ECLI:NL:RBLIM:2021:2666

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 maart 2021
Publicatiedatum
26 maart 2021
Zaaknummer
8512303 CV EXPL 20-2128
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurovereenkomst en betalingsachterstand met eisvermeerdering

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 24 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Wonen Zuid en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een huurovereenkomst die op 4 februari 2020 is aangegaan, waarbij Wonen Zuid een woning verhuurde aan de gedaagde partij. De gedaagde partij heeft de huurprijs van € 658,98 voor de maand februari 2020 niet betaald en heeft later verzocht om de betaling in termijnen te mogen voldoen, wat door Wonen Zuid is afgewezen. De gedaagde partij heeft uiteindelijk de huurovereenkomst opgezegd per 26 juni 2020, waarna Wonen Zuid een huurachterstand van € 3.316,69 heeft geconstateerd.

Wonen Zuid heeft in conventie gevorderd dat de gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde partij heeft zich beroepen op overmacht en vorderde in reconventie schadevergoeding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij de huurachterstand niet heeft betwist en dat de verweren van de gedaagde partij hun belang hebben verloren nu de huurovereenkomst inmiddels is beëindigd. De kantonrechter heeft de vordering van Wonen Zuid toegewezen, inclusief de gevorderde mutatiekosten, en de vordering in reconventie van de gedaagde partij afgewezen. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8512303 CV EXPL 20-2128
Vonnis van de kantonrechter van 24 maart 2021
in de zaak van
de stichting
STICHTING WONEN ZUID,
gevestigd te Roermond,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie],
destijds wonend te [plaats] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna Wonen Zuid en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] worden genoemd.

1.De procedure

in conventie en in reconventie
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van (impliciete) eis in reconventie
  • de conclusie van antwoord in reconventie met vermindering van eis in conventie
  • de rolbeslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de akte uitlating zijdens Wonen Zuid met (impliciete) vermeerdering van eis
  • de mondelinge behandeling op 26 november 2020, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in reconventie
2.1.
Partijen zijn met ingang van 4 februari 2020 een huurovereenkomst aangegaan, waarbij Wonen Zuid aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de woning aan de [adres] te [plaats] heeft verhuurd tegen een maandelijks vooruit te betalen huurprijs van € 658,98.
2.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft de beginnota over februari 2020 onbetaald gelaten. Medio februari 2020 heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] budgetbeheer/schuldhulpverlening aangevraagd en Wonen Zuid verzocht om de beginnota over februari 2020 in twee termijnen te mogen voldoen. Dit verzoek heeft Wonen Zuid afgewezen. Begin maart 2020 heeft Wonen Zuid contact gezocht met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] omdat de toegezegde betaling door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] op 1 maart 2020 niet heeft plaatsgevonden. Per 9 maart 2020 is er een deelbetaling van de beginnota ontvangen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft verder niets meer betaald, ondanks meerdere aanmaningen.
2.3.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft per 26 juni 2020 de huurovereenkomst opgezegd en op 31 juli 2020 heeft Wonen Zuid de sleutels per post ontvangen. Hiermee is een einde gekomen aan de huurovereenkomst. De totale huurachterstand bedraagt € 3.316,69.

