Partijen zijn het over het volgende eens geworden:
a) De huurachterstand berekend tot en met 12 maart 2021 bedraagt € 1.103,72;
b) Wegens buitengerechtelijke incassokosten is [gedaagde partij] verschuldigd € 225,31 inclusief btw;
c) [gedaagde partij] dient de proceskosten te betalen, begroot op € 108,19 voor de dagvaarding, € 507,00 voor griffierecht en € 374,00 voor gemachtigde salaris, derhalve in totaal € 989,19;
d) [gedaagde partij] zal de schuld wegens de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten voldoen, derhalve in totaal € 2.318,22, minus de betaalde € 200,-, aldus € 2.118,22, vermeerderd met de wettelijke rente ex art. 6:119 BW over de huurachterstand en de buitengerechtelijke incassokosten van 26 januari 2021 tot de dag van algehele betaling, in opeenvolgende maandelijkse termijnen van minimaal € 200,- die worden betaald uiterlijk de 25ste van iedere maand.
e) Daarnaast zal [gedaagde partij] de verschuldigde maandhuur stipt en tijdig rechtstreeks aan Woonpunt betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
f) Indien [gedaagde partij] in gebreke blijft met een stipte naleving van de hierboven genoemde betaalafspraken, dan staat het Woonpunt vrij om tot tenuitvoerlegging van dit vonnis over te gaan.