Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
DEXIA NEDERLAND B.V.,
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De verdere beoordeling
heeft bij repliek betwist dat er in haar geval sprake is van een restitutierisico.
€ 2.884,00(4 punten x tarief € 721,00)
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de kantonrechter op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee eisers en Dexia Nederland B.V. De eisers, vertegenwoordigd door mr. G. van Dijk, vorderden schadevergoeding van Dexia wegens geleden schade in het kader van een leaseovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Dexia de stelling van eiseres sub 1 met betrekking tot het genoten fiscaal voordeel cijfermatig heeft onderbouwd. Eiseres sub 1 erkende dat zij een jaaropgaaf van Dexia had ontvangen, waaruit bleek dat het door Dexia gestelde bedrag aan restant hoofdsom correct was. De kantonrechter concludeerde dat Dexia aan eiseres sub 1 een bedrag van € 37.522,81 moest terugbetalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van betaling.
Daarnaast heeft eiseres sub 1 aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke kosten, maar deze vordering werd door Dexia gemotiveerd betwist. De kantonrechter oordeelde dat de gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat de kosten al in de proceskostenvergoeding waren begrepen. Eiseres sub 1 vorderde ook dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad werd verklaard, wat Dexia betwistte. De kantonrechter oordeelde dat het belang van eiseres sub 1 zwaarder woog dan dat van Dexia, en wees de vordering tot uitvoerbaar bij voorraad toe.
Tot slot werd Dexia veroordeeld in de proceskosten van eiseres sub 1, die tot de uitspraak van het vonnis werden begroot op € 3.063,01. De kantonrechter wees ook de vorderingen van eiser sub 2 af, en veroordeelde eiser sub 2 tot betaling van de proceskosten van Dexia. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.