Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
beslissing van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2021.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, wonende te [woonplaats], en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Eiser was verplicht mee te werken aan een onderzoek naar zijn geschiktheid om een motorrijtuig te besturen, nadat hij betrokken was bij meerdere verkeersongevallen. De rechtbank oordeelde dat de verplichting tot medewerking aan het onderzoek en de schorsing van het rijbewijs van eiser terecht waren opgelegd. Eiser had zijn rijbewijs ingeleverd en betwistte de noodzaak van het onderzoek, maar de rechtbank stelde vast dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat eiser niet langer over de vereiste geschiktheid beschikte. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een uitzonderlijk geval waarin de gevolgen van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 onevenredig uitwerkten. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.