Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[handelsnaam],
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 106,01
- griffierecht € 240,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft de kantonrechter op 14 april 2021 uitspraak gedaan in de zaak tussen de eiser, vertegenwoordigd door mr. S.L. Smits-Emons, en de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. G.M.O. Puddu. De eiser heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die na verkregen uitstel niet meer heeft geantwoord. Hierdoor staat de vordering van de eiser als niet weersproken vast en wordt deze toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.625,00, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag vanaf 13 augustus 2020. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiser zijn begroot op € 657,01. De kantonrechter heeft ook de gevorderde rente over de proceskosten toegewezen, evenals de nakosten conform de richtlijnen van het LOVCK. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.