Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord en eis in reconventie
- de brief waarin aan partijen is meegedeeld dat de kantonrechter een mondelinge behandeling heeft gelast
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte vermeerdering van eis in conventie
- de ten behoeve van de mondelinge behandeling bij brief van 19 januari 2021 namens de gemeente ingediende aanvullende producties
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 19 maart 2021 met aangehechte spreekaantekeningen van de zijde van Otterveurdt
- de brief van de zijde van Otterveurdt van 29 maart 2021.
2.De feiten
3.Het geschil
subsidiair voor recht zal verklaren dat de gemeente ter zake de opzegging van de huur- en exploitatieovereenkomst d.d. 6 mei 2020 jegens Otterveurdt schadeplichtig is, zulks om reden dat deze opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en/of de eisen van redelijkheid en billijkheid in de weg staan aan deze opzegging zonder betaling van betreffende schadevergoeding en/of de opzegging in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur,
A. subsidiair: de gemeente zal veroordelen om tegen behoorlijk van kwijting ten titel van schadevergoeding aan Otterveurdt te betalen een schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, deze schadevergoeding nog te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 mei 2020, subsidiair vanaf 27 mei 2020, meest subsidiair vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening
B. de gemeente zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting ten titel van schadevergoeding aan Otterveurdt te betalen een schadevergoeding ter zake de exploitatieschade in de periode 11 mei 2020-11 mei 2021 nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, deze schadevergoeding nog te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 mei 2020, subsidiair vanaf 27 mei 2020, meest subsidiair vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening,
B. voor recht zal verklaren dat aan Otterveurdt het recht toekomt om tot verrekening over te gaan van haar vordering ter zake te weinig betaalde bijdrages klein onderhoud met haar investeringskosten in de tweede glijbaan de somma de € 144.000,-
B. de huurprijs zal verminderen in perioden waarin voor Otterveurdt overheidsmaatregelen aanleiding geven tot een algehele bedrijfssluiting, waaronder doch niet uitsluitend de periodes 15 maart 2020 – 1 juni 2020, 5 november 2020-20 november 2020 en thans vanaf 15 december 2020 tot in elk geval 9 februari 2021 (althans 19 januari 2021 in geval de maatregelen niet verlengd worden), met primair € 9.657,07, subsidiair € 7.242,80, meer subsidiair € 4.828,54, meest subsidiair € 2.414,27 (aldus primair 100%, subsidiair 75%, meer subsidiair 50%, meest subsidiair 25%) per maand,
alsmede de huurprijs in de overige perioden gelegen in het bereik 1 april 2020-9 februari 2021 alsook de daarna gelegen periodes waarin overheidsmaatregelen voor Otterveurdt een minder verstrekkende beperking opleggen voor het gebruik van het gehuurde te verminderen met € 2.414,27 (aldus 25%) per maand,
dan wel een vermindering toe te passen welke de kantonrechter in goede justitie zal vermenen te behoren,
C. zal bepalen dat de gemeente de per saldo teveel door Otterveurdt betaalde huur binnen zeven dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis moet terugbetalen, dan wel te bepalen dat Otterveurdt de eventueel per saldo nog openstaande huur (hoe dan ook) in 24 maandelijkse termijnen aan de gemeente mag voldoen waarbij de eerste termijn uiterlijk 31 juli voldaan zal moeten worden, dan wel een betalingsregeling toe te passen welke de kantonrechter in goede justitie zal vermenen te behoren, met als minimumregeling een terme de grâce tot 11 mei 2021,
4.De standpunten van partijen en de beoordeling
pacta sunt servanda-beginsel, nu de overeenkomst niet voorziet in een mechanisme waarbij Otterveurdt wordt gecompenseerd voor de schade die zij lijdt door de opzegging, wat betekent dat de gemeente met de terugname van de exploitatie de onderneming van Otterveurdt gratis tot zich dreigt te nemen. De exploitatiebijdrage is slechts bedoeld om een 0-stand te creëren dus staat los van goodwill. De facto is sprake van een overname van onderneming en voor de overname van die onderneming moet worden betaald. Ten tweede het vertrouwensbeginsel omdat de gemeente bij Otterveurdt tot begin oktober 2016 en ook weer in de periode november 2017-december 2019, het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat zij niet tot de opzegging (althans niet zoals deze er nu ligt) zou overgaan.
