1.Wijze van invoering nieuwe functiebeschrijvingen en bezwaarprocedure
1. De werkgever maakt een beschrijving van de generieke functie van een werknemer of van een functiegroep werknemers en stelt deze voorlopig vast. (…)
Als de werkzaamheden van de werknemer in het algemeen overeenkomen met de matrix-functie uit het functieboek, dan gebruikt de werkgever de beschrijving uit het functieboek als voorlopige functiebeschrijving.
2. De werkgever legt de voorlopige functiebeschrijving schriftelijk voor aan de werknemer. Daarna zijn er twee mogelijkheden:
De werknemer stemt in met de voorlopige functiebeschrijving. In dat geval wordt de functiebeschrijving definitief vastgesteld. De werknemer en de werkgever zetten hun handtekening onder de functiebeschrijving.
Als de werknemer het niet eens is met de voorlopige functiebeschrijving, dan kan hij de volgende stappen zetten.
3. Als de werknemer het niet eens is met de voorlopige functiebeschrijving, dan geldt het volgende:
De werknemer kan binnen 14 dagen nadat de functiebeschrijving schriftelijk aan hem is voorgelegd, een gesprek aanvragen met de werkgever. In dit gesprek geeft de werknemer aan wat zijn bezwaren of opmerkingen zijn tegen de voorlopig vastgestelde functiebeschrijving.
Heeft de werknemer niet binnen 14 dagen gereageerd, en kon dat in redelijkheid wel van hem worden verwacht, dan wordt de functiebeschrijving definitief door de werkgever vastgesteld.
4. De werkgever maakt een definitieve functiebeschrijving en legt deze schriftelijk aan de werknemer voor. Er zijn dan twee mogelijkheden:
De werknemer is het eens met de definitieve functiebeschrijving. De werknemer en de werkgever zetten hun handtekening onder de functiebeschrijving.
Indien de werknemer het niet eens is met de definitieve functiebeschrijving, kan hij binnen 30 dagen na de ontvangst van de definitieve functiebeschrijving bezwaar maken bij de
interne bezwaarcommissie.
5. De interne bezwaarcommissie geeft een advies. Binnen 14 dagen na ontvangst van het advies stelt de werkgever de functiebeschrijving opnieuw vast.
6. Als werknemer het niet eens is met de nieuwe functiebeschrijving, dan kan hij binnen 30 dagen na ontvangst van de opnieuw vastgestelde functiebeschrijving in beroep gaan bij de
landelijke beroepscommissie. De uitspraak van de landelijke beroepscommissie is bindend. De werkgever stelt op basis van deze uitspraak de functiebeschrijving definitief vast.
2 Bezwaar- en beroepsmogelijkheden tegen functiebeschrijving en functiewaardering
1. Als er een definitieve functiebeschrijving is, stelt de werkgever vast welke salarisschaal daar bij hoort. Dat doet hij als volgt:
(…)
Als de functiebeschrijving niet, of voor een deel hetzelfde is als een matrix-functie die in het functieboek staat, dan kan de werkgever de salarisschaal op een van de volgende manieren vaststellen:
1. Volgens de functievergelijkende methode: De werkgever geeft aan in welke salarisschaal de functie naar zijn mening past. Als de beschreven functie niet voorkomt in het functieboek, dan geeft de werkgever met argumenten aan:
welke functieverzwarende elementen ontbreken ten opzichte van een vergelijkbare functie in een hogere schaal en
welke functieverzwarende elementen wel aanwezig zijn ten opzichte van een vergelijkbare functie in een lagere schaal.
of
2. Volgens de Bakkenist Methodische Niveau Toekenning (MNT-online): De werkgever stelt de salarisschaal vast met de MNT-methode die de werkgever alleen mag gebruiken onder de volgende voorwaarden:
De MNT-methode is voor de werkgever en de werknemer op dezelfde manier beschikbaar en toegankelijk.
De werkgever en de werknemer kunnen allebei deskundige ondersteuning inschakelen om met de MNT-methode te werken.
2. De werkgever stelt de voorlopige salarisschaal vast en legt deze schriftelijk voor aan de werknemer in een voorlopig besluit. Dan zijn er twee mogelijkheden:
De werknemer is het eens met het voorlopige besluit. Dan wordt de salarisschaal definitief door de werkgever vastgesteld. De werknemer en de werkgever zetten hun handtekening onder het besluit.
Als de werknemer is het niet eens is met de voorlopige vaststelling van de salarisschaal, dan kan hij de volgende stappen zetten.
