ECLI:NL:RBLIM:2021:2470

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 maart 2021
Publicatiedatum
19 maart 2021
Zaaknummer
03/177368-20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervoer van 65 kilogram MDMA en handel in harddrugs met verwerping van verweer onrechtmatige doorzoeking

Op 19 maart 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 21-jarige verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk vervoeren van 65 kilogram MDMA en het handelen in harddrugs. De verdachte werd bijgestaan door mr. P.E. van Zon en was gedetineerd in P.I. Zuid Oost, locatie Roermond. Tijdens de zitting op 5 maart 2021 zijn de feiten en standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie eiste bewijs voor het opzettelijk vervoeren van de MDMA, terwijl de verdediging aanvoerde dat de doorzoeking van de auto onrechtmatig was, omdat er geen redelijk vermoeden van schuld zou zijn geweest.

De rechtbank oordeelde dat de doorzoeking rechtmatig was, omdat de verbalisanten een hennepgeur hadden geroken, wat leidde tot een redelijk vermoeden van een strafbaar feit. De rechtbank achtte het bewijs voor het opzettelijk vervoeren van de MDMA overtuigend, mede op basis van chatgesprekken op de telefoon van de verdachte waarin hij sprak over het leveren van grote hoeveelheden MDMA. De verdachte werd schuldig bevonden aan het opzettelijk vervoeren van 65 kilogram MDMA en het verkopen en afleveren van harddrugs in de periode van 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2020.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van vijf jaren, met aftrek van voorarrest, en verklaarde het in beslag genomen geldbedrag van €505,00 en een Rolex horloge verbeurd. De rechtbank overwoog dat de verdachte, ondanks zijn jeugdige leeftijd, zich in een crimineel milieu had begeven en dat de handel in harddrugs ernstige schade toebrengt aan de samenleving en de volksgezondheid. De rechtbank volgde de eis van de officier van justitie en legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, zonder ruimte voor een lichtere sanctie.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/177368-20
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 maart 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
wonende te [adres] ,
gedetineerd in P.I. Zuid Oost, locatie Roermond te Roermond.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.E. van Zon, advocaat kantoorhoudende te Eindhoven.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 05 maart 2021. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:opzettelijk 65 kilogram MDMA heeft vervoerd;
Feit 2:samen met een ander een hoeveelheid harddrugs heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval in zijn bezit heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie gevorderd dat het opzettelijk vervoeren van ongeveer 65 kilogram bewezen zal worden verklaard. Zij heeft daartoe verwezen naar het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de staandehouding, het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, de NFI-rapporten en de eigen verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie gevorderd verdachte vrij te spreken nu wettig en overtuigend bewijs daarvoor ontbreekt. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat op basis van de dossierstukken niet kan worden vastgesteld ten aanzien van welke specifieke hoeveelheden en soorten drugs de door verdachte met anderen besproken transacties ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman primair bepleit dat sprake is van een onrechtmatige doorzoeking van de auto van zijn cliënt. Hij heeft daartoe aangevoerd dat op het moment van de doorzoeking geen redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit bestond. Nu een rechtsgrond voor de doorzoeking ontbreekt, dient dit te leiden tot bewijsuitsluiting. Subsidiair heeft de raadsman zich ten aanzien van feit 1 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman zich, evenals de officier van justitie, op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, nu wettig en overtuigend bewijs voor dit feit ontbreekt.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen: feit 1 en 2
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]hebben – zakelijk weergegeven –
het volgende gerelateerd: [2]
Op dinsdag 7 juli 2020, omstreeks 19.40 uur, hielden wij toezicht rondom de rijksweg A2 ter hoogte van afrit Kelpen-Oler.
Wij zagen een grijze Volkswagen met hoge snelheid voorbijrijden op de A2 in de
richting van Weert. Hierop zijn wij de oprit van de A2 opgereden om het voertuig te
controleren. Nadat wij met hoge snelheid de A2 afreden, kregen wij het voertuig wederom in zicht. Wij zagen dat het voertuig meerdere keren hard moest remmen. Wij zagen dat het voertuig meerdere keren van rijstrook wisselde en tussen de vrachtwagens ging rijden. Wij zagen dat hij meerdere keren zeer kort op zijn voorganger reed en plots abrupt van rijstrook 1 wijzigde naar de uitvoegstrook van tankstation Meiberg te Weert.
