ECLI:NL:RBLIM:2021:2863

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 maart 2021
Publicatiedatum
1 april 2021
Zaaknummer
8976723 \ CV EXPL 21-429
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake niet betaalde medische behandeling door consument

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 24 maart 2021, is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INFOMEDICS B.V. als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die op een geheim adres woont. De procedure is gestart met een dagvaarding, waarop de gedaagde partij heeft geantwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldoet aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en artikel 21 Rv, waarbij de eisende partij de relevante feiten volledig en naar waarheid heeft aangevoerd.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij vermoedelijk een consument is en dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht van toepassing zijn, ook al is daar niet om gevraagd. Echter, de kantonrechter heeft geconcludeerd dat er in deze zaak geen schending van deze bepalingen heeft plaatsgevonden. De gevorderde rente over de proceskosten is toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet of onvoldoende wordt betwist door de gedaagde partij.

In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 609,16, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 717,85. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. R.H.J. Otto in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats: Maastricht
Zaaknummer: 8976723 \ CV EXPL 21-429
Vonnis van de kantonrechter van 24 maart 2021
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
gemachtigde YARDS Deurwaardersdiensten BV,
tegen:
[gedaagde] ,
wonende op een geheim adres in de gemeente [woonplaats] ,
gedaagde partij,
in rechte verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
2.2.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
2.3.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
2.5.
De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.
2.6.
Uit het antwoord van gedaagde partij is de kantonrechter gebleken dat de vordering van eisende partij niet althans onvoldoende wordt betwist.
2.7.
De vordering zal voor het overige worden toegewezen.
2.8.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding: € 86,85
  • griffierecht: € 507,00
  • salaris gemachtigde:
Totaal € 717,85

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 609,16, vermeerderd met de wettelijke rente over € 522,30 vanaf 18 december 2020 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij, tot op heden begroot op € 717,85, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.