Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
1.[gedaagde sub 1]
1.De procedure
2.De feiten
verstrekt inclusief onderliggende bewijsstukken, een kopie[rb: van]
de meest recente belastingaangifte en aanslag van koper (en diens partner) van twee onafhankelijk van elkaar opererende geldverstrekkende bankinstellingen alsmede de reden van afwijzing aan verkoper en diens makelaar uiterlijk op de in artikel 15.1.a en/of artikel 15.1.b, genoemde datum schriftelijk kenbaar te maken.
eerder aangaf, mijn uitstel tot 31 januari voor de overdracht en de ontbindende voorwaarde voor het verkrijgen van de financiering. (…)”
u erop wijzen dat mede gelet op de parlementaire geschiedenis en daaropvolgend de inhoud van de geldende jurisprudentie de feitelijke situatie ten tijde van de koop beslissend is.
3.Het geschil
- [gedaagden] hebben het pand als consument gekocht en in die hoedanigheid de koopovereenkomst gesloten. Door afstand te doen van de bedenktijd als opgenomen in artikel 7:2 BW is in strijd met het dwingendrechtelijk karakter van artikel 7:2 BW gehandeld en is de koopovereenkomst ingevolge artikel 3:39 BW nietig dan wel op grond van artikel 3:40 BW vernietigbaar op grond van vormverzuim. [gedaagden] hebben bij brief van 8 juni 2020 (r.o. 2.9) een beroep op de nietigheid van de overeenkomst gedaan, en zover noodzakelijk de koopovereenkomst vernietigd.
- Er is geen sprake van verzuim vanaf 16 april 2020. Voordat het verzuim in werking kon treden en de acht dagen voorbij waren stuurden [eisers] op 14 april 2020 een bericht naar [gedaagden] en vorderden zij nakoming waarbij zij de termijn van nakoming verlengden tot 1 mei 2020.
- Met de e-mail van 30 januari 2020 van [eisers] aan [gedaagden] zijn de termijnen voor overdracht en financiering losgelaten en konden zij zich beroepen op de ontbindende voorwaarde als opgenomen in artikel 15 van de koopovereenkomst. De overeenkomst is ontbonden door tijdig een beroep te doen op artikel 15 van de koopovereenkomst.
- [gedaagden] hebben voldaan aan hun inspannings- en documentatieverplichting.
- De boete is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en dient te worden afgewezen dan wel op nihil te worden gesteld, dan wel te worden gematigd.
- [eisers] hebben geen schade gelden daar zij het pand vrijwel direct aan een derde hebben geleverd voor een hogere prijs dan wanneer het pand aan [gedaagden] was verkocht.
4.De beoordeling
alleentot bescherming van de koper (TK, 2000-2001, 23095, nr. 10, verslag van een schriftelijke overleg). Daarmee is de koopovereenkomst door de koper te vernietigen. De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht (artikel 3:53 BW).