Op grond van de Wegenverkeerswet, sprak ik [verbalisant 1] , de bestuurder van voornoemd
voertuig aan op zijn rijgedrag waarbij ik duidelijk zag dat de bestuurder schrok van
onze aanwezigheid. Ik, [verbalisant 1] , zag dat de bestuurder zich legitimeerde als zijnde [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] . Ik, [verbalisant 2] , rook vervolgens de voor mij ambtshalve bekende hennepgeur uit het voertuig komen.
Omstreeks 19.43 uur, vorderde ik, [verbalisant 2] , alle verdovende middelen ter uitlevering van [verdachte] . Ik, [verbalisant 2] hoorde dat [verdachte] wederom aangaf niets bij zich te hebben.
Ik, [verbalisant 1] , nam [verdachte] mee naar de voorzijde van het voertuig alwaar ik [verdachte] vroeg om zijn zakken leeg te halen. Ik, [verbalisant 1] , zag dat [verdachte] een groot aantal coupures van
20 euro uit zijn zak haalde alsmede 2 sleutels en 2 Apple Iphone's.
Ik, [verbalisant 2] , verschafte mij vervolgens op grond van artikel 96b strafvordering de
toegang tot het voertuig. Ik, [verbalisant 2] zag bij de pedalen aan de bestuurderszijde een
gering aantal hennepresten ligt. Vervolgens keek ik op de achterbank van het
voertuig waarna ik naar de kofferbak liep om deze te openen. Ik, [verbalisant 2] , zag direct
3 grote bigshoppers en 1 plastic zak vol met een grote hoeveelheid MDMA-kristallen
liggen waarna ik verbalisant [verbalisant 1] in seinde dat de verdachte [verdachte] moest worden
aangehouden.
Om 19.48 uur, hielden wij, verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , de verdachte [verdachte] aan terzake het bezit en vervoeren van een grote hoeveelheid harddrugs. Ik, [verbalisant 1] , zag dat de verdachte een dure Rolex horloge droeg. Ik, [verbalisant 1] , nam dit horloge, alsmede het aangetroffen geld en de 2 telefoons direct in beslag.
Omstreeks 19.50 uur, namen wij verbalisanten het voertuig met daarin de bigshoppers met vermoedelijk MDMA in beslag.
Omstreeks 20.20 uur, kwamen wij, verbalisanten aan op het bureau alwaar wij de
inbeslaggenomen bigshoppers met MDMA wogen. Wij zagen dat het gezamenlijke gewicht van de vermoedelijke MDMA ongeveer 65 kilo betrof.
Verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 5]van het team forensische opsporing van de dienst regionale recherche eenheid Limburg hebben het volgende gerelateerd: [3]
Op maandag 13 juli 2020 werd door de Forensische Opsporing een onderzoek ingesteld aan de inbeslaggenomen inhoud van de big shoppers en de plastic tas. Aan de inhoud en de monsters daaruit werden nummers gekoppeld, het gewicht werd vastgesteld en de monsters zijn opgestuurd naar het NFI.
Goednummer : PL2300-2020106418-1330151
SIN : AAMP2561NL
Relatie met SIN : AAMY5227NL, AAMY5198NL, AAMY5228NL,
AAMY5230NL
Gewicht netto : 24000 gram
Goednummer : PL2300-2020106418-1330148
SIN : AAMP2567NL
Relatie met SIN : AMY5229NL, AAMY5231NL, AAMY5232NL
Gewicht netto : 20000 gram
Goednummer : PL2300-202010 6418-1330150
SIN : AMP2573NL
Relatie met SIN : AAMY5222NL, AAMY5243NL, AAMY5242NL
Gewicht netto : 16000 gram
Goednummer : PL2300-2020106418-1330152
SIN : AAMP2579NL
Relatie met SIN : AAMY5199NL, AAMY5240NL
Gewicht netto : 5000 gram
Uit de rapporten NFiDENT van het
Nederlands Forensisch Instituutvolgt dat alle monsters MDMA bevatten: [4]
AAMY5227NL, kristallen, lichtbruin, uit 24000 gram, bevat MDMA
AAMY5198NL, kristallen, lichtbruin, uit 24000 gram, bevat MDMA
AAMY5228NL, kristallen, lichtbruin, uit 24000 gram, bevat MDMA
AAMY5230NL, kristallen, lichtbruin, uit 24000 gram, bevat MDMA
AAMY5229NL, kristallen, lichtbruin, uit 20000 gram, bevat MDMA
AAMY5231NL, kristallen, lichtbruin, uit 20000 gram, bevat MDMA
AAMY5232NL, kristallen, lichtbruin, uit 20000 gram, bevat MDMA
AAMY5222NL, kristallen, lichtbruin, uit 16000 gram, bevat MDMA
AAMY5243NL, kristallen, lichtbruin, uit 16000 gram, bevat MDMA
AAMY5242NL, kristallen, lichtbruin, uit 16000 gram, bevat MDMA
AAMY5199NL, kristallen, lichtbruin, uit 5000 gram, bevat MDMA
AAMY5240NL, kristallen, lichtbruin, uit 5000 gram, bevat MDMA
Verbalisant [verbalisant 6]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [5]
Op dinsdag 14 juli 2020 deed ik, verbalisant onderzoek aan de in beslag genomen iPhone 11 pro, in gebruik bij de verdachte [verdachte] . Van deze telefoon is door de digitale recherche een extractie gemaakt. In deze extractie deed ik onderzoek naar de berichten (chats) welke zich op de telefoon bevonden en die voor het onderzoek van belang kunnen zijn.
Ik zie dat de verdachte van meerdere chat applicaties gebruik maakte. De eerste applicatie die ik onderzocht, is de applicatie Wickr. Ik zie dat de gebruiker van de telefoon de naam ‘ [verdachte] ’ heeft in de applicatie.
Gesprek met [naam 1] van 6 juli 2020
00:52 uur [naam 1] : Was er wel al 100% 20 M
00:52 uur [verdachte] : Ja M morgen antwoord man er is sws meer. Kan overal pakke bron. Ligt alleen aan kleur enzo en brokke.
00:53 uur [naam 1] : Oke bro maak nie uit bij deze x. Wel brokke
(…)
00:58 uur [naam 1] : ja bro doe ma ff beter M eerst, keta 3 kg naaldjws bak k dag later ofzo. 45 stukkies M.
01:00 uur [verdachte] : Oke neefie, ik regel ff die 45. Bro M prijs zwaar geztege
(…)
12:42 uur [verdachte] : Ja. Maar ff afwachten. Yo bro. Kun jij €25 meer betalen denkjepvoor.
Die mdma 45 kg? Heb gevonden voor 750.
14:14 uur [naam 1] :
Ja lukt wel bro Fn die 15 kg
14:15 uur [verdachte] :
ja 15 a er sws. Maar 45 ook.Dan beter 45 pak k ze nog vokr 750. Mensen viage 800 maat.
(…)
14:16 uur [naam 1] :
Kan je die 15kg mdma in eindhove legge en die 45 kg leveren in Oosterhout.
14:16 uur [verdachte] : Ooh heb je 60kg nodig
14:16 uur [naam 1] : Ik fix pap nu
14:16 uur [verdachte] : ipv 45
14:16 uur [naam 1] : Ja man bro 45 + 15. Ken da
14:16 uur [verdachte] : Wacht dan mail k voor 60. K zei 50. Ff vragen 60
Opmerking verbalisant: in bovenstaand gesprek wordt duidelijk gesproken over “MDMA”. De hoeveelheden waar over gesproken wordt, zijn ongeveer gelijk aan de hoeveelheid waarmee de verdachte is aangehouden.
