Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- [naam 1] namens de Raad;
- [naam 2] namens de GI.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 juli 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ondertoezichtstelling van een éénjarig kind, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad heeft zorgen geuit over de thuissituatie van [minderjarige], die opgroeit in een conflictueuze omgeving tussen de ouders, waarbij in het verleden sprake is geweest van huiselijk geweld. De Raad verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van zes maanden, met als doel de ouders te ondersteunen in hun omgang en opvoeding van [minderjarige].
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vader, en vertegenwoordigers van de Raad en de GI aanwezig waren. De moeder heeft betoogd dat er geen ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [minderjarige] is en dat zij goed voor haar kind zorgt. De vader heeft aangegeven dat hij ook geen ondertoezichtstelling nodig acht, omdat [minderjarige] gezond is en goed verzorgd wordt.
Na het horen van de partijen en het bestuderen van de stukken, concludeert de kinderrechter dat de zorgen van de Raad niet voldoende zijn om een ondertoezichtstelling op te leggen. De huidige situatie is niet zo ernstig dat [minderjarige] in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. De kinderrechter wijst het verzoek van de Raad af, maar benadrukt dat de ouders wel moeten werken aan rust en duidelijkheid in hun relatie, om toekomstige problemen te voorkomen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2021 door mr. L. Bastiaans, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Goevaerts, als griffier.