ECLI:NL:RBLIM:2021:2674

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 maart 2021
Publicatiedatum
26 maart 2021
Zaaknummer
8717469 CV EXPL 20-4042
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst woonruimte wegens betalingsachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 24 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonpunt en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een dagvaarding van 13 augustus 2020, waarbij Woonpunt ontbinding van de huurovereenkomst vorderde vanwege een betalingsachterstand. De gedaagde partij huurde een woning van Woonpunt tegen een maandelijkse huurprijs van € 557,91. Woonpunt vorderde niet alleen ontbinding van de huurovereenkomst, maar ook ontruiming van de woning en betaling van de huurachterstand van € 1.976,34, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij erkende in gebreke te zijn met de huurbetalingen. Gezien deze erkenning heeft de rechter geoordeeld dat de vorderingen van Woonpunt toewijsbaar zijn. De ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van Woonpunt zijn begroot op € 975,96. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Woonpunt direct kan overgaan tot uitvoering van de ontruiming en de betalingsverplichtingen.

De beslissing van de kantonrechter omvat de ontbinding van de huurovereenkomst, de veroordeling tot ontruiming, en de veroordeling tot betaling van de huurachterstand en proceskosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer 8717469 CV EXPL 20-4042
Vonnis van de kantonrechter van 24 maart 2021
in de zaak van
Stichting woonpunt,
gevestigd in Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde partij],
wonend in [woonplaats] , aan de [adres] ,
gedaagde partij,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna Woonpunt en [gedaagde partij] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 13 augustus 2020
  • het mondelinge antwoord en de schriftelijke weergave daarvan
  • de rolbeslissing waarbij een comparitie van partijen is gelast
  • het proces-verbaal van comparitie d.d. 21 januari 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij] huurt van Woonpunt de woning staande en gelegen [plaats] aan de [adres] tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van € 557,91 per maand.

3.De vordering en het geschil

3.1.
Op grond van een betalingsachterstand vordert Woonpunt - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - :
  • ontbinding van de huurovereenkomst;
  • de veroordeling van [gedaagde partij] om het gehuurde binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te verlaten en te ontruimen e ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Woonpunt te stellen;
  • de veroordeling van [gedaagde partij] om aan Woonpunt € 1.976,34 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 augustus 2020 tot aan de dag van voldoening;
  • de veroordeling van [gedaagde partij] om aan Woonpunt € 557,91 per maand te betalen voor iedere maand vanaf 1 september 2020 tot het tijdstip van de ontruiming;
  • de veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Het bedrag van € 1.976,34 is als volgt opgebouwd:
€ 1.672,74 tot en met augustus 2020 onbetaald gelaten huur
€ 303,60 vergoeding van buitengerechtelijke kosten inclusief btw.
3.3.
[gedaagde partij] erkent de gestelde huurachterstand.

4.De beoordeling

4.1.
Gezien de erkende omvang van de huurachterstand staat vast dat [gedaagde partij] tekort geschoten is in de nakoming van de verbintenissen die voortvloeien uit de huurovereenkomst. De gevorderde ontbinding en ontruiming, alsmede de gevorderde betaling van de huurachterstand en van de gebruikersvergoeding tot aan de ontruiming zijn derhalve toewijsbaar, alsmede de gevorderde en niet weersproken wettelijke rente en de vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
De ontruimingstermijn zal evenwel op veertien dagen wordt gesteld.
4.2.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Woonpunt tot de datum van dit vonnis begroot op
€ 975,96, bestaande uit € 374,00 aan salaris gemachtigde, € 499,00 aan griffierecht en
€ 102,96 aan explootkosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen partijen gesloten huurovereenkomst betreffende de woning staande en gelegen in [plaats] , aan de [adres] ;
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij] om het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te verlaten en te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Woonpunt te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen bewijs van kwijting aan Woonpunt € 1.976,34 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 augustus 2020 tot aan de dag van voldoening;
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen bewijs van kwijting aan Woonpunt € 557,91 per maand te betalen voor iedere maand vanaf 1 september 2020 tot het tijdstip van de ontruiming;
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Woonpunt tot de datum van dit vonnis begroot op € 975,96;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK