ECLI:NL:RBLIM:2021:4422

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 juni 2021
Publicatiedatum
1 juni 2021
Zaaknummer
9191679 CV EXPL 21-2263
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herstel van warmtevoorziening en ophalen huisvuil in huurgeschil

In deze zaak vorderde de huurder, vertegenwoordigd door een bewindvoerder, herstel van de warmtevoorziening en het ophalen van huisvuil door de verhuurder. De huurder stelde dat de verhuurder, na de aankoop van de woning, de gas- en stroomvoorzieningen ontoegankelijk had gemaakt en de verwarming niet meer functioneerde. Daarnaast was het contract voor afvalverwijdering beëindigd, waardoor de bewoners zelf verantwoordelijk werden voor het aanvragen van een afvalcontainer. De huurder vorderde dat de verhuurder binnen 24 uur de gebreken zou herstellen, met een dwangsom van € 1.000,- per dag bij niet-naleving. De verhuurder voerde verweer en stelde dat de huurders zich als goede huurders moesten gedragen en dat zij zelf verantwoordelijk waren voor het aanvragen van de benodigde voorzieningen. De kantonrechter overwoog dat voor een vordering tot het treffen van een onmiddellijke voorziening een spoedeisend belang vereist is. De rechter oordeelde dat er onvoldoende aannemelijk was gemaakt dat er een spoedeisend belang bestond voor zowel de huurder als de verhuurder, waardoor de vorderingen werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: 9191679 CV EXPL 21-2263
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 1 juni 2021
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] [handelsnaam] ,gevestigd en zaakdoende te [vestigingsplaats] , in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van
[naam onderbewindgestelde] ,wonend te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
gemachtigde mr. L.N. Hermans,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

wonend te [woonplaats] , [adres 1] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEDERWOON VASTGOEDBEHEER B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde partij in conventie,
gemachtigde mr. D.A. Siddiqui.
Partijen worden nader aangeduid als [naam onderbewindgestelde] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en Nederwoon.

1.De procedure

in conventie en in reconventie

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 3, op 6 mei 2021 betekend aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 3, op 6 mei 2021 betekend aan Nederwoon,
  • het schrijven van mr. Hermans met vijf bijlagen, ter griffie ontvangen op 11 mei 2021,
  • de eis in reconventie, met producties 1 t/m 17, per e-mail door mr. Siddiqui ingediend op
14 mei 2021,
  • het schrijven van mr. Siddiqui met producties 18 t/m 22, per e-mail ingediend op 14 mei 2021,
  • de mondelinge behandeling op 17 mei 2021 te 11.00 uur.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil in conventie en in reconventie

2.1.
[naam onderbewindgestelde] huurt op basis van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd sinds 1 juni 2010 een appartement in de woning [adres 2] te [woonplaats] , tegen een all-in huur (inclusief elektriciteit, gas en water) van € 500,- per maand.
2.2.
Per december 2020 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] de woning (waar nog 6 andere huurders in zelfstandige woonruimtes wonen) in verhuurde staat gekocht en het vastgoedbeheer ondergebracht bij Nederwoon.
2.3.
Er zijn geen nieuwe huurovereenkomsten tot stand gekomen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , aldus [naam onderbewindgestelde] , wenst dat zijn huurders zich conformeren aan eenzijdig door hem ingestelde gewijzigde huurbepalingen. Zo heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] de indeling van de woning gewijzigd waardoor de gas- en stroomvoorzieningen niet langer toegankelijk zijn voor de bewoners. Het verplaatsen en afsluiten van toegangen tot de brandmelder, stroomkast, aardlekschakelaar en watermeter hebben voor veel stress gezorgd bij de bewoners. Zelfs de internetverbinding, die tot december 2020 bij de all-in-prijs zat, is verwijderd.
2.4.
Ondanks sommatie, schendt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] het huurgenot. Zo heeft [naam onderbewindgestelde] begin april 2021 enkel dagen geen stroom gehad en wordt de verwarming niet ingeschakeld. De verwarming is sinds april 2021 ook niet meer zelf regelen. De verwarming staat uit. Ook is het contract met Rd4 over de periodieke afvalverwijdering middels twee beschikbare containers beëindigd door Nederwoon. Nederwoon heeft de bewoners verplicht om op eigen kosten een contract af te sluiten en zelf een afvalcontainer aan te vragen bij Rd4. Ook dit gebrek dient hersteld te worden.
2.5.
[naam onderbewindgestelde] vordert dan ook, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
Primair:
1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, over te gaan tot herstel van de gebrekkige warmteregeling in de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] zodat de appartementen afzonderlijk weer verwarmd kunnen worden, zulks op verbeurte van een dwangsom van
€ 1.000,- per dag indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] niet of niet tijdig aan de veroordeling mocht voldoen,
2. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te veroordelen in de kosten van deze procedure,
3. Nederwoon en/of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, over te gaan tot herstel van de overeenkomst voor het leveren en ledigen door Rd4 van twee afvalcontainers per 2 weken t.b.v. de woning [adres 2] te [woonplaats] , zulks op verbeurte van een dwngsom van € 1.000,- per dag indien WML (ter mondelinge behandeling gewijzigd in gedaagde: lees: Nederwoon en/of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ) niet of niet tijdig aan de veroordeling mocht voldoen,
4. Nederwoon dan wel [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.6.
Door/namens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en Nederwoon is gemotiveerd verweer gevoerd, op welk verweer, voor zover nodig, hierna nader zal worden ingegaan.
2.7.
Door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] is ook een reconventionele vordering ingesteld.
2.8.
In reconventie vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , bij vonnis zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [naam onderbewindgestelde] te gebieden om zijn medewerking te verlenen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] , dan wel diens beheerder, zodra er werkzaamheden aan het gehuurde dienen te worden verricht en dat deze ongestoord kunnen worden verricht;
II. [naam onderbewindgestelde] te gebieden om bij waargenomen gebreken eerst de beheerde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] te contacteren en haar een redelijke termijn te geven om deze gebreken te verhelpen;
III. [naam onderbewindgestelde] te gebieden om een milieupas aan te vragen zodat hij het vuil op de door de gemeente aangegeven locaties kan afgeven;
IV. De vorderingen I-II op straffe van verbeurte van dwangsommen ad € 500,- per dag/dagdeel dat hieraan niet wordt voldaan met een maximum van € 10.000,-
V. Vordering III op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 1.000,- per dag/dagdeel dat hieraan niet wordt voldaan met een maximum van € 10.000,-;
VI. Veroordeling van [naam onderbewindgestelde] in de proceskosten in reconventie, conventie en de nakosten.
2.9.
Ter onderbouwing van zijn vordering stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] dat zijn huurders verplicht zijn zich ten aanzien van het gebruik van het gehuurde zich als goed huurder te gedragen. Door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ingeschakelde derden worden met enige regelmaat geweigerd hun werk te verrichten, waardoor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] onnodig op extra (voorrij) kosten wordt gejaagd. Ook als sprake is van gebreken, wordt niet de beheerder benadert, maar wordt gelijk een advocaat ingeschakeld. De beheerder wordt niet geaccepteerd.
Voor wat betreft de afvalcontainers, staat niets vermeld in de huurovereenkomst. Aan de huurders is tijdig medegedeeld dat zij zelf hun afvalcontainers en/of milieupas dienen aan te vragen; zij hebben daar recht op. Indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] dit zou doen, worden deze kosten doorberekend aan de huurders. De huurders weigeren echter hier gevolg aan te geven. Zij plaatsen daarentegen het vuil in de open ruimtes, met alle gevolgen van dien. Huurders dienen, aldus art. 7:220 BW medewerking te verlenen zodra er (noodzakelijke) werkzaamheden verricht moeten worden.
2.10.
Door [naam onderbewindgestelde] is gemotiveerd verweer gevoerd, op welk verweer, voor zover nodig, hierna nader zal worden ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Ten aanzien van het gevorderde overweegt de kantonrechter het volgende. Bij de beoordeling van een vordering tot het treffen van een onmiddellijke voorziening moet de voorzieningenrechter zich – bij wijze van uitgangspunt – richten naar de waarschijnlijke uitkomst van een eventuele bodemprocedure. Dat betekent dat de gevorderde veroordeling tot herstel van de gebrekkige warmteregeling en het herstel van de overeenkomst voor het leveren en ledigen door Rd4 van twee afvalcontainers per twee weken alleen kunnen worden toegewezen als met grote mate van waarschijnlijkheid valt te verwachten dat een op art. 7:206 BW gebaseerde vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen.
3.2.
Mutatis Mutandis geldt dit ook voor de reconventionele vordering.
3.3.
Zonder nader onderzoek kan niet eenvoudig worden vastgesteld welke partij het gelijk aan haar zijde zal krijgen. Daarvoor lopen de stellingen van partijen, zowel aangaande het in conventie als in reconventie gevorderde, dusdanig uiteen.
3.4.
Bovendien dient er een spoedeisend belang te zijn bij het treffen van de gevorderde voorziening(en). Uit art. 254 Rv volgt immers dat de voorzieningenrechter (lees: de kantonrechter) alleen in spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, bevoegd is om deze te geven.
3.5.
Alle omstandigheden en belangen van dit geval in aanmerking genomen is de kantonrechter van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat zowel [naam onderbewindgestelde] in conventie als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] in reconventie op dit moment een zodanig spoedeisend belang hebben bij het treffen van de door hen gevorderde voorziening(en) dat dit belang zwaarder dient te wegen dan de belangen van de wederpartij en dat om die reden een beslissing in een nog aanhangig te maken bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Beantwoording van de vraag of Nederwoon al dan niet eindverantwoordelijke is laat de kantonrechter daarbij in het midden.
3.6.
Het vorenstaande leidt ertoe dat het gevorderde wegens gebrek aan voldoende spoedeisend belang zal worden afgewezen.
3.7.
Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

4.De beslissing

in conventie en in reconventie

De kantonrechter als voorzieningenrechter
4.1.
wijst het gevorderde af.
4.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: JvdH