Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument worden voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikelen 6:230m en 6:230t (voor overeenkomsten buiten de verkoopruimte) respectievelijk artikel 6:230m en artikel 6:230v (voor overeenkomsten op afstand) Burgerlijk Wetboek (BW). Kort gezegd bepaalt artikel 6:230m BW welke informatie moet worden verstrekt en artikel 6:230t respectievelijk artikel 6:230v BW de wijze waarop die informatie moet worden gegeven. Eén en ander kan verschillen naar gelang de aard en de inhoud van de overeenkomst. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er op dat punt geen verweer is gevoerd.
In artikel 6:230t respectievelijk artikel 6:230v BW is (kort weergegeven - verwezen wordt nogmaals naar de inhoud van de bepalingen) bepaald dat de handelaar een afschrift of bevestiging van de overeenkomst (waaronder – indien van toepassing – de uitdrukkelijke, voorafgaande toestemming en de verklaring van de consument als bedoeld in artikel 6:230p sub g BW), alsmede alle verlangde (pre)contractuele informatie op een duurzame gegevensdrager aan de consument moet verstrekken. Dit moet gebeuren voor of bij het sluiten van de overeenkomst of binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst, maar in ieder geval voordat de dienst wordt uitgevoerd. Een duurzame gegevensdrager kan een brief zijn, een e-mailbericht, een pdf-bestand of zelfs een factuur, op voorwaarde dat daarin alle informatie is opgenomen. Een persoonlijk account op de website van de handelaar valt daar in beginsel niet onder, omdat dat de mogelijkheid openlaat voor de handelaar om de informatie eenzijdig te wijzigen.
Deze stellingen moeten bovendien worden gesubstantieerd en onderbouwende stukken moeten worden overgelegd. Kort gezegd, eisende partij moet inzichtelijk maken wat de consument onder ogen heeft gekregen en heeft verklaard en dat daarmee aan de genoemde wettelijke verplichtingen is voldaan. Daartoe zijn in ieder geval van belang:
- een al dan niet in printscreens of uitdraai van een belscript vastgelegde (voorbeeld)weergave van het bestelproces dat de consument doorloopt, waarin overzichtelijk en duidelijk is aangegeven (zo nodig - zeker waar het omvangrijke stukken betreft - met behulp van arceringen of een nadere toelichting in de stellingen) hoe en waar de betreffende informatie is verstrekt en aan de eis van artikel 6:230v lid 3 BW is voldaan. Als de bedoelde informatieverstrekking niet volgt uit de printscreens of het belscript, dan moet nader worden toegelicht en met andere stukken worden onderbouwd dat en hoe de betreffende precontractuele verplichtingen dan wel zijn nageleefd.
- een kopie of afschrift van de in het concrete geval aan de gedaagde partij verstrekte duurzame gegevensdrager (een model of voorbeeld volstaat dus niet), waarin overzichtelijk en duidelijk is aangegeven (zo nodig - zeker waar het omvangrijke stukken betreft - met behulp van arceringen of een nadere toelichting in de stellingen) hoe en waar de betreffende informatie is verstrekt dan wel bevestigd;
- de overeenkomst of (order)bevestiging;
- de volledige set toepasselijke algemene voorwaarden;
- het uitdrukkelijke verzoek van de consument (als bedoeld in artikel 6:230t lid 3 en artikel 6:230v lid 8 jo artikel 6:230s lid 5 BW).
- dagvaarding € 108,11
- griffierecht € 126,00
- salaris gemachtigde €