Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- het door gedaagde partij gezuiverde verstek
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
2.De beoordeling
- dagvaarding: € 110,67
- griffierecht: € 499,00
- salaris gemachtigde:
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de eisende partij, vertegenwoordigd door DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. G.M.O. Puddu, met betrekking tot de beëindiging van een slapend dienstverband. De eisende partij vorderde dat de gedaagde partij zou instemmen met het voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van een transitievergoeding van € 21.566,52 bruto. Tevens werd een dwangsom gevorderd van € 50.000,00 ineens en € 2.000,00 voor iedere dag dat de gedaagde partij na 24 uur na betekening van het vonnis nalaat aan de inhoud daarvan te voldoen, tot een maximum van € 21.566,52 bruto.
De procedure begon met een dagvaarding, waarna de gedaagde partij aanvankelijk verstek heeft laten verlenen, maar dit later heeft gezuiverd en om uitstel heeft verzocht. Na het verlenen van uitstel heeft de gedaagde partij echter niet meer gereageerd, waardoor het recht om alsnog te antwoorden is vervallen. De kantonrechter heeft vervolgens vonnis bepaald.
De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van de eisende partij niet onrechtmatig of ongegrond waren en heeft deze toegewezen, met uitzondering van de gevorderde dwangsom die niet in de gevraagde vorm toewijsbaar was. De dwangsom werd vastgesteld op € 5.000,00. De gedaagde partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij tot op heden zijn begroot op € 1.107,67. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.