Verbalisant [verbalisant 7]heeft – zakelijk weergegeven – met betrekking tot het onderzoek naar de aangetroffen WhatsApp-berichten op de iPhone van de verdachte het volgende gerelateerd: [6]
Nummer 74
Deelnemer aan het gesprek:
[telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net [naam 2] = Y
[telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net M(owner) = M
Opmerking verbalisant: = O
Weergave van het gesprek:
22/06/2020
Y: Jo bro
M: Wwa bro
Y: Hoe is het
Y
: kan fixen
Y:
Die M
Y: Kost mij 625 wollah
M: Oke
M: Stuur foto
M: Haal k by op
M: Nu
Y
: Stuurt een afbeelding.
foto 10
O: Op die afbeelding zag ik een bruin, kristalachtig blokje. Ik heb het vermoeden dat MDMA-kristal is (foto 10)
Y: Deze ligt hier in de buurt
M:
Dies grijz an
M: Lelijk
M: Ofnie
Y: Nee gek is champagne
Y: Waar ben je
M: Waalwijk
M: Ligt die ehv
Y: Stuurt een afbeelding
O: Ik zag dat het dezelfde afbeelding betrof als foto 10 .
M: Shel
M: Temen
Y: Stuurt een afbeelding
foto 11
O: Ik zag dat het een chatbericht was, via een encrypted message. Waarin de ontvanger om 48 kilo m vroeg en als verduidelijking vroeg mooi champa brokken? (foto 11 )
M: Was daar mee
M: Maar s die mooi maT
M:
Champsgne njet donkere
Y:ls mooie geen donkere
Y: Champa
M:
Oke
M:
WaR OPHAKE
M: Ophale
Y:
Eindje denk ik
Y: Wil je die nu
M: Stuurt een
audiobericht
O:
Ik hoorde dat [verdachte] zei: “Hey ma is dat zeker bro. Mooie. Ik stuur wel een foto op die andere hoe die eruit moet zien. Stuur die door na hem. Zeg ziet die er zo uit?
Alleen brokken, geen gruis maat. Snap je. Als dat zo is
dan wil ik wel komen, met tap. Maar als ik hem niets vind dan keur ik hem af. Snap je bro? Dan wil ik niet dat hen dadelijk weer gaan zeggen, van jaa, dit, dat, zus’.
Y: Ja is mooie
M: Stuurt een audiobericht
O: Ik hoorde dat [verdachte] iets in een buitenlandse-taal zei. Die taal ben ik niet machtig.
Y: Stuurt een afbeelding door.
O: Ik zag dat het een chatbericht was, via een encrypted message. Het is een aanvulling op het eerder verstuurd bericht waarin ontvanger nogmaals vraagt of de zender wel 48 kilo heeft en of alles mooi champagne is. Tevens wil ontvanger weten of er iets aan de prijs gedaan kan worden. Zender vertelt dat hij 48 kilo heeft
maar niets aan de prijs kan doen.
Y: Hij zegt is mooi en goed
M: Zelfde
M: Als war k je
M: Stuurde
Y:
K ga nu na hem
M: Oke
Y: Die jij stuurde die is nog nie helemaal droog he
M: Ik ata start klaar
Y: Wa ik jou stuurde is echte champa wollah
M: Ja maar klanten wilen daf
Y: Deze boy heeft altijd alleen kannon m
Y: Geen rotzooi cola of wa dan ook
M: Safi sigoed
M: Ik hoorde dat [verdachte] zei: ‘Safi, Safi is goed he, verkooppraatjes van je, jongen. Ik weet het, ik ken het verkoop. Hahah. Jij doet auto’s verkopen. Tuurlijk is normaal. Maar ehhh, ik sta startklaar maat. Ik moet alleen, wollah
mijn klanten willen zo. Die willen niet te donker.Anders nemen ze niet aan maat. En dan afgekeurd en
dan zit ik dadelijk met tien jaar en ein stuks'.22-06-2020
Nummer 88
Deelnemer aan het gesprek:
[telefoonnummer 3] @s. whatsapp.nl [naam 3] = V
[telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net M(owner) = M
Opmerking verbalisant: = O
Weergave van het gesprek op 5-6-2020
V: Dit is mijn nieuw nr gr [naam 3]
M:
Handel je nket meer
V: Jawel komt weer app ik je
M:
Heb M ligge.