3. Als de werknemer het niet eens is met de voorlopige vaststelling van de salarisschaal, dan geldt het volgende:
De werknemer kan binnen 14 dagen nadat de voorlopige vaststelling van de salarisschaal schriftelijk aan hem is voorgelegd, een gesprek aanvragen met de werkgever. In dit gesprek geeft de werknemer aan wat zijn bezwaren en opmerkingen zijn tegen de voorlopig vastgestelde salarisschaal. Heeft de werknemer niet binnen 14 dagen gereageerd, en kon dat in redelijkheid wel van hem worden verwacht, dan wordt de salarisschaal definitief door de werkgever vastgesteld.
De werkgever stelt de salarisschaal definitief vast. Deze legt hij voor aan de werknemer. Er zijn dan twee mogelijkheden:
1. De werknemer is het eens met de definitieve salarisschaal. De werknemer en de werkgever zetten hun handtekening onder het besluit hierover.
2. Als de werknemer het niet eens is met de definitieve salarisschaal, dan kan hij binnen 30 dagen na de ontvangst van de definitieve salarisschaal bezwaar maken bij de
interne bezwaarcommissie.
4. De interne bezwaarcommissie geeft een advies. Binnen 14 dagen na ontvangst van het advies stelt de werkgever de salarisschaal opnieuw vast.
5. Als de werknemer het niet eens is met het nieuwe besluit over de salarisschaal, dan kan hij binnen 30 dagen bezwaar maken bij de
landelijke beroepscommissie. De uitspraak van de landelijke beroepscommissie is bindend. De werkgever stelt op basis van deze uitspraak de salarisschaal definitief vast.
4.1.3.Xonar heeft bij de herwaardering van de functie van [eisende partij] de procedure van bijlage 11.B van de cao gevolgd, door de functiewaardering eerst voorlopig vast te stellen en daarna, toen [eisende partij] tegen de voorlopige vaststelling geen bezwaar had gemaakt, definitief. [eisende partij] heeft toen wederom dertig dagen de tijd gekregen om bezwaar te maken, waarbij de bezwaarprocedure duidelijk is omschreven in de betreffende brief, maar hij heeft hiervan geen gebruikt gemaakt. Weliswaar schrijft [manager] in de verklaring van 17 juni 2020 dat [eisende partij] in oktober 2016 formeel bezwaar heeft aangetekend, maar dit strook niet met de inhoud van de e-mail van [eisende partij] van 24 februari 2019. Hierin schrijft hij immers “De inschaling was niet zoals verwacht en daarom zijn zowel [naam collega] als ik niet akkoord gegaan met deze functiebeschrijving.” Op basis hiervan is duidelijk dat pas na vaststelling van de salarisschaal – en dus na definitieve vaststelling van de functiebeschrijving – bezwaar is gemaakt. Dat dit is gebeurd op de in de cao bepaalde wijze, blijkt nergens uit. [manager] schrijft in zijn schriftelijke verklaring van 17 juni 2020 dat hij het bezwaar heeft opgepakt en dat hij daar vanuit zijn rol als manager van de HR afdeling toe bevoegd was, maar dat is onjuist. Immers waren bovengenoemde artikelen uit de cao op dat moment algemeen verbindend verklaard, zodat niet kon worden afgeweken van de daarin bepaalde bezwaarprocedure. Dit betekent dat de functiebeschrijving, en vervolgens ook de functiewaardering, definitief is geworden.
4.1.4.[eisende partij] voert aan dat Xonar hem erop had moeten wijzen als de bezwarenprocedure uit de cao gevolg had moeten worden. Hij was na invulling van de ‘Verklaring indelingsvoorstel’ d.d. 25 november 2016 als laatste aan het woord geweest, dus Xonar had [eisende partij] in de gelegenheid moeten stellen om zijn bezwaren nader aan te vullen, aldus [eisende partij] .
4.1.5.De procedure was echter duidelijk aan [eisende partij] meegedeeld in de brief van 20 oktober 2016 (zie 2.3). Wat hiervan ook zij: van de procedure kon sowieso niet worden afgeweken, noch door Xonar noch door [eisende partij] , omdat de betreffende bepalingen van de cao op dat moment algemeen verbindend verklaard waren. Anders dan [eisende partij] stelt, is de functiewaardering in 2016 dus wel degelijk definitief geworden. De functiewaardering die in 2017 ‘on hold’ is gezet, betreft een herwaardering naar aanleiding van de functiebeschrijving 2017.
4.2.Functiebeschrijving 2017
4.2.1.Bij herwaardering van functies is bijlage 11.C van de cao van toepassing, die qua de te volgen bezwaar- en beroepsprocedure gelijkluidend is aan bijlage 11.B. In bijlage 11.C, getiteld ‘De onderhoudsprocedure van het functieboek’ staat verder voor zover van belang:
“
Artikel 1 Algemeen
De werkgever is ervoor verantwoordelijk dat alle functiebeschrijvingen actueel zijn. Dit doet hij door één keer in de twee jaar te bepalen of de functiebeschrijvingen en de salarisschalen aangepast moeten worden. De werkgever bepaalt dit in overleg met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging.
