ECLI:NL:RBLIM:2021:4817

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
16 juni 2021
Zaaknummer
9873808 CV EXPL 21-375
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van gehuurde woning wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Weller Wonen en de bewindvoerder van een onderbewindgestelde. De stichting vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 4.176,38 tot en met 31 januari 2021. De bewindvoerder erkende de huurachterstand en betwistte de vordering niet. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde en wees de vorderingen van Weller Wonen toe. De bewindvoerder werd veroordeeld om het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis te ontruimen en de achterstallige huur te betalen, inclusief de wettelijke rente en proceskosten. De totale kosten aan de zijde van Weller Wonen werden begroot op € 1.111,01. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9873808 CV EXPL 21-375
Vonnis van de kantonrechter van 12 mei 2021
in de zaak van:
de stichting
STICHTING WELLER WONEN
gevestigd te Heerlen
eisende partij
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[bewindvoerder] , h.o.d.n. [naam bewindvoeringskantoor] , in zijn hoedanigheid van bewindvoerder in het beschermingsbewind van [onderbewindgestelde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
gemachtigde mr. J.G. van Ek.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is gelast
- de akte van Weller Wonen met de actuele huurachterstand
- de op 15 april 2021 gehouden mondelinge behandeling, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[bewindvoerder] q.q. huurt de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] van Weller Wonen voor een maandelijkse huurprijs van (thans) € 608,74 per maand, te voldoen voor de eerste dag van de maand.
2.2.
[onderbewindgestelde] heeft een huurachterstand laten ontstaan van € 4.176,38 tot en met 31 januari 2021.

3.Het geschil

3.1.
Weller Wonen vordert kort gezegd ontbinding en ontruiming van het gehuurde en betaling van:
- de huurachterstand van € 4.176,38 tot en met 31 januari 2021 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 582,93 inclusief btw, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf dat datum van dagvaarden (7 januari 2021) tot de dag van betaling,
- de huurpenningen van € 608,74 per maand vanaf 1 februari 2021 tot de dag van ontruiming, en
- de proceskosten.
3.2.
[bewindvoerder] q.q. erkent de huurachterstand.

4.De beoordeling

4.1.
[bewindvoerder] q.q. betwist de vordering van Weller Wonen niet. De reeds ontstane achterstand in de betalingsverplichtingen rechtvaardigt de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Dit betekent dat ontbindings- en ontruimingsvorderingen zullen worden toegewezen, evenals de huurachterstand tot en met 31 januari 2021 en de hierna nog verschuldigde huurpenningen tot de datum van ontruiming (tot de datum van ontbinding op grond van de huurovereenkomst en daarna op grond van artikel 7:225 BW).
4.2.
De door Weller Wonen gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 582,93 inclusief btw zullen eveneens worden toegewezen omdat aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW is voldaan en het gevorderde tarief in overeenstemming is met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief.
4.3.
[bewindvoerder] q.q. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Weller Wonen worden begroot op:
  • dagvaarding € 106,01
  • griffierecht € 507,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 1.111,01.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst tussen Weller Wonen en [onderbewindgestelde] met betrekking tot het gehuurde staande en gelegen te [plaatsnaam] aan de [adres] ,
5.2.
veroordeelt [bewindvoerder] q.q. om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met alle zich daarin bevindende personen en zaken te verlaten en te ontruimen en onder afgifte van de sleutels en hetgeen daartoe verder behoort ter vrije en algehele beschikking van Weller Wonen te stellen,
5.3.
veroordeelt [bewindvoerder] q.q. om aan Weller Wonen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 4.759,31, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2021 tot de dag van betaling,
5.4.
veroordeelt [bewindvoerder] q.q. om aan Weller Wonen te betalen € 608,74 per maand voor iedere maand die vanaf 1 februari 2021 tot het tijdstip van de ontruiming mocht verstrijken of zijn ingegaan, een ingegane maand daarbij gerekend voor een hele maand,
5.5.
veroordeelt [bewindvoerder] q.q. voorts in de proceskosten van Weller Wonen, tot vandaag begroot op € 1.111,01,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.