V: Ga info doen.
(...)
Nummer 90
Deelnemer aan het gesprek:
[telefoonnummer 4] @s. whatsapp.nl [naam 4] = H
[telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net M(owner) = M
Opmerking verbalisant: = O
Weergave van het gesprek:
12-06-2020
(…)
M:
35Kg mquenta
(…)
M: Oke goed heb ze rond 15:00
M: Bodig
M: Allebei
M: 15:00 heb k afgedproke die zit l3od
H: Geen prob
M:
En 15:00 als kan die champa
H: Alleen m weet ik niet of ik ze dan al heb
H: Ik ga em zeggen wacht
(…)
M:
Ik al gevonden broer nou in uden
M: Die M
M: Fixe wel alleen die zit
H: Prijs?
M: 625
M: Kan k pakken daar
Verdachteheeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [7]
Ik ben chauffeur geweest voor iemand. Ik moest iets
ophalen ergens in Maastricht en ik moest dit naar Breda brengen. Iemand deed de kofferbak open en legde de spullen erin. Ik heb er een geldbedrag van 800 euro voor gekregen. Dit heb ik van tevoren ontvangen. Mijn vak is het van A naar B brengen en voor mij is het politierisico om aangehouden te worden.
De dag voordat ik ging rijden was ik in de Shisha lounge. Daar is mij gevraagd of ik de volgende dag een ritje wilde maken. Het geld is mij de volgende dag betaald, voordat ik de spullen ging ophalen.
Bewijsoverwegingen
Onrechtmatige doorzoeking
De rechtbank is van oordeel dat de door de verbalisant waargenomen verkeerssituatie rechtvaardigde dat verdachte in het onderhavige geval staande werd gehouden en zijn rijbewijs en het kentekenbewijs van de auto werden gecontroleerd. De vraag is of de doorzoeking die daarna plaats had rechtmatig was.
Blijkens het proces-verbaal van bevindingen werd bij de staandehouding van verdachte door een van de verbalisanten een hennepgeur geroken. Op basis hiervan ontstond bij verbalisanten het vermoeden dat verdachte zich schuldig maakte aan een misdrijf uit de Opiumwet. Vervolgens is de auto van verdachte doorzocht, waarbij een ruime hoeveelheid harddrugs werd aangetroffen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de bovengenoemde feiten en omstandigheden ten tijde van de doorzoeking een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit rechtvaardigden. Dat in het proces-verbaal van bevindingen enkel door één van de twee verbalisanten is opgetekend dat hij een hennepgeur heeft geroken, doet daar niet aan af. Het proces-verbaal is op ambtseed opgemaakt. Ook bevinden zich foto’s in het dossier waarop hennepsnippers in de auto te zien zijn. De rechtbank is daarmee van oordeel dat – anders dan door de raadsman betoogd – geen sprake is geweest van een onrechtmatige doorzoeking en/of onrechtmatig verkregen bewijs.
Vervoeren en voorhanden hebben: wetenschap en beschikkingsmacht
Voor het bewijs van vervoeren van drugs in de zin van de Opiumwet, is vereist dat verdachte wist van de aanwezigheid van de drugs en dat deze zich in zijn machtssfeer bevond.
