d.n. [handelsnaam],
1.De procedure
- het deskundigenrapport, ter griffie van deze rechtbank ontvangen op 7 september 2020
- de conclusie na deskundigenbericht van beide partijen.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 17 maart 2021, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. A.C.R.J. van der Burgt-Nijpels, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J.G.M. Nass, met betrekking tot een gebrekkige parketvloer. De eisers stelden dat de vloer niet naar behoren was gelegd en dat er meerdere planken los of hol klonken. Een deskundige, A. van der Bruggen, heeft een onderzoek uitgevoerd en geconcludeerd dat er slechts één plank gebrekkig was. De eisers waren het niet eens met deze conclusie en voerden aan dat er meer planken betroffen waren, maar de kantonrechter oordeelde dat de deskundige zijn werk naar behoren had gedaan en dat de kritiek van eisers niet opging.
De kantonrechter heeft de primaire vordering van eisers tot vervangende schadevergoeding van € 15.732,00 afgewezen, omdat het gebrek aan de vloer niet zo ernstig was dat vervanging noodzakelijk was. Wel werd vastgesteld dat er een gebrek aan de vloer was dat aan gedaagde kon worden toegerekend. De deskundige had twee herstelmethoden aanbevolen, waarvan de kosten aanzienlijk lager waren dan de door eisers gevorderde schadevergoeding. Gedaagde heeft toegezegd het herstel uit te voeren, wat leidde tot de toewijzing van de subsidiaire vordering tot herstel van het gebrek.
Eisers werden als de overwegend in het ongelijk gestelde partij aangemerkt en moesten de kosten van de deskundige en de proceskosten van gedaagde vergoeden. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.P.J. Quaedackers in aanwezigheid van de griffier.