Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- dagvaarding € 85,81
- griffierecht € 507,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiseres en een gedaagde partij. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.J. Mookhram, vorderde betaling van een openstaand bedrag van € 4.369,10, na verrekening van een eerder betaald bedrag van € 3.835,70 door de gedaagde. De gedaagde heeft de levering en installatie van een zonnebank erkend, maar beroept zich op verrekening van een bedrag dat zij meent te vorderen van de eiseres. De kantonrechter heeft het verweer van de gedaagde gepasseerd op basis van artikel 6:136 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de gedaagde niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor haar verrekeningsvordering. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen, inclusief de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 966,81. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.