Uitspraak
- de dagvaarding met producties 1 t/m 12
- de brief van [gedaagde] , binnengekomen bij de rechtbank op 22 september 2020, die is aangemerkt als conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
- de door [eiser] aanvullend ingebrachte productie 13
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 18 januari 2021 waarbij [eiser] , bijgestaan door mr. Schogt voornoemd, en [gedaagde] zijn verschenen.
2.De feiten
“Per e-mail van 16 oktober jl. bevestigde failliet, [gedaagde] , mij dat hij op grond van praktische overwegingen kan leven met erkenning van het bedrag van de herstelfactuur ad € 6.718,-- incl. BTW.”
3.Het geschil
‘op grond van praktische overwegingen kan leven met erkenning van het bedrag van de herstelfactuur’. Er is dus geen sprake van een erkende vordering, zoals [eiser] betoogt. Dat zou anders zijn indien de vordering op de lijst van erkende schuldeisers in het proces-verbaal van de verificatievergadering is opgenomen; dan heeft die vordering immers kracht van gewijsde en levert het proces-verbaal van de verificatievergadering een executoriale titel op. Gesteld noch gebleken is dat er een verificatievergadering in het faillissement van [handelsnaam] heeft plaatsgevonden waarmee de opmerking door de curator namens [gedaagde] niet leidt tot het rechtsgevolg dat [eiser] daaraan wil verbinden.
- dagvaarding € 105,09
- griffierecht 236,00
- salaris gemachtigde