Vast staat dat verdachte de bestuurder van de auto was en dat in die auto MDMA is aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat hetgeen zich in zijn kofferbak bevond MDMA betrof. Uit het eerder aangehaalde chatgesprek van 6 juli 2020, aangetroffen op de iPhone van verdachte, blijkt dat verdachte een dag daarvoor met een derde is overeengekomen dat hij 60 kilogram MDMA zou leveren. Nu een soortgelijke handelshoeveelheid MDMA ook daadwerkelijk op 7 juli 2020 onder verdachte is aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat hij wetenschap had van de drugs in de auto en dat hij opzet had op het vervoeren ervan en hij derhalve opzet had op het vervoeren van 65 kilogram MDMA.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat het onder feit 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Handel in harddrugs
Naar het oordeel van de rechtbank is voorts wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2020 MDMA heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit de stukken blijkt dat in de iPhone van verdachte een ruime hoeveelheid chat- en appgesprekken is aangetroffen, die zijn gevoerd in de genoemde periode en waarin steeds gesproken wordt over de handel in en levering van verschillende hoeveelheden en soorten drugs, waaronder MDMA, ook aangeduid als ‘M’, ‘brokken’ of ‘champa’. In een gesprek van 6 juli 2020 wordt door verdachte gesproken met [naam 1] over het door verdachte regelen van een hoeveelheid van 60 kilogram MDMA. Een soortgelijke hoeveelheid als besproken, 65 kilogram, is bij verdachte ook daadwerkelijk op 7 juli 2020 aangetroffen in zijn auto. Daarmee staat vast dat een van de besproken transacties daadwerkelijk is uitgevoerd. Voor de inhoud van de op zijn telefoon aangetroffen chat- en appgesprekken en de onder verdachte op 7 juli 2020 aangetroffen grote hoeveelheid MDMA, is door verdachte geen aannemelijke ontzenuwende verklaring afgelegd. De verklaring van verdachte dat de rit op 7 juli 2020 slechts eenmalig was om makkelijk geld bij te verdienen, is niet te rijmen met de grote hoeveelheid aangetroffen chat- en appgesprekken over verdovende middelen in de iPhone van verdachte. Daar komt nog bij dat verdachte over een langere periode in telkens wisselende dure huurauto’s is aangetroffen en dat er vele foto’s en video’s in de telefoon van verdachte staan waarop hij is afgebeeld met stapels bankbiljetten. Dit terwijl verdachte geen legale inkomstenbron heeft die dat kan verklaren.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1:
op 7 juli 2020 in de gemeente Weert opzettelijk heeft vervoerd, ongeveer 65 kilogram MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 2:
in de periode van 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2020 in Nederland, meermalen, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, telkens opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
Feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om te volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest met aftrek en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf. De raadsman heeft voorts verzocht om bij het opleggen van een straf aan verdachte rekening te houden met de jeugdige leeftijd en de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich op 7 juli 2020 schuldig gemaakt aan het opzettelijk vervoeren van een zeer grote hoeveelheid harddrugs, te weten ongeveer 65 kilogram MDMA. Daarnaast heeft verdachte zich gedurende een periode van in ieder geval ruim een maand schuldig gemaakt aan het verkopen en leveren van harddrugs. De verspreiding van en handel in harddrugs gaan gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor de samenleving ernstige schade wordt berokkend. Bovendien zijn harddrugs schadelijk voor de volksgezondheid en leveren ze grote gevaren op voor de gebruikers ervan. Verdachte heeft daaraan een bijdrage geleverd.
Ernst van de feiten
De rechtbank acht het zorgwekkend dat verdachte, ondanks zijn nog jeugdige leeftijd, is overgaan tot het plegen van deze zeer ernstige feiten en er bewust voor heeft gekozen om zich in een crimineel milieu te begeven. Bij het plegen van deze feiten heeft verdachte kennelijk enkel zijn eigen belang, te weten geldelijk gewin, voor ogen gehad.
Naar het oordeel van de rechtbank kan, gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Oriëntatiepunten voor straftoemeting
De rechtbank heeft voor de bepaling van de straf gekeken naar het LOVS-oriëntatiepunt voor wat betreft het verkopen, leveren en, vervoeren van harddrugs, dat bij een hoeveelheid als die verdachte aanwezig heeft gehad, uitgaat van een gevangenisstraf voor de duur van 50 maanden. Deze gevangenisstraf loopt op tot 72 maanden als het feit in organisatieverband is gepleegd.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 3 februari 2021, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten die verband houden met de Opiumwet.
De reclassering heeft op 4 november 2020 een rapport over verdachte opgemaakt. Daaruit blijkt dat verdachte functioneert op een gemiddeld intelligentieniveau. Hij lijkt zijn gedrag zelfstandig te organiseren. Binnen het gezin neemt hij een vrij volwassen rol in en draagt hij de zorg voor andere gezinsleden. Dit heeft geresulteerd in een advies om het volwassenstrafrecht toe te passen. De reclassering schrijft voorts – kort samengevat – dat verdachte geen openheid van zaken geeft en dat er grote twijfels en zorgen zijn over het sociale netwerk van verdachte, dat zich mogelijk in het criminele circuit bevindt. Verdachte heeft geen dagbesteding. Ook heeft hij sinds november 2019 geen legaal inkomen. De financiële situatie lijkt gerelateerd aan het delict. Dit is ook door verdachte bevestigd.