De werknemer kan de werkgever vragen zijn functiebeschrijving of –waardering opnieuw te bekijken, als hij van mening is dat de functiebeschrijving of –waardering niet langer overeenkomt met de huidige situatie. De functie zal dan opnieuw worden beschreven en gewaardeerd, zoals omschreven in artikel 2 en 3 van deze bijlage.
Artikel 4 Inschaling in de nieuwe salarisschaal
Als de functie in een andere salarisschaal wordt ingedeeld, dan wordt het salaris aangepast op het moment dat de nieuwe functiebeschrijving definitief is vastgesteld.
(…)”
4.2.2.Op grond van bijlage 11.C artikel 4 van de cao kan een eventuele nieuwe salarisschaal niet met terugwerkende kracht worden toegekend. Als al in het voordeel van [eisende partij] wordt aangenomen dat Xonar verplicht was de functiebeschrijving 2017 over te nemen en een hogere salarisschaal vast te stellen, dan nog heeft [eisende partij] op zijn vroegst per januari of februari 2017 recht op aanpassing van zijn salaris.
4.3.Beoordeling van de salarisschaal
4.3.1.De werkgever heeft als degene die de functie-indeling verricht, binnen de grenzen van het toepasselijke functiewaarderingssysteem een zekere beoordelingsvrijheid. De rechter heeft derhalve slechts te beoordelen of de werkgever binnen deze grenzen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
4.3.2.Naar het oordeel van de kantonrechter is Xonar in 2016 zorgvuldig te werk gegaan. Zij heeft de voorlopige functiebeschrijving opgesteld in samenspraak met [eisende partij] en zijn collega [naam collega] , zij heeft het voorlopige besluit voorgelegd en vervolgens, omdat geen bezwaar was gemaakt, deze definitief vastgesteld. Deze definitieve functiebeschrijving heeft zij vervolgens voorgelegd aan Human Capital Group die concludeerde tot indeling in functiegroep 9. [eisende partij] heeft niet aangevoerd dat deze conclusie van Human Capital Group niet paste bij de ter beoordeling voorliggende beschrijving. Hij heeft dus niet aangevoerd dat Xonar op de toen geldende functiebeschrijving niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot de betreffende waardering. Hij had enkel met terugwerkende kracht bezwaar tegen de (inmiddels definitief vastgestelde) functiebeschrijving.
4.3.3.De vraag is dan of de functiebeschrijving 2017, als die gewaardeerd zou zijn, zou zijn ingeschaald op salarisschaal 10.
4.3.4.Xonar stelt zich op het standpunt dat dit niet zo is. Zij geeft aan dat de taken van de [functie] tussen 2016 en 2019 in beperkte mate zijn gewijzigd, maar dat de organisatorische context van de functie wel is veranderd omdat de functie een belangrijke positie in de organisatie heeft verkregen en het verantwoordelijkheidsniveau en de hiërarchische positionering veranderd zijn. Volgens haar blijkt dit ook uit een vergelijking van de functiewaarderingsrapportages van Human Capital Group uit 2016 en 2019. Human Capital Care waardeert ‘Probleemoplossend, Initiërend en Organiserend Vermogen’ op H in plaats van G, en ‘Overige functie gebonden competenties’ op E in plaats van D, reden waarom inmiddels een specifieke opleidingsrichting wordt gevraagd (Informatiemanagement). De kern van de functie is verschoven naar het management van interne informatiestomen en -voorziening en heeft minder raakvlakken met ICT dan voorheen het geval was. In 2013 was de refertefunctie nog Applicatiebeheerder. Aldus Xonar.
4.3.5.Naar het oordeel van de kantonrechter staat niet vast dat de functiebeschrijving 2017 zou zijn gewaardeerd op salarisschaal 10 als die door Xonar akkoord zou zijn bevonden en ter waardering zou zijn voorgelegd (waarbij de kantonrechter in het midden laat of van Xonar gevergd kon worden de functie te herwaarderen terwijl de functie nog geen drie maanden eerder gewaardeerd was). Of preciezer: dat Xonar op basis van de functiebeschrijving 2017 niet in redelijkheid had kunnen komen tot een waardering op salarisschaal 9. Immers zijn er relevante verschillen tussen de functiebeschrijving 2017 en die van 2019.
4.4.Gelet op vorenstaande kan niet worden geconcludeerd dat Xonar zich niet als goed werkgever heeft gedragen dan wel dat [eisende partij] gelijke arbeid verrichtte onder gelijke omstandigheden als de [functie] in 2019. Zijn vorderingen zullen worden afgewezen.
4.5.De kosten
4.5.1.[eisende partij] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van Xonar, die worden begroot op (2 punten x € 300,- =) € 600,- aan salaris gemachtigde, zoals gevorderd te vermeerderen met de wettelijke rente.