Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 108,22
- griffierecht € 126,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft de coöperatie Coöperatieve Rabobank U.A., gevestigd te Amsterdam, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De zaak, geregistreerd onder zaaknummer 9179967 CV EXPL 21-2163, werd behandeld door kantonrechter mr. R.H.J. Otto op 2 juni 2021. De procedure is gestart met een dagvaarding en een schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord van de gedaagde partij.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eisende partij niet of onvoldoende werd betwist door de gedaagde. De eisende partij heeft, om moverende redenen, de vordering beperkt tot een bedrag van € 500,00, wat door de kantonrechter is toegewezen. Daarnaast is de wettelijke rente over dit bedrag toegewezen, met ingang van 12 april 2021 tot de dag van volledige betaling.
De gedaagde partij is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op een totaal van € 309,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.