no-exit deal, ook omdat er eind 2019 door partijen nog steeds in termen van ‘samen verdergaan’ werd gesproken. In 2018 heeft de gemeente Otterveurdt nog laten investeren in een glijbaan die thans pas net klaar is, er lag de toezegging dat Otterveurdts renovatiescenario met alle andere scenario’s aan de gemeenteraad zou worden voorgelegd en zelfs op 12 december 2019 was er in de visie van de gemeente nog verlenging mogelijk. De glijbaan is op grond van artikel 6 van de overeenkomst een investering van Otterveurdt. Dat er een knip is gemaakt in de terugbetaling maakt dit niet anders. De opmerking in de e-mail van november 2018 aangaande de glijbaan (
“Hoe hiermee dan om te gaan na 2021”) ziet niet op de verwachting dat de exploitatie ten einde zou komen, maar op de verwachting dat in 2021 nieuwe afspraken zouden worden gemaakt.
De huur- en exploitatieovereenkomst zal gelden voor een periode van 15 (vijftien) jaren met ingang van 11 mei 2006, met automatische verlenging van telkens 5 (vijf) jaren, indien de overeenkomst niet met een opzegtermijn van tenminste 1 (één) jaar tevoren door een der partijen is opgezegd.
- Raadsinformatiebrief 6 oktober 2016:
- E-mail 12 oktober 2016 van [naam bureauhoofd] , Bureauhoofd Onderwijs, Sport en Cultuur bij de gemeente aan Otterveurdt:
- E-mail 5 december 2017 van [naam bureauhoofd] aan Otterveurdt:
- Notitie Paulussen advocaten d.d. 20 december 2016:
- Notitie Paulussen advocaten d.d. 2 september 2016:
- Memo aan commissie ES d.d. 15 november 2017 met als onderwerp ‘gesprek met exploitant Otterveurdt:
- Raadsinformatiebrief 4 december 2018:
- Raadsinformatiebrief 25 juni 2019:
- Concept mogelijke scenario’s renovatie Otterveurdt in relatie tot realisatie Centrumbad d.d. 12 december 2019: vier scenario’s, waarvan enkel de derde voorziet in een voortzetting van de exploitatie door Otterveurdt.
- Actielijst commissie ES d.d. 15 januari 2020:
- E-mail 24 augustus 2020 van [naam wethouder] , wethouder economie, arbeidsmarkt en sport, aan Otterveurdt:
- E-mail 24 augustus 2020 van [naam strategisch beleidsadviseur] , strategisch beleidsadviseur sport van de gemeente, aan Otterveurdt:
haarklantenbestand is? wat bedoeld ze met klantenbestand? de zwemmers? valt het klantenbestand niet onder artikel 8.4 van de overeenkomst en waarom wel/niet?), de gemeente heeft meer aanbesteed dan alleen hetgeen haar toekomt (zoals wat?), de gemeente vermarkt het bedrijfsdebiet van Otterveurdt (wat is dat bedrijfsdebiet en welke rol speelt de door de gemeente betaalde exploitatiebijdrage hierin?), Otterveurdt is bereid om delen van haar onderneming over te dragen (wat bedoelt zij hiermee?).
hoehet exploitatierecht van Otterveurdt is geschonden. Ook hier weer volstaat Otterveurdt met algemene opmerkingen. Het enige specifieke dat zij aanvoert is dat zij geen zwemlessen meer kon organiseren omdat die de looptijd van de overeenkomst zouden overschrijden, maar hiervoor geldt hetzelfde als voor de lengte van de opzegtermijn. Met tien jaar ervaring op zak heeft Otterveurdt met de voorwaarde ingestemd dat zij geen bedrijfsverplichtingen voor het zwembad mocht aangaan welke de looptijd van de overeenkomst zouden overschrijden, wetende dat de looptijd zou eindigen medio mei (of dat nou 2021, 2026, 2031 of nog later was) en hierin heeft zij geen reden gezien te bedingen dat een oplossing werd gevonden voor zwemlessen of dat hiervoor een uitzondering werd gemaakt. De schade die zij hierdoor lijdt komt derhalve voor haar eigen rekening en risico.
5.De beslissing
26 mei 2021voor akte (antwoord) aan de zijde van de gemeente, waarin zij zich dient uit te laten over de hoogte van de aan Otterveurdt toe te kennen huurprijsvermindering,