Op 21 april 2021 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in de zaak van ABN AMRO Bank N.V. tegen de gezamenlijke onbekende erfgenamen van de erflater. De rechtbank is bevoegd om het verzoek te behandelen, aangezien de erflater op Nederlands grondgebied is overleden en zijn laatste woonplaats zich binnen het rechtsgebied van deze rechtbank bevond. De erflater, die de Duitse nationaliteit bezat, had een onderhands testament opgesteld volgens Duits recht, waarin hij zijn nalatenschap regelde. Alle bekende erfgenamen hebben de nalatenschap verworpen, waardoor de rechtbank werd verzocht om een vereffenaar te benoemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Europese Erfrechtverordening van toepassing is, en dat de Nederlandse rechter bevoegd is om het verzoek te behandelen. De rechtbank oordeelde dat het Duits recht als toepasselijk recht geldt, omdat de erflater dit recht had gekozen in zijn testament. De rechtbank heeft vervolgens de noodzaak van een vereffenaar erkend, gezien de onbeheerde nalatenschap en het belang van de verzoekster, ABN AMRO Bank N.V., als schuldeiser. De rechtbank heeft mr. J. van der Wende benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap, met de opdracht om de benoeming in het boedelregister in te schrijven en bekend te maken in de Nederlandse Staatscourant. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.