In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Tisaco Wonen B.V. en twee gedaagden, die in conventie en voorwaardelijke reconventie betrokken waren. Tisaco Wonen vorderde betaling van een bedrag van € 6.423,75, dat voortkwam uit onbetaalde facturen voor de levering en plaatsing van rolluiken en horren. De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij een opschortingsrecht hadden, omdat de geleverde rolluiken niet voldeden aan de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden inderdaad een geslaagd beroep op opschorting konden doen met betrekking tot de rolluiken, maar dat zij wel een bedrag van € 630,00 aan Tisaco Wonen verschuldigd waren voor de horren. De kantonrechter wees de vordering van Tisaco Wonen voor het overige af, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten, omdat de algemene voorwaarden niet op de juiste wijze waren meegedeeld aan de gedaagden. In reconventie werd de vordering van de gedaagden afgewezen, omdat Tisaco Wonen niet in verzuim was met betrekking tot de levering van de horren. De gedaagden werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Tisaco Wonen.