ECLI:NL:RBLIM:2021:2485
Rechtbank Limburg
- Wraking
- R.H.J. Otto
- W.E. Elzinga
- C.A.G. Wouters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van rechters in strafzaak
Op 9 maart 2021 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan op een verzoek tot wraking van de rechters mr. E.C.M. Hurkens, mr. M.M. Beije en mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe. Het verzoek werd ingediend door een gedetineerde, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. H.P. Ruysink, die meende dat de rechters bevooroordeeld waren in de behandeling van zijn strafzaak. De wrakingsprocedure volgde op een terechtzitting van 23 februari 2021, waar de verdachte een verzoek tot wraking indiende. De rechters gaven aan niet in de wraking te berusten en verzochten om gehoord te worden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 maart 2021 werd het standpunt van de verzoeker toegelicht, waarbij de raadsman aanvoerde dat de rechters al voorafgaand aan de zitting een beslissing hadden genomen over het opmaken van een dubbelrapportage, wat de indruk wekte van partijdigheid. De rechters ontkenden deze veronderstelling en stelden dat de beslissing om een rapportage op te laten maken voortkwam uit de noodzaak om meer inzicht te krijgen in de persoonlijkheid van de verdachte, gezien de ernst van de beschuldigingen.
De wrakingskamer beoordeelde of er feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trokken. Het oordeel was dat de vrees voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde gronden niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechters vooringenomen waren. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.