De rechtbank onderschrijft het door de reclassering geschetste beeld van verdachte en het advies om het volwassenstrafrecht toe te passen.
De rechtbank acht, gelet op de ernst van de feiten, een deels voorwaardelijke straf niet aan de orde. De rechtbank ziet voorts in de persoonlijke omstandigheden geen aanleiding om van de oriëntatiepunten af te wijken en aan verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen.
Straf
Alles overwegende zal de rechtbank de eis van de officier van justitie volgen en verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

7.Het beslag

De officier van justitie heeft gevorderd dat het inbeslaggenomen geldbedrag van €505,00 en het inbeslaggenomen Rolex horloge verbeurd moeten worden verklaard.
De raadsman heeft zich ten aanzien van het inbeslaggenomen geldbedrag van €505,00 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot het inbeslaggenomen Rolex horloge heeft de raadsman zich verzet tegen verbeurdverklaring.
De rechtbank komt tot het oordeel dat het inbeslaggenomen geldbedrag van €505,00 dat aan verdachte toebehoorde, verbeurd moet worden verklaard, nu voldoende aannemelijk is dat dit geldbedrag door middel van of uit de baten van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten is verkregen.
De rechtbank komt voorts tot het oordeel dat het inbeslaggenomen Rolex horloge vatbaar is voor verbeurdverklaring, nu voldoende aannemelijk is dat dit horloge ter waarde van ruim € 12.000,-- door middel van of uit baten van de onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten is verkregen.
De rechtbank heeft bewezenverklaard dat verdachte op 7 juli 2020 een hoeveelheid van ongeveer 65 kilogram MDMA heeft vervoerd en dat verdachte zich daarvoor ook al bezighield met de handel in harddrugs. Uit het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de inkomsten van verdachte blijkt bovendien dat de inkomsten van verdachte de afgelopen vijf jaren vrijwel nihil zijn geweest. Ook ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij de afgelopen jaren vrijwel geen inkomsten heeft gehad. De verklaring van verdachte dat het horloge door een vriend is gefinancierd, hij het horloge ten behoeve van die vriend (en niet voor hemzelf) heeft gekocht en vervolgens weer van die vriend te leen heeft ontvangen, acht de rechtbank ongeloofwaardig en is bovendien afgelegd nadat een eerder door de verdachte bij de politie afgelegde en andersluidende verklaring niet bleek te kloppen na nader onderzoek door de politie.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 en 2 tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
-
verklaart verbeurdde volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • een geldbedrag van €505,00;
  • 1 STK horloge.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koster-van der Linden, voorzitter, mr. L. Feuth en mr. R.J.M.G. Rulkens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H.C. van den Munckhof, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 maart 2021.
Buiten staat
Mr. Feuth is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 7 juli 2020 in de gemeente Weert opzettelijk
heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(ongeveer) 65 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
T.a.v. feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 6 juli 2020 in de gemeente Waalwijk en/of Eindhoven en/of Breda en/of Maastricht en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine,
zijnde MDMA en/of amfetamine (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Landelijke Eenheid, Dienst Infrastructuur (LE), Geografische afdeling Zuid-Oost-Nederland, proces-verbaalnummer LEFCC20003-51, onderzoek 26Dunajec, gesloten d.d. 19 oktober 2020, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 228.
2.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 juli 2020, p. 10-15
3.Proces-verbaal Onderzoek verdovende middelen van 21 juli 2020, p. 48-54.
4.NFI-rapporten NFiDENT van 13 juli 2020, p. 55-66.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van 14 juli 2020, p. 125-131.
6.Het proces-verbaal van bevindingen van 20 augustus 2020, p. 181-226.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 juli 2020, p. 84-92.