Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie
- de brief van de griffier van 7 oktober 2020 waarin aan partijen werd meegedeeld dat de zaak naar de rolzitting van 21 oktober 2020 werd verwezen voor opgave verhinderdata in de maanden november en december 2020,
- de brief van de griffier van 28 oktober 2020 waarin aan partijen werd meegedeeld dat de kantonrechter een mondelinge behandeling heeft gelast op 16 november 2020
- de e-mail van [gedaagde partij] van 31 oktober 2020 waarin hij scheef dat hij op 16 november 2020 verhinderd is
- de brief van de griffier van 2 november 2020 waarin aan [gedaagde partij] is meegedeeld dat zijn verzoek om een nieuwe datum te plannen voor de mondelinge behandeling is afgewezen omdat hij 16 november 2020 niet had opgegeven als verhindering
- de namens [eisende partij] bij brief van 3 november 2020 ingediende aanvullende stukken
- het verzoek van [gedaagde partij] van 4 november 2020 om de mondelinge behandeling te verplaatsen
- de brief van de gemachtigde van [eisende partij] waarin staat dat hij niet akkoord is met het verzoek van [gedaagde partij]
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 november 2020.
2.De feiten
- factuur [nummer 1] d.d. 3 september 2018 voor een bedrag van € 1.149,50
- factuur [nummer 2] d.d. 19 september 2018 voor een bedrag van € 340,31.
“Shure SLX bell pack + headset”à € 45,- exclusief 21% btw en ter zake een
“extra dag staffel 1.5”€ 67,50 exclusief 21% btw.
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘Dagvaarding produceren’) zullen worden afgewezen aangezien de in artikelen 237 tot en met 240 Rv bedoelde kosten een vergoeding hiervoor plegen in te sluiten.
€ 180,00(1 punt x tarief € 180,00)