Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[naam onderbewindgestelde],
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 106,01
- griffierecht € 507,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
Op 14 juli 2021 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen VGZ Zorgverzekeraar N.V. en Parkstad Bewindvoering B.V. De eisende partij, VGZ Zorgverzekeraar N.V., vertegenwoordigd door Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso, vorderde betaling van een bedrag van € 4.006,57 van de gedaagde partij, Parkstad Bewindvoering B.V., die in hoedanigheid van bewindvoerder optreedt voor een onderbewindgestelde. De procedure is gestart met een dagvaarding en een conclusie van antwoord, waaruit bleek dat de gedaagde partij de vordering niet of onvoldoende betwistte.
De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding voldeed aan de vereisten van artikel 111 lid 2 onder d Rv en dat de gedaagde partij als consument wordt beschouwd, wat betekent dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht van toepassing zijn. De rechter concludeerde dat er geen schending van deze bepalingen was en dat de vordering van de eisende partij toewijsbaar was.
In de beslissing werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en werd ook een kostenvergoeding van € 862,01 aan de zijde van de eisende partij toegewezen. Daarnaast werd bepaald dat als de gedaagde partij niet binnen twee weken na aanschrijving volledig aan het vonnis voldoet, er extra kosten in rekening worden gebracht. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.