3.Het geschil

in conventie en in reconventie
3.1.
Wonen Zuid vordert, na vermindering van eis (ten aanzien van de aanvankelijk nog gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning), de veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tot het betalen van de huurachterstand ad € 3.316,69, alsmede
€ 311,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de kosten. Bij akte heeft Wonen Zuid de eis nog vermeerderd met € 347,72 aan mutatiekosten.
3.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] beroept zich ten aanzien van de betalingsachterstand op overmacht en stelt Wonen Zuid hiervan meermaals tevergeefs op de hoogte te hebben gesteld.
3.3.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] vordert in reconventie de veroordeling van Wonen Zuid tot het betalen van schade ad € 2.500,00 (althans een bedrag ter hoogte van vier maanden huur).
3.4.
Wonen Zuid voert verweer.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] bij antwoord het bestaan van de huurachterstand niet betwist, dat de conclusie van antwoord in reconventie aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is verzonden en hij daarmee daarvan kennis heeft kunnen nemen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft hierin kennelijk geen aanleiding gezien om aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling (en de inhoud te weerspreken). Hiermee staat (onder meer) vast dat de huurachterstand uiteindelijk is opgelopen tot € 3.316,69.
4.1.1.
Nu de huurovereenkomst inmiddels ten einde is, hebben de verweren van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] , die zien op uitstel van betaling (maar niet op afstel van betaling), hun belang verloren.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] was immers contractueel steeds de maandelijkse huur verschuldigd en hij heeft niets aangevoerd dat maakt dat hij (blijvend) zou zijn ontslagen van deze verplichting. Wonen Zuid heeft ook geen betalingsuitstel verleend – Wonen Zuid was hiertoe ook geenszins gehouden – en het verzuim is daarmee ingetreden.
eisvermeerdering
4.2.
Het is niet duidelijk of [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] kennis heeft genomen van de akte uitlating met de eisvermeerdering. De kantonrechter ziet in ieder geval geen aanleiding om de eisvermeerdering hier buiten beschouwing te laten. Daartoe is overwogen als volgt.
4.2.1.
Ingevolge 130 Rv is eisende partij (hier: Wonen Zuid), zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, bevoegd zijn eis daarvan schriftelijk, bij conclusie of akte ter rolle, te vermeerderen. De gedaagde (hier: [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ) is bevoegd hiertegen bezwaar te maken, op grond dat de vermeerdering in strijd is met de eisen van een goede procesorde. De rechter kan ook ambtshalve een vermeerdering van eis buiten beschouwing laten. Indien een partij niet in het geding is verschenen, is een vermeerdering van eis tegen die partij uitgesloten, tenzij de eisende partij de vermeerdering tijdig bij exploot aan haar kenbaar heeft gemaakt.
4.2.2.
In de conclusie van antwoord in reconventie is reeds aangekondigd dat de vordering op een later moment nog zal worden vermeerderd met mutatiekosten, omdat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de woning niet in de juiste staat heeft opgeleverd en de betaaltermijn van het eindinspectierapport ten tijde van deze conclusie nog niet is verstreken. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] is in het geding verschenen (hij heeft immers geantwoord en (impliciet) een tegenvordering ingesteld), maar hij heeft vervolgens om hem moverende redenen, zonder voorafgaande kennisgeving, ervoor gekozen om niet bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn.
4.2.3.
Bij akte uitlaten is toegelicht dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] geen gebruik heeft gemaakt van de geplande voorinspectie en geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om alsnog een nieuwe datum voor een voorinspectie in te plannen, dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] vervolgens de sleutels heeft ingeleverd, dat de eindinspectie daarom zonder voorinspectie is uitgevoerd, dat bij de eindinspectie is gebleken dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] (andere) sleutels niet heeft ingeleverd en de woning niet leeg heeft opgeleverd, dat Wonen Zuid [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] het eindrapport heeft toegestuurd, dat Wonen Zuid de schade heeft laten herstellen en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] op grond van de wet en de huurovereenkomst aansprakelijk heeft gesteld voor de schade. Wonen Zuid heeft dit alles met brieven, e-mailberichten, een mutatierapport en foto’s (genoegzaam) onderbouwd.
4.2.4.
Uit het niet verschenen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ter mondelinge behandeling begrijpt de kantonrechter (aldus en veeleer) dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de mutatiekosten niet betwist.
conclusie conventie en kosten
4.3.
De vordering na vermeerdering van eis om [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] te veroordelen tot het betalen van € (3.316,69 aan huurachterstand + 347,72 aan mutatiekosten =) 3.664,41 ligt voor toewijzing gereed.
4.4.
Wonen Zuid maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. Wonen Zuid heeft aan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten ad € 311,80 (dit is inclusief btw) komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.5.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Wonen Zuid worden begroot op:
  • dagvaarding € 105,09
  • griffierecht 499,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.040,09
reconventie
4.6.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] legt hieraan ten grondslag dat hij schade heeft geleden wegens de “starre houding” van Wonen Zuid. Wonen Zuid was en is evenwel niet verplicht om mee te werken aan een betalingsregeling (in dit geval zou dit ook indruisen tegen het beleid van Wonen Zuid, nu [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] daarmee al zou beginnen met een huurachterstand), [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] was daarmee niet ontslagen van zijn verplichting om de huur volledig en tijdig te betalen en het is ook anderszins niet Wonen Zuid te verwijten dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] niet voor een correcte huurbetaling heeft gezorgd. De geleden schade is ook niet onderbouwd. Het verweer van Wonen Zuid treft doel.
4.7.
De vordering in reconventie is niet toewijsbaar en zal worden afgewezen.
4.8.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure in reconventie, aan de zijde van Wonen Zuid begroot op € 187,00 aan salaris gemachtigde (1 punt x tarief € 187,00).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] om aan Wonen Zuid tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 3.976,21,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van Wonen Zuid gevallen en tot op heden begroot op € 1.040,09,
5.3.
verklaart de veroordelingen onder 5.1. en 5.2. uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst het gevorderde af,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] in de proceskosten aan de zijde van Wonen Zuid gevallen en tot op heden begroot op € 187,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken.
NIv